Sicilië. Bekend om zijn lokale maffia. En voor De Morgen-lezers nu ook om zijn maffe inwijkeling. Roose is de naam, Philip Roose. ‘Zakenman en opiniemaker’ lees ik. Wijnbouwer in de schaduw van de Etna. En ondanks zijn motto — ‘Tutto andrà bene’, alles komt goed —stevig verontruste belgo-Italiaan. Wordt in de krant opgevoerd als de man die begin februari al aan de corona-alarmbel trok, in tempore non contaminato, terwijl een eenvoudige zoektocht doorheen zijn rijk gevulde Twittergeschiedenis leert dat de man op dat schier zorgeloze ogenblik openlijk lachte met mensen die een mondmasker droegen. “Ik was deze week in Oslo. Zes vluchten genomen, drie luchthavens en ik was verkouden en zware hoest. Elke keer ik hoestte, kregen die met het maskertje een hartaanval. Een beetje hilarisch, vond ik.” Iemand wees hem op de harteloosheid van zijn tweet en vroeg of hij al eens had gedacht aan mensen met een gecompromitteerd immuunsysteem. Prompte reactie: “Nee, zeker niet als het silly Italianen zijn met een mondmaskertje dat men in de Brico koopt tegen het stof bij doe-het-zelf-werken. Hilarisch.” Toen diezelfde persoon hem eind februari— Noord-Italië was al volop in de ban van de corona-crisis — vroeg of hij nog altijd hoestte in de richting van mensen met een mondmasker, hield hij het kort: “Ja.”

Deze Philip Roose, waarde lezer, is nu de heldhaftige waarnemer die ons begin februari waarschuwde voor wat komen ging. Hoestend en proestend, ongetwijfeld. Ik heb de man al een poos geleden geblockt, vanwege zijn ranzige opmerkingen over mensen in nood. Na de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 wilden mensen die ik wel persoonlijk kan appreciëren graag op de foto met hem, tijdens het drinken van een espresso in een Belgisch café. Ik dacht: ik geef hem een nieuwe kans, misschien ben ik te abrupt geweest. Zwak momentje. Nou, dat duurde niet lang: bij een volgende vileine tweet koos ik opnieuw voor de Twittervariant van opsluiten in een diepe kerker en de sleutel wegsmijten. Ik hoef echt niet te weten wat elke aap met een hoed op denkt over van alles en nog wat.

Signore Roose noemt zichzelf opiniemaker. Coauteur van een naar het schijnt leesbaar boek over ‘zijn’ Italië, Bella figura. Schrijft “essay’s” op doorbraak.be, beweert hij zelf, maar heeft klaarblijkelijk moeite met het meervoud van ‘essay’. Iemand repliceerde: “Op Doorbraak schrijven ze het meestal als SS.” De koffie spoot uit mijn neusgaten. In zijn studententijd bezocht signore Roose al eens een bruin etablissement in het gezelschap van Theo F en Sander L. Kan je niemand kwalijk nemen, maar wat is de meerwaarde van iemand die op het licht getroffen Sicilië de coronacrisis overschouwt, terwijl er landgenoten wonen in het zwaar geteisterde noorden? Benjamin Royaards, die in Bergamo resideert, schreef vandaag nog een beklijvend opiniestuk in De Standaard. Een Siciliaanse wijnboer commentaar laten geven op de dramatische toestand in Lombardije én België, is alsof je een Limburgse varkenshouder zou vragen om commentaar te geven op een uitbraak van varkenspest in West-Vlaanderen. “Ja, het is wreed en wat het ergste is: ik heb daarvoor al gewaarschuwd, hé!”

Goed, ik maakte me een beetje boos op Twitter — soms is het sterker dan mezelf —, waarop Joël De Ceulaer, interviewer met dienst, schreef dat ik het artikel dan wel mocht overslaan. Toen hij het ding postte, tagde hij mij, het sociale media-equivalent van brandmerken. “Leestip voor iedereen, behalve @FrankVanLaeken”, met een ietwat dubbelzinnige knipoog erachter. Dat leverde bij benadering een triljoen reacties op: ik kan er 999 biljoen naast zitten, maar het waren er verdorie veel. Ach, die goede Joël: een van onze betere pennen, doorgaans goed voorbereide interviewer, best wel aimabel in de reële omgang, maar ook iemand voor wie het woord ‘collega’ klinkt als een luide vloek tijdens een sacraal moment in de zondagsmis. Einzelgänger tot in de kist, wat overigens geen verwijt is. Ik herken dat. Maar hij is ook een zalm die met de stroom mee begint te zwemmen, omdat de anderen nu eenmaal de andere richting uitgaan. Wie contrair wil doen om contrair te zijn, is eigenlijk meegaand.

En ja, ik heb het stuk dus wél gelezen. Mijn ogen! Roose mag zonder veel weerwoord brandhout maken van het Belgische beleid. Blijkt ie niet alleen vinoloog, italoloog en viroloog te zijn, maar ook politicoloog. Van alle mercati thuis! Getuige daarvan vragen als “Zou Bart De Wever een goede premier zijn geweest?”, “Zou N-VA vandaag de prijs niet betalen voor de val van de regering-Michel na de Marrakech-crisis?” en, godbetert, “Hebt u nog advies voor Vlaanderen?” Hij is dus ook nog eens psycholoog en socioloog. Te veel -ologen onder één hersenpan, dat is nooit gezond.

Iedereen deskundoloog.

In de bubbel die Twitter is, is dat een vaststelling die je dagelijks kan maken. Maar ook daarbuiten is het een pest. Wie ietwat renommée heeft opgebouwd, zeg maar: een halfbekende Vlaming, en iets lelijks uitkraamt, schuift ’s avonds aan op televisie. In pre-coronatijden gold: hoe meer virtuele decibels je produceerde, hoe groter de kans dat je dat in primetime mocht herhalen voor heel Vlaanderen. Ik maak me weinig illusies: dat zal in post-coronatijden terugkeren. Iedereen heeft recht op een mening, maar moeten media megafoons aanreiken? Is het niet de taak van een redactie om luidruchtig kaf van interessant koren te scheiden? Waar komt die hardnekkige obsessie voor tafelspringers vandaan?

Net wanneer het positiefste aspect van de hele coronacrisis, het feit dat er tegenwoordig vooral échte experten worden uitgenodigd in radio- en tv-studio’s, mij tot enige wulpse vrolijkheid noopte, krijg je dit. Zalm voor Don Corleone!