Vier zomers geleden liet Manchester
United de rijzige Franse middenvelder Paul Pogba haast voor niets
vertrekken. Toenmalig manager Sir Alex Ferguson zag geen toekomst in
de speler. Eén miljoen euro volstond voor Juventus om het
negentienjarige talent over te nemen.

Twee zomers geleden verkocht Chelsea
de Braziliaanse centrale verdediger David Luiz voor 62 miljoen euro
aan les nouveaux riches van PSG, een club die sinds een jaar
of vijf in handen is van een schatrijke Qatarees en die ik vorige
herfst in mijn boek £X€£$$ UNITED. Het geld van het voetbal
‘Parvenus Sans Gêne’ heb genoemd. Toenmalig manager José Mourinho
was de wispelturige krullenbol liever kwijt dan rijk. Drieënhalf jaar
eerder had Chelsea Luiz nog voor 25 miljoen euro gehaald bij Benfica.

Zomer 2016: Man. United koopt Paul
Pogba terug voor naar verluidt 89 miljoen pond (107 miljoen euro).
Andere bronnen gewagen van 120 miljoen euro. Wat de definitieve som
ook is: Pogba is plots de duurste voetballer aller tijden. Trek de
verkoopsom van 2012 af van de aankoopsom nu en tel het verlies uit:
iets tussen de 106 en de 119 miljoen euro, dus.

Zomer 2016: Chelsea koopt David Luiz
terug voor naar verluidt 34 miljoen pond (40 miljoen euro). Dat is
minder dan de 62 miljoen waarvoor het diezelfde, toen blijkbaar
overbodige, speler twee jaar geleden verkocht, maar als je de twee
transfersommen bij elkaar telt (25 + 40 miljoen), maakt Chelsea
alsnog ‘verlies’ op de speler.

Van op een afstand zeg ik: wanbeleid.
Ofwel waren de managers van toen onbekwaam, wat vreemd klinkt
aangezien het over Ferguson en Mourinho gaat. Ofwel zijn de managers
van nu onbekwaam, wat we nog niet kunnen beoordelen, aangezien de
spelers én de managers zich nog moeten bewijzen (of falen). (Eén
van hen is overigens… Mourinho, nu bij United.) Ofwel — en dat
lijkt me de meest plausibele uitleg — voeren internationaal
gerenommeerde clubs een hapsnapbeleid, zonder visie, zonder gêne,
zonder oog voor financiële en sportieve consequenties. Als dit in
eigen land zou gebeuren, zou de pers het onmiddellijk geknoei noemen.
Laten we die term dan ook aanhouden: geknoei. Het bestuur van Man.
United en Chelsea bestaat uit knoeiers. Of beter: de twee grote
bazen, Ed Woodward en Roman Abramovitsj, zijn knoeiers. In de normale
economie zouden ze worden weggehoond. In het voetbal niet.

***

De clubs uit de Premier League hebben
voor een nieuw triest record gezorgd: tijdens de voorbije
zomertransferperiode werden er voor meer dan een miljard pond (1,2
miljard euro) transfers gedaan. Ter vergelijking: bij ons wordt 49
miljoen euro al als immens veel beschouwd. Maar laten we appelen met
appelen vergelijken en peren met peren. Het Engelse voetbalcontract
draait alleen al voor de ‘domestic rights’ rond de 2,5 miljard euro
per jaar, voor twintig clubs. Het Belgische rond de 63 miljoen euro,
voor twaalf clubs. De verhouding tussen beschikbaar tv-geld en
transferuitgaven ligt dus in Engeland op 2,1, bij ons op 1,3.

Zo bekeken besteedden onze clubs deze
zomer meer boven hun stand dan de Engelse. De slechtst verdienende
Premier League-club zal eind dit seizoen 136,5 miljoen euro uit de
rechtenpot ontvangen. Dat is meer dan het dubbele van alle Belgische
clubs sámen.

***

Juventus gaf 90 miljoen euro uit aan de
Argentijnse spits Gonzalo Higuaín, vorige seizoenen uitblinker bij
Napoli. Juve wist op dat moment al dat het een grote slag ging slaan
met de nakende verkoop van Pogba én het verzwakte een potentiële
tegenstander uit de Serie A. Goeie deal, denk je dan, want: één
klap, twee vliegen. Maar Higuaín wordt binnenkort 29, wat in
spitsentaal zoveel wil zeggen als: op z’n hoogtepunt, beter wordt ie
heus niet meer, over drie, vier jaar is hij passé. Bovendien stond
die Higuaín niet eens op de longlist met 23 genomineerden voor de
Gouden Bal, de bekroning voor de beste voetballer ter wereld. Anders
gezegd: stel twee topelftallen van 2015 samen en een man van 90
miljoen staat er niet eens in. Conclusie: de voetbalwereld blijft
doordraaien. Het wordt gekker met het jaar. Zieke economische sector.

***

Over excessen gesproken. Het Laatste
Nieuws rekende voor dat 90 procent van de transfers in de Belgische
eerste klasse deze zomer gedaan werden door één makelaar: Mogi Bayat. In mijn
boek klaagde ik aan dat we niet ver meer verwijderd zijn van het
moment dat makelaars zullen bepalen wat de uitslag van een
voetbalwedstrijd is. Ik schreef dat vorig jaar omdat er toen tijdens
de Champions League-play-offwedstrijd tussen Valencia en AS Monaco
zestien spelers op het wedstrijdblad stonden die verbonden waren of
in het verleden hadden samengewerkt met topmakelaar Jorge Mendes.
Volgende stap is dat zo’n machtige man in functie van toekomstige
deals zal vragen aan ‘zijn’ spelers om hun voetje terug te trekken,
in ruil voor een zakcentje extra. Bij ons is Bayat dé man achter de
schermen. Straks gaat die nog elk weekend moeten rondrijden langs
acht stadions om er de ploegen samen te stellen. Deze toestand is
bijzonder ongezond.

***

Ja, de Rode Duivels hadden best een
paar transfers kunnen gebruiken. Een linksback, een rechtsbuiten
(Carrasco en Mertens spelen beter vanaf links) en een spits. Helaas,
dat kan dus niet. Het was zeer slecht tegen Spanje. Op de eerste
twintig minuten na geen druk op de tegenstander. Geen bal, geen
geloof, geen beleving, geen passie, geen individuele bevliegingen.
Maar laten we Roberto Martínez pas beoordelen op zondag 13 november
iets voor elf uur. Na de wedstrijd van die avond tegen Estland moeten
we met dominant voetbal twaalf op twaalf gehaald hebben in de
WK-voorronde. Moet lukken, uit tegen Cyprus, thuis tegen
Bosnië-Herzegovina, uit tegen Gibraltar en thuis tegen Estland, met
tussenin nog een oefeninterland in Nederland. Lukt het niet, dan is
er stront aan de knikker. Zullen we dat afspreken?