Eu-thanatos. De
oude Grieken hadden al een term bedacht voor ‘de goede dood’. Je kunt je daarbij de
vraag stellen of de dood iets goed kan zijn. Da’s voer voor filosofen. Ik hou
van het leven, ik wil hier nog zolang mogelijk tijd doorbrengen, maar ik weet
wel: als mijn leven fysiek of psychisch alleen nog maar bestaat uit lijden, dan
wil ik er met de hulp van een deskundige uit kunnen stappen, en wel zo snel
mogelijk.

Ik ben al sinds halfweg de jaren negentig, zeg gerust: tempore non suspecto, lid van de vzw
Recht op Waardig Sterven, een vereniging die jarenlang heeft gestreefd naar een
wettelijke regeling en die dat in 2002 verzilverd zag met een evenwichtige wet.
Maar wet of geen wet, er zijn altijd betweters die zich beroepen op hogere
instanties om profane, democratisch tot stand gekomen regels te verwerpen.

Gelovigen vinden dat alleen God/Allah/Jahweh/Hij-die-je-wat-mij-betreft-eender-welke-naam-mag-geven
het recht heeft om te beschikken over leven en dood, dat bleek ook alweer in de
discussie rond de recente euthanasie van een tweeling.

Fysiek of psychisch
lijden

De feiten: een eeneiige tweeling uit Putte, bij Antwerpen,
heeft vorige maand gebruik gemaakt van het recht op sterven. Beide mannen waren
doof van bij de geboorte, zouden op heel korte termijn beiden blind worden en
hadden volgens hun huisarts ook nog andere onoverkomelijke lichamelijke
problemen. Ze kozen ervoor samen te sterven omdat de kwaliteit van hun leven
zeer binnenkort nog maar weinig zou voorstellen.

De Belgische euthanasiewet, die dateert van 28 mei 2002,
wordt gezien als één van de meest vooruitstrevende, maar ook gebalanceerde
terzake. Eén van de normen om euthanasie te verantwoorden is ‘ondraaglijk
fysiek en/of psychisch lijden’. Drie artsen moeten dit staven. Daarbij wordt
niet op 1-2-3 beslist. Een mensenleven wordt echt wel als belangrijk en
waardevol beschouwd. Pas na die grondig gemotiveerde beslissing wordt
euthanasie formeel mogelijk.

Ook in het geval van de tweeling is het zo gelopen. Wie een
klein beetje gezond verstand heeft, zal onmiddellijk beamen dat de kwaliteit
van hun leven – dat door hun doofheid al flink was gereduceerd van bij de start
– door hun nakende blindheid nog meer zou worden aangetast. Wat rest er nog als
je niet meer kunt horen of zien? Praten kon ook al niet, wegens zinloos: ze hoorden
elkaar toch niet. Bleef over: de tast- en de reukzin. Als daar dan nog allerlei
andere kwalen bij komen, dan kun je er redelijkerwijs van uit gaan dat deze
broers het leven terecht niet meer zagen zitten.

Anti-euthanasielobby

Maar redelijkheid is vaak zoek als het over ethische
kwesties gaat en de katholieke wereld zich ermee gaat bemoeien. En dus kwam, na
een tijdje afwezigheid, René Stockman van Broeders van Liefde weer vanonder
zijn steen gekropen. Kardinaal Léonard zal niet lang op zich laten wachten.
Volgens de katholieke opiniemakers is deze zaak iets wat de hele wereld
beroert. Zin voor overdrijving is nooit ver weg geweest bij de
anti-euthanasielobby. De dienaren van God beroepen zich op het hogere en dat is
nu eenmaal alomtegenwoordig en onaantastbaar.

De houding van de katholieke kerk is duidelijk: tégen
euthanasie, vóór palliatieve zorg. Want het is, volgens hen, niet de mens maar
God die over leven en dood beschikt. Kardinaal Danneels verwoordde het zo (schrik
niet als u nu even moet slikken, het overkwam mij ook): ‘Het gaat om een keuze
tussen twee beschavingen, een beschaving van de mensen die van zichzelf
helemaal meester willen zijn en een beschaving waar er voor een God en het
bovenmenselijke nog plaats is. Ik denk dat het een uitwas is van een typische
ontwikkeling, ik zou bijna zeggen van een kankerachtige groei van het
bewustzijn dat in de renaissance gelukkig ontwaakt is, maar dat nu bijna
kankerachtige proporties heeft aangenomen, dat nu op hol slaat.’

‘Uitwas,’ ‘kankerachtig’, ‘op hol slaan’: de grote woorden
worden niet geschuwd in de strijd tegen het “goddeloze”. De kerk
wordt daarbij meestal gesteund door het koningshuis, een flink deel van de
CD&V en allerlei obscure hypergelovige genootschappen met meer invloed dan verstand.

In 1990 ging de, niet-democratisch verkozen, koning
Boudewijn I nog in tegen de abortuswet die een democratisch verkozen parlement net
voordien had goedgekeurd. Er werd toen nog een heel toneeltje op gezet, met een
koning die tijdelijk niet in staat was om zijn taak uit te voeren. Een
bedenksel dat uit de koker kwam van toenmalig premier Wilfried Martens. Terwijl de
koning toen gewoon had moeten doen wat zijn protocollaire functie hem
voorschreef: een democratisch tot stand gekomen wet blindelings ondertekenen.
Zoals zijn minder wereldvreemde broer Albert II twaalf jaar later probleemloos
zou doen met de euthanasiewet.

Euthanasie = ethische
kwestie

Al dan niet euthanasie plegen is een ethische kwestie, waar
alleen een strenge ethische vraagstelling aan vooraf zou mogen gaan. Elke
religieuze inmenging is totaal misplaatst en zelfs ziekelijk. De mens beschikt
over zijn eigen leven, ons lot ligt niet in handen van een denkbeeldig
opperwezen. En voor wie gelovig is en hier aanstoot aan neemt: ook hij/zij
heeft recht om zijn leven te laten beëindigen wanneer het fysiek of psychisch
onherstelbaar beschadigd is en voortleven alleen maar tot groter lijden
aanleiding zou geven. God of geen God, niemand zou verplicht mogen worden om de
rest van zijn leven zwaar te lijden.

Als die tweeling zelfmoord had gepleegd, dan zou er geen katholieke haan naar gekraaid hebben. Zo hypocriet zijn ze wel. Maar als het E-woord aan de horizon opdoemt, dan worden prompt weer de grote woorden van stal gehaald: de waarde van een mensenleven, moord, de mens heeft geen zelfbeschikkingsrecht, God wikt en beschikt, die eenzijdige en indoctrinerende aanpak.

Zelfs elf jaar na het stemmen van de euthanasiewet kun je
maar beter hopen dat je na een zwaar ongeval, waarbij je onherstelbare schade
hebt opgelopen, niet in een katholiek ziekenhuis terecht komt. Want de kans is
dan reëel dat de dokters er weigeren om je eigen levenstestament te respecteren
en euthanasie toe te passen. Ik wil niet zinloos lijden omdat één of andere
katholieke kwezel van oordeel is dat ik mij moet onderwerpen aan de dogma’s van
zijn geloof, dat absoluut niet het mijne is. Dat is mijn recht en dit is
vooralsnog een rechtsstaat.

Danneels, Stockman, Léonard & consoorten moeten zich
bezig houden met bijbelstudie en dat soort dingen. Zij mogen hun inbreng hebben
bij het totstandkomen van ethische wetten, maar alleen vanuit een ethisch
standpunt, niet vanuit een religieus (voor)oordeel. En als een wet er eenmaal
is, moeten ze die respecteren, zoals elke individuele burger. Kunnen we dat
afspreken?