Mijn levens. Het was zomaar een ingeving op een rustig moment tijdens een vakantie in Portugal. We waren redelijk dringend op zoek naar een titel voor de memoires van Louis de Vries, de autobiografie die ik mocht schrijven en die dus niet echt een autobiografie in stricto sensu is geworden. Op het contract met de uitgeverij stond als werktitel ‘Mijn leven. De memoires van Louis de Vries’, maar dat vond ik te oubollig klinken.

***

“Mijn oom was bloednerveus, speelde allesbehalve perfect die avond, maar kreeg achteraf toch complimenten van die andere Louis. ‘Jij bent Louis de Eerste, niet ik,’ zei die. Volgens mijn vader zag Armstrong bijna wit van bewondering die avond. Vanaf dan was ooms bijnaam ‘de blanke Armstrong’.” — uit Mijn levens, over zijn voorgeschiedenis en zijn vader (Jack) en oom (Louis) die bekende vooroorlogse jazzmuzikanten waren

***

Ik dacht aan iets wat het hoofdpersonage van het boek typeerde en kwam uit bij ‘De man die altijd op de eerste rij stond’. Omdat dat zo was én is: eerste muziekcafé die naam waardig (Pannenhuis), eerste manager van beatgroepen (o.m. The Pebbles), eerste festivalorganisator (Folk & Blues Festival in Deurne, rockdag op Jazz Bilzen, 1st International Pop Event, ook in Deurne), eerste moderne manager in het voetbal (Antwerp), eerste voetbalmakelaar op professionele basis (Marc Degryse, Cisse Severeyns, Nico Claesen, enzovoort enzoverder), eerste en enige organisator van een wereldtitelkamp in het boksen in ons land (Jean-Marc Renard, 1989, Namen), eerste Vlaming die een buitenlandse voetbalclub ging leiden (Honvéd), eerste algemeen directeur in het Belgische voetbal (Germinal Beerschot Antwerpen), eerste werkelijk professionele boksmanager (Sugar Jackson), eerste zeventiger die nog een club overneemt (Sporting Lokeren)… De lijst is schier eindeloos. Maar Louis is behalve een pionier op vele vlakken, ook iemand die zijn plaats kent in de wereld. Hij vond de titel te pretentieus klinken. ‘De man die altijd op de eerste rij stond’ terug naar af.

Eerder uit balorigheid en om eens te zien hoe de anderen erop zouden reageren had ik een lijstje gemaakt waarop ‘Mijn levens’, meervoud, bovenaan stond. En het is dus Mijn levens geworden. Daar ben ik nu wel blij mee, omdat die titel het ook wel zegt: Louis de Vries heeft vele spreekwoordelijke waters doorzwommen.

***

“Zijn totaal gebrek aan professionalisme maakte dat Ferre nooit internationaal is doorgebroken. Als hij succes had, was dat ondanks zichzelf. Een authentiekere mens heb ik nooit gekend” — uit Mijn levens, over Ferre Grignard, van wie Louis de Vries de manager was

***

Jaloezie. Dat was, heel eerlijk, het eerste wat ik voelde toen ik Louis twee en een half jaar geleden voor het eerst interviewde voor Mei ’68. 31 dagen die ons leven veranderden?, het boek dat Geert De Vriese en ikzelf schreven naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van dat belangrijke gebeuren. Geboren in 1946 had hij de jaren 60 niet alleen beleefd, hij had ze vormgegeven. Organiseerde het eerste optreden van Pink Floyd in ons land, toen al zonder de weggestuurde Syd Barrett. En dat van Jimi Hendrix, al was dat meer een open repetitie waar hooguit een paar handvollen nieuwsgierigen opdaagden. Een week later kwam Hey Joe uit en was Hendrix op slag wereldberoemd. Zo gaat dat soms. En ik, geboren in 1959, had de jaren 60 wel meegemaakt, maar niet méé-gemaakt, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik was niet eens een toeschouwer, ik leerde kruipen, stappen, lopen, hoorde op de achtergrond een flard Beatles, zag de Innovation in brand staan en studenten met stenen smijten, en toen was het al voorbij. Ik had er willen bij zijn — niet in de Innovation, voor alle duidelijkheid —, maar ik zat niet eens op de tribune. En deze dynamische man wel. ‘Ik moet ooit eens op papier zetten wat ik allemaal gedaan heb,’ zei hij toen tussen neus en lippen. Gewoon, een opmerking terzijde, waar verder geen aandacht aan besteed werd. Toch niet door mij.

***

“‘Take me to the zoo, man!Maar jij moet wel de entree betalen, want ik heb geen geld op zak.’ Dus ging ik, Louis de Vries, op een donderdagnamiddag met Lionel Hampton naar de dierentuin van Antwerpen” — uit Mijn levens, over de wereldberoemde vibrafonist Lionel Hampton, die kwam optreden in het Pannenhuis

***

Een jaar later zat ik weer tegenover hem, voor een nieuw boek: Woodstock in België. De eerste festivals. Eerder dit jaar verschenen, bij deze nogmaals warm aanbevolen, al schrijf ik het zelf. Over het muziekjaar 1969. Seven horses in the sky van The Pebbles (manager: Louis de Vries). 1st International Pop Event in de Arenahal (organisator: Louis de Vries). Het bandje stond af, toen hij voorzichtig polste, of ik misschien-wie-weet-wel-geïnteresseerd zou zijn om hem te helpen met het schrijven van zijn autobiografie. Hij had eerst een veel gerenommeerdere journalist aangesproken, maar die wilde dat hij, Louis, de basistekst zou leveren en daar had Louis geen zin in.

***

“Die hebben daar werkelijk furore gemaakt: ze speelden iedereen weg met Seven horses in the sky. Vuurwerk op het podium, letterlijk. En dat in een zaal met zoveel volk. Als je dat nu zou toelaten, steken ze je in de bak” — uit Mijn levens, over The Pebbles op het 1st International Pop Event

***

Enter Frank Van Laeken. Gewapend met een oude iPhone, waarvan ik de dictafoon gebruik om interviews op te nemen, een paar stylo’s, om tussentijdse vragen te noteren, en heel veel nieuwsgierigheid en, jazeker, nog altijd die beheerste jaloezie. Hoeveel sessies van een volledige ‘werk’dag we hebben samengezeten? Ik ben de tel kwijtgeraakt. De jaloezie bleef, maar geleidelijk aan nam de bewondering de overhand. Respect. Dankbaarheid voor iemand die de weg geplaveid had, in de muziek, in het voetbal, in het leven. Urenlang heb ik bandjes uitgetikt, een structuur trachten te respecteren, terloopse anekdotes in het juiste tijdvakje gestopt, de stem van Louis proberen te vereenzelvigen met woorden op papier, extra informatie opgezocht, héél hard gewerkt mag ik wel zeggen. Het resultaat ligt nu in de boekhandel. Ik ben er bijzonder blij mee, Louis is er opgetogen over, nu u nog.

***

“Ik ben heel tevreden over hoe mijn leven gelopen is, dat ik de kans heb gehad om mijn eigen weg te zoeken. Tijdens het herlezen van de tekst van dit boek vroeg ik me soms af: heb ik dit allemaal meegemaakt? Ben ik dat wel? Een weelde. Wynton Marsalis die je vraagt of je zijn soundcheck wil doen: rijker kun je niet zijn” — uit Mijn levens, slotbedenkingen

***

Louis de Vries. Mijn levens, Frank Van Laeken, Willems Uitgevers, 295 blz., 20 euro.