De jacht op de langdurig zieken is geopend. Zij zullen strenger worden aangepakt, zo vernamen we deze week. ’t Zal gaan tijd worden, riepen VBO, Voka en Unizo quasi unisono. De helft van de langdurig zieken is fake omdat er totaal geen controle is, tweette ‘ondernemer-Vlaming-Europeaan’ Rudi De Kerpel, de buikspreekpop van de N-VA, altijd in voor een kort-door-de-bochtse opmerking. Ik ken een paar mensen die langdurig ziek zijn, ik kan u verzekeren dat ze wél gecontroleerd worden, zeer indringend zelfs, op het randje af van het beledigende. Stijl: hoe kan het dat u nog altijd ziek bent, meneer/mevrouw? Niet de ziekte is fake, maar de opmerking van de ‘ondernemer-Vlaming-Europeaan’.
Wat ik wel prima vind — maar VBO, Voka, Unizo en Rudi De Kerpel dan weer net iets minder —, is dat werkgevers nu ook kunnen worden gesanctioneerd als er te veel langdurig zieken zijn binnen het bedrijf. Want, ja, er zijn inderdaad profiteurs: een kleine minderheid, schat ik, mensen leveren echt niet voor het plezier van niet meer te hoeven gaan werken een flink deel van hun salaris in om een leven als paria te leven, zonder al te veel sociale contacten. Als meneer De Kerpel zo iemand kent, à la bonne heure, dat hij die kwaadwillige valsspeler maar aangeeft, ik zal hem zelfs steunen. Maar het grootste probleem met burn-outs ligt ‘m in de werkomgeving of -organisatie.
Ik heb op een redactie rondgelopen waar de ene na de andere medewerker van een bepaald departement afhaakte en maandenlang thuisbleef, helemaal opgebrand, leeg, niet meer in staat om de eenvoudigste klusjes te doen. Slachtoffer van de werkdruk, steeds veranderende opdrachten en een leidinggevende die geen verstand had van people management. Als je de leden van je ploeg alleen maar als getallen ziet — body counts in het jargon, ook wel FTE’s —, dan mag je nooit in die positie belanden, want dan ben je onbekwaam om met mensen om te gaan. Ambetant als collega, tot daaraan toe, maar vooral: onmogelijk als baas. Zo iemand is doorgaans ook zeer goed in wat, eveneens in het jargon, likken naar boven en stampen naar beneden wordt genoemd: alles doen om je eigen baas te plezieren, problemen op de dienst en je eigen slechte functioneren afwentelen op je medewerkers. Zo gemakkelijk, zo zielig, en toch kom je dit op heel veel werkplekken tegen.
Behalve bij een aanwijsbaar fysiek probleem heeft langdurige ziekte meestal te maken met onduidelijke of onhaalbare opdrachten, een inadequate werkorganisatie, een opeenvolging van drastische herstructureringen of reorganisaties binnen het bedrijf, een verziekte bedrijfscultuur, of een ronduit onbekwame baas, en niet zelden een combinatie van een drietal factoren. Toen ik in 2015 mijn boek Als het werk stopt schreef, over de problematiek van werkzoekende 50-plussers, was het redelijk nieuwe buzzword ‘werkbaar werk’. Ettelijke vergaderingen en werkgroepen later is er nog altijd geen werk van gemaakt. Het excuus is dat men het maar niet eens raakt over wat ‘zware beroepen’ zijn. De vakbonden willen een te lange lijst, de werkgevers een te korte, de minister van Werk kan geen knopen doorhakken. En ja, zowel vakbonden als werkgeversorganisaties zijn te verstard, te conservatief, te veel gericht op het status quo, dat voor beide anders is.
Er zullen inderdaad zwaardere beroepen dan andere zijn. Iedereen kan voor de vuist weg zelf een lijstje opstellen, waarbij de nadruk op het fysieke zal liggen. Veel ingrijpender dan de lastigheid van het werk lijken me de concrete omstandigheden. In een prettige werksfeer zullen mensen liever gaan werken en minder snel ziek worden. Dat psychische aspect — je gewaardeerd en gerespecteerd voelen, een correcte verloning ontvangen, kansen zien en krijgen om door te groeien, een omgeving waar rekening wordt gehouden met de werkdruk en het privéleven — is minstens even belangrijk, maar dat zal de De Kerpels van deze wereld saucisson wezen. Waarmee ik niet wil beweren dat álle hiërarchische oversten niet deugen, maar procentueel zal het aantal onbekwame leidinggevenden dichter tegen de vijftig procent aanleunen dan het aantal denkbeeldige zieken die profiteren van de sociale zekerheid.
Het groeiend aantal langdurig zieken is een gevolg, niet de oorzaak van de problemen op de arbeidsmarkt. De burn-outs vloeien voort uit een te kort schietende bedrijfscultuur, ze liggen niet aan de basis ervan. En zelfs als er mensen zijn die te lang en te graag thuisblijven, dan nog moeten we dit zien als het resultaat van een (werk)omgeving die dit soort gedrag veroorzaakt. In deze discussie worden oorzaak en gevolg al te vaak omgekeerd.
Ik wens mensen die een promotie of een overstap aankondigen altijd veel succes én veel werkvreugde, want daar begint het mee: plezier hebben in je werk. Veel te veel actoren wensen alleen maar dat succes, vrij te vertalen als: meer geld, meer aanzien, meer mogelijkheden om nog verder door te groeien. Meer, meer, meer. Dat leidt weleens tot werkverdriet. We zijn als samenleving te weinig bezig met en geïnteresseerd in het échte welzijn van de werkende mens. Plus est en nous, als het op (mede)menselijkheid aankomt.