Gouverner, c’est prévoir, ik herhaal het hier nog maar eens. Als je als verantwoordelijke politicus — bestaat die diersoort nog in onze contreien? — weet dat er een belangrijke klimaattop zit aan te komen, dan bereid je je daarop voor. Dat geldt a fortiori voor kleinere landen en voor regio’s die ook iets te zeggen willen hebben binnen die zakdoekgrote naties. Het is een vorm van hoffelijkheid gecombineerd met een scheutje bescheidenheid en een snuifje verantwoordelijkheidsgevoel. Niets van dat alles was deze week te merken binnen de Vlaamse Regering, die — terwijl ze in Glasgow al volop op internationaal niveau aan het onderhandelen waren — een hele week zoet is geweest met discussiëren over een eigen klimaatplan, dat er dus al minstens een week had moeten liggen. Ze deden dat, blijkbaar, op afstand, genieten van een korte herfstvakantie was belangrijker dan een plan dat er zonder corona al vorig jaar had moeten liggen. Ach, voor dat klimaat ga je toch niet rond de tafel zitten, laat anderen dat maar oplossen en nog meer van dat soort après nous le déluge-gedachten!

‘Realistisch en ambitieus’ noemde de minister-president de uiteindelijke compromistekst die als klimaatplan een eigen leven zal moeten leven. Slimme lieden die al veel langer de klimaatproblematiek bestuderen, wijzen net op het gebrek aan ambitie. (Veel) te weinig, (veel) te laat. Maar dat zal vooral de N-VA niet deren. Spreekt een mandataris van die partij het adjectief ‘realistisch’ uit, dan is dat een hondenfluitje naar de eigen achterban: ‘Vrienden, vreest niet, er zal niets veranderen, de rijkere middenklasse zal niet inboeten.’ De slogan ‘De kracht van verandering’ werd al een jaar of zeven geleden ingeruild voor ‘De kracht van het status quo’. Op maat van wie het goed heeft. Ook de Boerenbond juicht, dank daarvoor, landbouwminister Crevits.

Schaamteloos zijn ze, de rentmeesters die Vlaanderen proberen te bestieren en die naar buiten uit de indruk willen wekken dat dit de meest geavanceerde regio is van dit land en wijde omgeving. Niets is minder waar. Vlaanderen staat stil. De Vlaamse Regering staat stil. Vergeleken met de slakkengang van de Vlaamse bestuurders is de processie van Echternach een 100 meter-race met Usain Bolt in zijn beste jaren. Ik heb niets met deze dames en heren, behalve dat ik op een of andere manier toch plaatsvervangende schaamte voel door zoveel manifeste onbekwaamheid, uitzichtloos opportunisme en heel veel kwade wil. Dit is regeren in oppositiemodus, met de handrem op, wachtend op een seintje uit de partijhoofdkwartieren. De Vlaamse ministers hebben voor mij geen greintje geloofwaardigheid meer.

Dit moet zonder enige twijfel de slechtste Vlaamse Regering ooit zijn. Cultuurbeleid bestaat niet, er is zelfs geen aparte minister meer voor, terwijl cultuur nu net wel een schoolvoorbeeld is van taalgebonden gemeenschapsmaterie. Echt iets waarop de regio’s zich kunnen en mogen profileren. Leve ónze cultuur! Neen, de realiteit is dat de vroegere N-VA-ideoloog achter de schermen een Vlaams-nationalistische wraakactie tegen de ‘linkse subsidieslurpers’ mag coördineren. Meer is dit niet. De anderen kijken toe. De minister van Onderwijs wil de flinkste jongen van de klas zijn, hij stak zijn hand als eerste op bij de recente besparingsoperatie: de scholen blijven open (ook al is het zonder leerkrachten), de portemonnee blijft toe, niet zonder er eerst honderd miljoen euro uit te hebben laten verdwijnen. Ook de aanpak van de coronacrisis was aanvankelijk een drama. Wie nu op de borst klopt dat de vaccinatiegraad in Vlaanderen zo hoog is, zou heel bescheiden in een kamertje moeten blijven zitten en nooit nog een succesje claimen, daarvoor zijn er anderhalf jaar geleden te veel nodeloze slachtoffers gevallen.

Vlaams Belang wil een onafhankelijk Vlaanderen, N-VA wil dat ook, zij het via de omweg van het confederalisme, CD&V speelt dat nationalistisch spelletje grotendeels mee, Open VLD is een aanhangsel: blij om erbij te zijn, vrezend dat ze er in de volgende bocht worden afgereden. Als je met deze generatie politici naar een onafhankelijkheidsstatus moet, wordt dat zonder meer een debacle. Het federale land België valt steeds moeilijker te besturen, dat klopt, maar van de regio’s zal de oplossing niet komen. Onbekwaam personeel zorgt voor fout beleid.

Tot slot nog één ding over klimaatbeleid. Dat is een materie die de regio’s ver overstijgt. Dit moet Europees worden aangepakt. En wanneer België als land toch iets in de pap te brokken wil hebben, moet dat federaal worden geregeld. Grensoverschrijdende bevoegdheden behoeven geen regionale ministers. Het is een aanfluiting dat de Vlaamse Regering hierover zolang heeft gepalaverd. Klimaatbeleid moet federaal gevoerd worden, regionale milieuministers hebben geen zin op dit domein, het enige wat Vlaanderen nog zou mogen resten is uitvoerende ambtenarij. Hetzelfde geldt voor volksgezondheid.

Wat ze zelf móeten doen, doen ze tegen hun goesting. De slogan ‘Wat we zelf doen, doen we beter’ geldt niet voor deze Vlaamse Regering. Die is al een tijdje verbasterd tot ‘Wat we zelf niet doen, doen we zeker niet beter’. Op het o zo belangrijke vlak van klimaat mag dat van mij gerust ‘Wat we zelf niet mogen doen, zal een ander wel beter doen’ worden.