Een hele dag werd er in verschillende media en op diverse
fora al gediscussieerd over de maatregelen die de Hogeschool-Universiteit
Brussel, HUB, nam naar aanleiding van de aanranding van één haar (mannelijke)
studenten, die na een doop, verkleed als vrouw, werd opgewacht door een groepje
allochtonen. De HUB had eerst
aangekondigd dat rondlopen in vrouwenkleren voortaan verboden is op
studentendopen. Achteraf werd dat afgezwakt tot een “advies”, in de
late namiddag bleek het dan te gaan om een voorlopige aankondiging zolang het onderzoek
liep. Vreemde communicatie, in elk geval.

Zowat alle clichés kwamen samen in dit ene geval: een als
vrouw verklede jongeman – agressieve en zich geprovoceerd voelende allochtonen
– verkrachting – vernedering van de ene cultuur door de andere –
onverdraagzaamheid – schuldige slachtoffers – onschuldige daders. Het soort
scenario dat tv-zenders tegenwoordig weigeren, omdat het aanleiding kan geven
tot nog meer afstand tussen de verschillende stromingen in onze multiculturele
samenleving.

Wat de uiteindelijke bedoeling van de HUB ook moge geweest
zijn, het signaal was onmiskenbaar fout en contraproductief. Door het “verbod” of het
“advies” om geen vrouwenkleren meer te dragen, gaf de universiteit
toe aan de onverdraagzaamheid, in plaats van er tegen op te treden. De
onverdraagzaamheid kwam dit keer van een fundamentalistisch, seksistisch en
machistisch onderdeel van de moslimcultuur. Een minderheid, zeer zeker, maar wel een vervelende en opvallende minderheid.

Binnen de sfeer van “political
correctness” mag je dat nauwelijks nog zeggen, zeker niet wanneer je
jezelf progressief durft noemen, maar het gaat hier om een stel
ongecontroleerde en oncontroleerbare jongeren die vanuit hun eenzijdig
religieus fanatisme niet meer kunnen relativeren en nuanceren, en die zich
moreel superieur achten. Hun godsdienst, zo beweren ze, laat hen toe om ongelovigen
te straffen, desnoods zelfs te doden.

Vanuit
de redenering (als we het in dit geval over “redeneren” mogen hebben)
dat homoseksualiteit verboden is door de islam en dat in vrouw verklede
mannen uiteraard ook wel homofiele neigingen zullen hebben, is zo’n aanranding perfect
toelaatbaar. Dat ze daarbij zelf een homofiele daad stellen (wat is het
verkrachten van een man door een andere man anders?!), was blijkbaar even
minder belangrijk en paste niet in hun kortzichtig en ongenuanceerd wereldbeeld.

De eerste reactie van de HUB kwam erop neer dat er werd
toegegeven dat de student had geprovoceerd en dat dàt aanleiding gaf tot de
seksuele intimidatie. Anders gezegd: het slachtoffer had het uitgelokt. Een
verklaring die nog altijd vaak gehanteerd wordt bij verkrachtingen van (echte)
vrouwen. “Ze droeg wel een heel kort rokje”, “Ze liep wel heel
sterk met haar heupen te wiegen”, “Ze praatte wel zeer uitdagend”,
dus… hoeft het eigenlijk niet te verbazen dat ze verkracht werd.

Als je slachtoffers gaat dwingen om zich aan te passen aan
het wereldbeeld van daders, geef je de daders in feite gelijk. Als de samenleving
gedragsregels gaat opstellen vanuit een defensieve redenering, krijg je een
verkrampte samenleving, die wangedrag op de duur niet meer dan normaal vindt.

Het enige correcte signaal in dit specifieke geval zou zijn:
de daders opsporen, opsluiten, vervolgen en (hopelijk) zo streng mogelijk
straffen. Als dat laatste niet zal gebeuren, dan wordt het slachtoffer een
tweede keer verkracht, want dan gaat ook zijn geloof in rechtvaardigheid eraan.
Willen we in dat soort maatschappij leven? Ik niet.

De open samenleving kan alleen maar “open” zijn,
wanneer fundamentalisme en fanatisme een halt wordt toegeroepen. De
kwetsbaarheid van zo’n samenleving kun je alleen maar reduceren door uitermate
streng op te treden tegen allerlei vormen van onverdraagzaamheid en fysiek of
verbaal geweld. Laten we vooral niet tolerant zijn voor intolerantie!