Nog de hele maand maart loopt de jaarlijkse Black History Month, een initiatief dat in 1976 in de Verenigde Staten ontstaan is om sleutelfiguren en belangrijke gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Afrikaanse diaspora te herdenken, en tegelijkertijd een kritische kijk te geven op de stand van zaken qua racisme en discriminatie tegenover zwarte mensen wereldwijd. Bij ons zijn we intussen toe aan de vijfde editie.
Het is geen toeval dat het boek dat Paul Beloy en ikzelf hebben geschreven, We have a dream! Racisme vroeger en nu, op 21 maart in de handel zal liggen. Dan is het de Internationale Dag tegen Racisme. Die datum valt ook perfect binnen Black History Month, want het blijft een noodzaak om te wijzen op structurele en systemische achteruitstelling van mensen met een andere huidskleur dan die van de doorsnee witte West-Europeaan. Racisme is, jammer genoeg, levendiger dan ooit, discriminatie dus ook.
De smerige oorlog die de narcistische egotripper uit het Kremlin zo’n tien dagen geleden heeft ingezet om te proberen Oekraïne weer aansluiting te doen vinden bij wijlen het grote Russische imperium laat de West-Europese mens zien in al zijn solidaire glorie bij het opvangen van oorlogsvluchtelingen. Zelfs onze eigen staatssecretaris voor Asiel en Migratie, doorgaans zeer terughoudend om vluchtelingen te verwelkomen in dit land, kon niet snel genoeg zijn om uitzonderingsmaatregelen te treffen. #plekvrij ging als hashtag een eigen leven leiden, duizenden Belgen willen Oekraïners opvangen. Mooi. Zo hoort het ook, al zou de staat zelf natuurlijk nog veel meer moeten doen, in plaats van de opvang over te laten aan individuele burgers. Je zou haast gaan denken dat de meeste mensen deugen.
Tegenover die diepmenselijke gestes staat de onredelijkheid waarmee niet-Europese vluchtelingen behandeld worden. Ook nu, tijdens deze oorlog. Niet alle beelden die komen overwaaien uit Oekraïne zullen honderd procent accuraat zijn, maar het lijdt geen twijfel dat er heel veel zwarte inwoners van Oekraïne niet zo makkelijk vervoer vinden richting staatsgrens en dat ze ook niet zo makkelijk die grens over geraken. Zo erg deugen de mensen nu ook weer niet, dat ze mensen in nood die er uiterlijk níet uitzien zoals wij, ter wille zijn. Dan blijft de grens opeens gesloten. “Ja, maar, de oorlog…” is geen excuus. Die mensen van Afrikaanse origine proberen óók het geweld te ontvluchten, hun nood is even hoog, hun recht om te (over)leven evenveel waard.
Laten we het maar benoemen zoals het is: deze verschillende aanpak is racistisch en discriminatoir. Wie eruitziet zoals wij, staat boven diegenen die een donkere huidtint hebben. Hoe kan je dat anders interpreteren? Hoe moeten mensen-van-kleur in nood — van licht- tot donkerbruin — dat interpreteren? Hoe kan je die aanpak, als democratisch politicus, verantwoorden? Eerst applaus oogsten vanwege de zeer terechte solidariteit met het Oekraïense volk, prima, maar sta me toch toe even hardop awoert te roepen voor de inconsequentie, die je — hoe je het ook draait of keert — alleen maar kan vertalen als: Afrikanen zijn minder waard, zwarte burgers zijn minder waard, zwarte vluchtelingen moeten hun plan maar trekken (omdat ze minder waard zijn). Hetzelfde gold recent nog voor Soedanezen, Syriërs, Afghanen, enzovoort.
Een interview met Sammy Mahdi gisteren in Het Laatste Nieuws sterkt me trouwens in mijn overtuiging. De staatssecretaris zei daarin letterlijk dat het logisch is dat we andere Europeanen eerder zullen helpen dan niet-Europeanen. Een buur gaan we sneller bijstand verlenen dan iemand die vijf straten verderop woont, voerde hij aan, want — en nu komt het — ‘dat zit in onze natuur’. Onze natuur is dus… racistisch? Dat vraaggesprek met een getergde politicus was overigens een perfect voorbeeld van adding insult to injury.
Black History Month is een heel mooi initiatief, maar een Black Present Month zou evenzeer op zijn plaats zijn. Al was het maar om duidelijk te maken dat racisme en discriminatie springlevend zijn. Het gebeurt nú, niet alleen in een ver of nabij verleden. George Floyd was geen uitzondering, zijn gewelddadige dood behoort tot de regel en die luidt nog altijd: voor wie wit is en het voor het zeggen heeft, is black niet zo beautiful. En voor de aanhangers van die bevooroordeelden vormt dat een excuus om racistische dingen te zeggen of te doen, gesteund als ze zich weten door hun leiders.
Er is de voorbije week een unieke kans gemist om álle mensen gelijkwaardig te achten, om geen onderscheid te maken tussen mensen die op de vlucht zijn voor een vuile oorlog, om fouten uit het verleden recht te trekken en het anders aan te pakken. Ik wens alle mensen van kleur die Black History Month vieren heel veel leergierigheid, een groeiend historisch besef van hun situatie vroeger en nu, en toch ook plezier. Maar ik wens hen ook heel veel sterkte. Het zal, helaas, nodig blijven. Blijkbaar zit het in onze (witte) natuur om te discrimineren. Waarvan akte. #plekvrij is een tijdelijk fenomeen. Als het over vluchtende burgers met een ander kleurtje, een andere religieuze voorkeur of afkomstig van een ander continent gaat, geldt #zoekhetzelfmaaruit.
blackhistorymonth.be
wehaveadream.one