So this is Christmas / And what have you done?
Tja, wat heb ik gedaan in de voorbije twaalf maanden? De afgelopen pakweg veertig jaar volgde dan een lange opsomming als antwoord op die pertinente vraag van John Lennon en Yoko Ono. Druk druk druk, er viel zoveel te beleven, té veel soms. We moesten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. En we deden dat dan ook, soms struikelend of verdrinkend, maar toch.
Niet nu, niet in het ongezegende jaar 2024. Ik heb één boek onder eigen naam laten verschijnen, ik heb twee (nog) niet-gepubliceerde boeken in opdracht geschreven, ik heb een manuscript geredigeerd, ik heb nog een handvol artikels geschreven voor een krant, ik heb een tiental lezingen gegeven en dat was het zowat voor mijn (semi-)professionele bezigheden. Ik heb mijn vijfenzestigste verjaardag gevierd – sinds 1 februari ben ik officieel met pensioen –, maar ik was nog lang niet van plan om voortaan te ‘genieten’ van het leven, omdat – in mijn optiek – genieten een dagelijks werkwoord behoort te zijn, niet iets voor wanneer je professioneel uitgerangeerd bent.
En toen… werd mijn vrouw ziek. Héél ziek. Doodziek. Sindsdien ben ik naast echtgenoot ook chauffeur-mantelzorger-poetsman-kok-(huis-, tuin- en keuken-)psycholoog. Genieten werd plots een vloek. Pensioen werd een vreemde combinatie van a) gelukkig toeval (door mijn permanente beschikbaarheid) en b) ongelukkig zijn (door haar ziekte). Waardoor ik ook amper kon genieten van de publicatie van mijn boek, wat normaal toch een uitermate prettige gebeurtenis is, ook al blijkt het aantal kopers en lezers achteraf meestal lelijk tegen te vallen.
U hoeft mij niet te bewonderen.
U hoeft ook geen medelijden te hebben.
Het is wat het is.
Dikke miserie.
***
Leve onze sociale zekerheid, schreeuw ik nu van de daken. Sommige privé-behandelingen kosten zakken vol pensioengeld, dat wel, maar voor geconventioneerde onderzoeken en medicatie betaal je daarentegen een habbekrats. Echt. Het is fantastisch dat dit kan in ons land, dat medische behandelingen toegankelijk zijn voor nagenoeg iedereen, dat je je huis niet moet verkopen om medicijnen in, nou ja, datzelfde huis te kunnen halen dat intussen verkocht is. De sociale zekerheid is ons resterend stukje algemeen fatsoen, het werkelijk waarmaken van de belofte dat iedereen mee moet kunnen, en dan nog is ze onvolmaakt. Maar we moeten ze koesteren, bewaken, met hand en tand verdedigen tegen de budgettaire scherpslijpers, de egoïsten en de Musketiers van deze wereld. En we moeten ook immens dankbaar zijn voor de zorgverleners, van de dagelijkse huisverplegers tot de palliatieve begeleiders, die ongetwijfeld te weinig verdienen voor wat ze doen en die daarvoor ook nog eens te weinig (of te zelden) maatschappelijk erkend worden. Populistische bedenking: neem gerust een hap uit de al te rijkelijke beloning van ceo’s van overheidsbedrijven en gebruik die om wie actief is in de zorgsector correcter te vergoeden. Loon naar werken, daar waren we toch voor? Wel, als dat werk écht onmisbaar is, past daar een serieuze vergoeding bij.
Over onvolmaakt gesproken: pas wanneer iemand die dicht bij jou staat rolstoelgebonden wordt, besef je hoe onze infrastructuur niet aangepast is aan deze nochtans niet zo kleine groep mensen. Een rolstoel is een maatschappelijke handicap bovenop de fysieke. Gebouwen zijn niet voorzien op rolstoelgebruikers. Wat ben je met gehandicaptenparkings wanneer die mensen vervolgens de ongelijke betegeling van trottoirs moeten overleven, onaangepaste drempels moeten overwinnen, bijna nergens in openbare gebouwen en cultuurhuizen voldoende comfort kan geboden worden? Alleen al in de gemeente waar wij wonen moeten we bij de huisarts en de apotheek letterlijk een trapje op om binnen te geraken. Zonder hulp lukt dat niet. Met hulp nauwelijks, omdat de patiënt bij elke onverhoedse beweging pijn heeft. Hoe kán dit? Wie heeft die infrastructuur bedacht en waarom werd die daarvoor niet aangepakt?
De bewuste en onbewuste stigmatisering van wie het fysiek of psychisch moeilijk heeft, staat haaks op dat systeem van sociale zekerheid dat ik twee paragrafen eerder roemde. Inclusie geldt blijkbaar niet voor wie ziek is, voor wie moeilijk te been is, voor wie helemaal niet méér te been is. Uitgesloten. Rode kaart. Ga terug naar huis, u ontvangt geen startgeld. Bizar.
***
Bizarre samenleving, die anno 2024 mensen met een tijdelijke of definitieve beperking nog altijd als tweederangsburgers behandelt.
Bizarre samenleving, waarin een beleefde conducteur die op Vlaams grondgebied ‘Goeiemorgen, bonjour’ zegt hiervoor door een zure passagier met een klacht wordt bedacht. De taalwetten toepassen staat voor sommigen boven elementaire beleefdheid.
Bizarre samenleving, waarin een op de vier kiezers de voorkeur geeft aan een partij die openlijk mensen uitsluit vanwege hun afkomst, religie of huidskleur. ‘Eigen volk eerst’ klinkt steeds luider, alleszins een pak luider dan Alle Menschen werden Brüder.
Bizarre samenleving, waarin lieden die voorheen als vooraanstaande intellectuelen werden gezien steeds meer de populistische toer op gaan, in de hoop zo virtuele duimpjes te kunnen verzamelen. Lieden als ‘bozige barones’ Mia Doornaert, ‘eng mannetje’ Rik Torfs en ‘zionistenpijper’ Maarten Boudry – laten we toch maar namen noemen en passende adjectieven gebruiken – zijn mee in de fuik van het rechts extremisme beland, een intellectuele neergang die zo te merken niet te stuiten valt, waarbij ze gretig de retoriek van de macht overnemen: naar boven likken, naar beneden trappen. (En wie helemaal bovenaan de piramide staat, likt naar een denkbeeldig opperwezen.)
Bizarre samenleving, waarin columnisten en andere meningenspuiers medemensen openlijk mogen beledigen. (Ja, ik zal het er zelf maar aan toevoegen, anders denkt u nog dat ik Brusselmans viseer.)
Bizarre samenleving, waarin de media een podium bieden aan luide roepers en onbereikbaar zijn geworden voor bezadigde stemmen. Waar Theo Francken na elke domme tweet studiogast is en slimme mensen daarnaar mogen kijken.
Bizarre samenleving, waarin je bij de minste kritiek op Israël van antisemitisme wordt beticht.
Bizarre samenleving, waarin de hoogdringendheid van het vormen van een federale regering eerder tot jolijt dan tot onvrede leidt.
Bizarre samenleving, waarin zonder dat de rechterlijke macht wordt geconsulteerd en zonder medische hoogdringendheid (denk aan de coronacrisis) avondklokken worden ingesteld en huisarresten opgelegd aan jongelui die misschien vervelend zouden kunnen doen.
Bizarre samenleving, waarin rond deze tijd van het jaar Kerstmis is dien dag dat ze niet schieten van wijlen Wannes Van de Velde op alle continenten in een aantal landen zou kunnen weerklinken.
***
A very Merry Christmas / and a happy New Year / Let’s hope it’s a good one / Without any fear.
John Lennon zat duidelijk in wereldverbeteraarsmodus toen hij najaar 1971 Happy Xmas (War is over) schreef, zo kort na het al even idealistische en intens mooie Imagine. ‘War is over’, hoe naïef kan je zijn?
Bizarre samenleving, waarin naïef idealisme als veel negatiever wordt beschouwd dan opportunisme, egoïsme en – laten we Trump, Musk & co dan alsnog maar even vermelden in deze blogpost – ongeneeslijk narcisme.
And so this is Christmas / I hope you have fun / The near and the dear one / The old and the young.