Mohammed Salama, een man
met de dubbele Amerikaans-Saudi Arabische nationaliteit, zit sinds april dit
jaar in de gevangenis. Wat hij dan wel heeft uitgestoken? Geen idee. Officieel
toch niet, want hij is nog niet in staat van beschuldiging gesteld. De Saudische
wetgeving laat haar autoriteiten toe om gevangenen gedurende zes maanden in
voorhechtenis op te sluiten, zonder dat ze weten waarom. En dat ondanks het
feit dat de Saudische regering onlangs het Arabische charter van de
mensenrechten heeft ondertekend, waarin specifiek bepaald wordt dat iedereen
die gearresteerd wordt, onmiddellijk moet weten waarvan hij beschuldigd wordt.

Hoewel er dus geen
formele inbeschuldigingstelling is, is het duidelijk waarom de heer Salama in
de gevangenis zit. Hij heeft het namelijk aangedurfd om zijn persoonlijke visie
en interpretatie van de Koran te geven op Twitter. Zo schreef hij o.m. dat
Mohammed zelf het heilige boek in vraag heeft gesteld en dat hij, de profeet,
zelfmoordgedachten normaal vond, omdat hij het ooit zelf overwogen heeft. De
tweets werden prompt gevolgd door anonieme reacties die opriepen om Salama te
arresteren en ter dood te veroordelen.

In 2012 blijft vrijheid
van meningsuiting een ver afgelegen gedachte voor het Saudische volk. Wie de
social media en andere moderne communicatiemiddelen gebruikt om zijn opinie te
ventileren, riskeert – letterlijk – zijn of haar hachje. De overheid houdt niet
van meningen die de hare niet zijn, politieke en religieuze leiders smoren
kritische stemmen. En ze gebruiken de onderdrukkende wet om hun punt te maken.

Landen als Saudi Arabië
en andere golfstaten hebben nog geen voeling met de 21ste eeuw. Meer nog: ze
hadden ook al geen voeling met de vorige eeuw, want hun visie blijft hangen bij
1500 jaar oude veronderstellingen en geloofsovertuigingen. Mensenrechten worden
er straal genegeerd, de oppositie monddood gemaakt. Gelukkig zijn er nog
organisaties als Human Rights Watch die schrijnende (on)rechtszaken als die van
Mohammed Salama onder de aandacht proberen te brengen.

Het is bittere noodzaak
dat internationale organisaties en overheden over de hele wereld druk blijven
zetten, beschuldigingen uiten en, waar mogelijk, sancties opleggen aan die
landen die systematisch weigeren vrije meningsuiting en andere fundamentele
mensenrechten te aanvaarden.