Er is een kindje gestorven in een crèche. Vermoedelijk iets te hard door elkaar geschud door de vader van de vrouw die ’t Sloeberhuisje, zo heette de crèche, runde. De vrouw is er het hart van in. ’t Zal wel zijn, nog minder empathie vertonen zou strafbaar zijn, maar blijkbaar stond die crèche al een poos op een zwarte lijst, helaas alleen in potlood. Er waren al incidenten geweest in het verleden, de noodzakelijke ingreep (sluiten die boel!) bleef uit. In de hogere echelons duiken de verantwoordelijken onder tafel, daar zijn ze intussen bedreven in.
Er komen steeds meer klachten van familieleden van bewoners van woonzorgcentra. Neen, niet in de categorie sjofele onderkomens, maar juist in de (veel) duurdere wzc’s, plekken die alleen de happy few zich kunnen permitteren. En net daar was er te weinig personeel, onderbetaald dan nog, zodat er nauwelijks omgekeken werd naar de hulpbehoevende senioren. Wellicht ingefluisterd door good old winstbejag: het profijt van de eigenaars en aandeelhouders gaat boven alles. Die hyperkapitalistische logica is nóg hardnekkiger dan de wil van Poetin om stukje bij beetje de oude Sovjet-Unie herop te bouwen.
Er wordt al maanden gebakkeleid over de kernuitstap. Wat zeg ik, járen. Het principe stond al in het regeerakkoord van 1999, de regering-Verhofstadt I met blauwen, roden en groenen, en werd in juridische stenen gebeiteld op 31 januari 2003, met de toenmalige wet op de kernuitstap. Alleen… die wet werd nooit uitgevoerd en dus bleef het gepruttel over kerncentrales voortduren, eerst in de marge, sinds kort openlijk en met alle mogelijke middelen, desinformatie op kop. Je kunt voor of tegen kernenergie zijn, maar je kunt als democraat niet tegen de uitvoering van wetten zijn. Hooguit kan je die binnen een nieuw democratisch bestel — een andere regering, samengesteld uit andere partijen — laten aanpassen of schrappen. En zo krijg je een situatie waarbij de partij die de grootste voorstander is van kerncentrales, N-VA, nu in staat is om op regionaal niveau federale beslissingen te blokkeren. Denk aan het niet verlenen van een vergunning voor de gascentrale in Vilvoorde. Daar kunnen gegronde redenen voor zijn — te veel ammoniakuitstoot, bijvoorbeeld —, maar net zo goed gaat het om platte demagogie en een nauwelijks verholen agenda om het centrale niveau te dwarsbomen.
Drie voorbeelden die voor mij aantonen dat we niet in de neoliberale val mogen trappen en de overheid steeds verder uitkleden, maar dat we juist het tegendeel moeten doen. De overheid moet méér interveniëren, meer aanwezig zijn, strenger controleren en optreden. Als je alles aan de markt overlaat, ook de gevoelige menselijke kwesties, krijg je de situaties waarin we nu verzeild zijn geraakt. Wat doe je tegen crèches waar peuters mishandeld worden, als je als overheid een stap hebt teruggezet? Wat doe je tegen de winstobsessie in een sector, de woonzorgcentra, die per definitie nóóit op winst belust zou mogen zijn, omdat de kwaliteit van de verzorging oneindig veel belangrijker is dan de zwarte cijfertjes in de boekhouding. Hoe kan je eendrachtig besluiten nemen, als regionale besturen in staat zijn om de federale overheid te dwarsbomen in een materie die hoe dan ook het hele land beslaat, niet Vlaanderen, Wallonië, het Brussels of het Duits Gewest apart. Energiebevoorrading gaat over alle inwoners van dit land. Dan is het absurd dat de Vlaamse Regering in staat is om het vergunningenbeleid in een bepaalde richting te sturen. Het is zelfs nog erger dan dat: energie is, net als bijvoorbeeld klimaat, een grensoverschrijdende zaak. In plaats van dit naar het kleinere bestuursniveau terug te brengen, had dit hogerop getild moeten worden. Europa.
We hebben de overheid niet voor alles in ons leven nodig, maar we hebben ze wel meer nodig dan vandaag in de praktijk kan. Dat heeft de pandemie de voorbije twee jaar nog eens extra benadrukt. Een flink deel van de kakofonie had ons bespaard kunnen gebleven zijn, mochten beslissingen over volksgezondheid louter federaal genomen zijn, met regionale uitvoering. Eigenlijk nóg beter, maar politiek compleet onhaalbaar: de gezondheidscrisis had Europees aangepakt moeten worden. Dingen die ons allemaal aanbelangen — defensie, klimaat, volksgezondheid, zorg — horen niet thuis aan deze of gene zijde van de taalgrens, ze moeten in ‘Brussel’ blijven. Brussel, zoals in federale Belgische overheid, of Brussel, zoals in Europese Unie.
En terwijl ik dit intik, wordt er alweer volop geijverd om nog meer bevoegdheden weg te halen bij de federale overheid. Omdat het federale niveau zogezegd niet werkt. Uiteraard loopt het niet goed genoeg, maar als je federale ministers als het ware verplicht om geblinddoekt en met gebonden handen en voeten een weg te zoeken, dan blijven ze inderdaad ter plaatse trappelen. Dan wordt de splitsing van het land een selffulfilling prophecy, want onvermijdelijk. Zo pervers is het wel.