Charter voor positief supporteren
(Deze tekst heb ik spontaan ontworpen na het
Fukushima-incident op 19 augustus 2011, waarbij een aantal Beerschot-supporters
“Fukushima” riepen naar de toenmalige keeper van Lierse, Eiji Kawashima. Het
incident leidde tot een rechtszaak die lang aansleepte. Beerschot heeft zich
een maand na de feiten verontschuldigd bij de Japanse doelman en bij de Japanse
ambassadeur. Het voorstel van charter is helaas dode letter gebleven. Anders had Beerschot AC misschien een boete van 2.480 euro kunnen vermijden, omdat de supporters “Uw moeder is een h***” zongen naar scheidsrechter Gumienny tijdens de thuiswedstrijd tegen AA Gent…)
Met dit
charter willen we pleiten voor “positief supporteren” enerzijds en duidelijke
limieten stellen aan wat wenselijk en aanvaardbaar is in een voetbalstadion
anderzijds. In dit charter beperken we ons tot verbale uitlatingen van
supporters; ander gedrag wordt voldoende behandeld door de specifieke wetten
van het land in het algemeen en door de Voetbalwet in het bijzonder.
Algemeen
uitgangspunt: uitspraken van supporters moeten altijd bekeken worden in het
licht van de “vrijheid van meningsuiting”. Dit is de vrijheid van burgers en
verenigingen om hun overtuigingen kenbaar te maken, zonder voorafgaande controle
door de staat. De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Onder bepaalde
omstandigheden zijn belediging en smaad strafbaar.
WETTELIJK
KADER
De vrijheid
van meningsuiting is verankerd in artikel 10 van het Europees Verdrag van de
Rechten van de Mens (EVRM). De vrijheid mag enkel beperkt worden als: de
beperking voorzien is bij wet, de beperking in een democratische samenleving noodzakelijk
is in het belang van de nationale veiligheid, de territoriale integriteit, de openbare
veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de
bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede
naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke
mededelingen te voorkomen, om het gezag en de onpartijdigheid van de
rechterlijke macht te waarborgen.
Volgens het
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) omvat de vrijheid van
meningsuiting ook het recht om te beledigen. Uit het arrest van 24 februari
1997 in de zaak “De Haes and Gijsels vs. Belgium”: “(…) Freedom of expression
is applicable not only to ‘information’ or ‘ideas’ that are favourably received
or regarded as inoffensive or as a matter of indifference, but also to those
that offend, shock or disturb the State or any section of the community (…).”
De vrijheid
van meningsuiting is verankerd in artikel 19 van de Belgische Grondwet. Deze
bepaling wordt afgezwakt door een wijziging van artikel 150 van diezelfde Grondwet,
waarin persmisdrijven “die door racisme en xenofobie ingegeven zijn” voortaan door
een gewone rechtbank met beroepsrechters kunnen beoordeeld worden.
De zogeheten
“Voetbalwet” uit 2007 bepaalt dat sommige gedragingen van voetbalsupporters
aanleiding kunnen geven tot een administratieve boete en/of stadionverbod. Dit
geldt onder meer voor: het verstoren van het verloop van de wedstrijd door het
aanzetten tot slagen en verwondingen, haat of woede ten opzichte van één of
meer personen die zich in het stadion bevinden; het aanzetten tot slagen en
verwondingen, haat of woede ten opzichte van één of meer personen die zich in
de perimeter bevinden.
ORGANISATORISCH
KADER
Supporters
moeten een grote mate van vrijheid behouden om hun team aan te moedigen
enerzijds en om het andere team verbaal te destabiliseren anderzijds. Onder
“positief supporteren” verstaan we: aanmoedigingen die gericht zijn op het
eigen team, de eigen spelers, de eigen technische staf, het eigen bestuur en de
eigen supporters.
De spelers en
supporters van het andere team proberen te destabiliseren mag, op voorwaarde
dat de uitlatingen niet extreem beledigend zijn op het vlak van de persoonlijke
integriteit, inzonderheid qua huidskleur, etnische afkomst, sexuele geaardheid
en .
Hoewel de
vrijheid van meningsuiting in een zo groot mogelijke mate moet worden
gerespecteerd, zijn een aantal uitlatingen niet aanvaardbaar en kunnen ze
aanleiding geven tot het stilleggen of stopzetten van de wedstrijd, een
administratieve boete en/of stadionverbod. Dit geldt met name voor: racistische
uitspraken, inclusief de zogeheten “oerwoudgeluiden”, waarbij de supporters van
het ene team spelers, leden van de technische staf, bestuurders en/of
supporters van het andere team vanuit een door het eigen ras ingegeven
superioriteitsgevoel te beledigen; het aangrijpen van door nationale of
internationale overheden erkende rampen om spelers, leden van de technische
staf, bestuurders en/of supporters van het andere team te beledigen; het
aangrijpen van persoonlijke drama’s om een speler, een lid van de technische
staf, een bestuurder en/of een supporter van het andere team te beledigen;
Bij de
bestraffing van overtredingen pleiten we voor een alternatieve aanpak, naast de
eventuele financiële straf. Zo kunnen supporters verplicht worden om mee te
werken aan projecten in het kader van het maatschappelijke engagement van de
club, de zogeheten “community”-werking.
Naast de
sanctionering van overtredingen, zou er ook een beloning moeten zijn voor clubs
en supporters die “positief supporteren”. Zoals er quoteringen zijn voor de
prestaties van spelers, zouden er ook quoteringen moeten bestaan voor clubs en
supporters, best ook toegekend door erkende sportjournalisten. De club waarvan
de supporters zich op het eind van het seizoen het positiefst hebben gedragen,
moet daarvoor beloond worden, bijvoorbeeld door een deel van de tv-gelden
hiervoor beschikbaar te stellen.
TOELICHTING
“Racistische
uitspraken”: in België houdt dit doorgaans in dat blanke autochtonen zich
denigrerend, kwetsend en misplaatst superieur gedragen ten opzichte van
niet-blanken. Vallen hier niet onder: uitlatingen als “Les Wallons, c’est du
caca” en “Kosovo, Kosovo”. Beide kunnen weliswaar gecatalogeerd worden onder de
noemer “smakeloos” maar zijn niet racistisch. In het eerste geval gaat het over
een superioriteitsgevoel van de ene taalgroep ten opzichte van de andere, maar
is er geen sprake van belediging omwille van etnische afkomst. In het tweede
geval gaat het om het roepen van de naam van een autonome staat, die – hoewel
storend en destabiliserend voor personen die afkomstig zijn van andere staten –
niets te maken heeft met racisme.
“Erkende
rampen”: nationale of internationale gebeurtenissen die erkend zijn als “ramp”
en waarover de gemeenschap het eens is dat ze een grote impact hebben op het
leven in het land. Hieronder vallen bijvoorbeeld: de ingestorte tribune in
Enschede, de kernramp in Tsjernobyl, de aardbeving gevolgd door tsunami en
lekke kernreactor in Japan, de windhoos op Pukkelpop, enz.
“Persoonlijke
drama’s”: gebeurtenissen die een diepe negatieve impact hebben gehad op individuën
of groepen. Hieronder vallen bijvoorbeeld: het overlijden van het zoontje van
Dieumerci Mbokani, de aan terminale kanker lijdende echtgenote van Louis van
Gaal, de dood van medespeler Julien Bailleul, enz.
Andere
uitspraken als “X Y, uw moeder is een hoer”, “Z homo” en dergelijke zijn
smakeloos en ongewenst, maar vallen niet onder één van de vorige categorieën.
Clubs moeten worden aangemoedigd om dit soort uitlatingen te weren, maar ze
mogen geen aanleiding zijn tot het stilleggen of stopzetten van de wedstrijd.
In de meeste gevallen worden deze uitspraken trouwens niet als beledigend
ervaren door de personen aan wie ze gericht zijn en sorteren ze nauwelijks
effect.
U vermeld niets over ‘AWOERT’ roepen. Dit vind ik bijvoorbeeld absoluut niet kunnen op een voetbalveld. Dat ze daar eens iets aan doen!