Vanavond
trappen KV Mechelen en landskampioen Club Brugge het voetbalseizoen 2016/2017
op gang. Dat is meteen een primeur: de allereerste wedstrijd in de Liga A, al
mag u rustig Jupiler Pro League blijven zeggen. Er is ook een Liga B (anders
zou die A daar een beetje mistroostig staan, natuurlijk). Liga A telt 16 clubs:
dat was al zo. Liga B (die verder gewoon Proximus League blijft heten) telt 8
clubs: dat is nieuw, want vorig jaar telde de tweede klasse er nog 17. Die
negen anderen zijn geen profclub meer en werden opgenomen in de Eerste
Amateurliga. Het aantal profclubs werd dus gereduceerd tot 24. Nog altijd een stuk of tien te veel om leefbaar te zijn, maar dat is weer een ander verhaal.

Het nieuwe
systeem is hetzelfde als het over de eerste zes in de stand na dertig
speeldagen gaat. Hun punten worden gehalveerd en zij spelen tien wedstrijden
lang play-off 1. Daaronder verandert er wel wat. De nummers zeven tot en met
vijftien werken nog wel een play-off 2 af, maar dit keer in twee reeksen van
zes (in plaats van vier). Meer spekta…ach, laat maar. Om aan twaalf clubs te
geraken in play-off 2 worden de nummers twee, drie en vier uit Liga B
opgevorderd, na hun reguliere competitie van 28 wedstrijden. Acht clubs, 28
wedstrijden, u heeft dat snel omgerekend: alle clubs spelen inderdaad vier keer
tegen elkaar. Vier keer Tubize-Lommel United, dat wordt smullen.

De kampioen
van Liga B doet niet mee in play-off 2. Dat zit zo: de club die het eerste deel
van de competitie eerste eindigt, na 14 wedstrijden, speelt een dubbel duel
tegen de club die het tweede deel van de competitie op kop afsluit. De winnaar
dáárvan is kampioen. Als het twee keer om dezelfde club gaat, is er geen extra
duel nodig, zo slim zijn ze in Voetballand ook wel, al heeft OH Leuven 1-OH
Leuven 2 op papier iets. Daarmee weet u al direct wie ik denk dat volgend
seizoen in Liga A zal mogen spelen. Overigens, wie zestiende staat na dertig
matchen in Liga A, degradeert. Die jongens hebben al congé payé vanaf 12 maart
2016 tot half juni, wanneer de trainingen hervatten. Idem dito voor de kampioen
in Liga B. Die promoveert dan wel, maar heeft vijf maanden geen inkomsten meer.

Een
intelligente lezer zal hebben opgemerkt dat er iets vreemds aan de hand is.
Terwijl de kampioen van de Liga B vrijaf heeft vanaf half maart, nemen de drie
clubs daarachter deel aan play-off 2 én maken zij ook nog kans op Europees
voetbal, als ze eerst hun reeks in play-off 2 winnen, vervolgens de winnaar van
de andere play-off 2-poule uitschakelen en dan ook nog eens een heen- en
terugwedstrijd tegen de vierde uit play-off 1 winnend afsluitend. It’s a long way to Tipperary, dat klopt, maar
het kán. En dat zou pas absurd zijn: vierde eindigen in tweede klasse, niet de
beker winnen en volgend seizoen toch Europees mogen spelen. Only in Belgium!

***

Om u tijd
te besparen, geef ik u nu al mee dat (in alfabetische volgorde) Anderlecht,
Club Brugge, KRC Genk, KAA Gent, KV Oostende en Standard play-off 1 zullen
spelen en dat Moeskroen-Péruwelz degradeert. En Club Brugge wordt opnieuw
kampioen. Daar zijn twee simpele redenen voor: 1) ze hebben een uitstekende
trainer — die dat hopelijk binnenkort mag combineren met een zitje in de dugout
van de nationale ploeg —, min of meer dezelfde kwalitatief sterke kern én het
trouwste publiek, en 2) Raf Willems heeft een boek over blauwzwart geschreven.

Die Willems
is niet de eerste de beste, kan ik u garanderen. Met Hand in hand voor blauw & zwart. Clubliefde van Raoul tot Rafa
zit hij al aan zijn zevenendertigste voetbalboek, zijn veertigste sportboek in
totaal. Raf heeft blauw bloed door de aderen stromen, een club- en Clubliefde
die ontstond op een zonnige dag in 1968. ‘Ik juichte maar ik begreep niet
waarom,’ schrijft hij in de inleiding. ‘Op een avond in mei 1968 zag ik mijn
eerste voetbalbeelden op televisie. Ik was acht en keek naar rare mannetjes die
op elkaar sprongen en met een beker zwaaiden. Ik hoorde dat Raoul Lambert een
penalty in doel had getrapt. Club Brugge kwam op mijn pad. Ik voelde
instinctief aan: dát is het!’

Ik huilde
en ik begreep zeer goed waarom, die 26ste mei. De tegenstander van Club Brugge
op de Heizel was Beerschot. Mijn Beerschot.
Dat een penalty miste in de eerste negentig minuten en dat pas na twintig
strafschoppen verliezend afdroop. Ik was negen en mocht niet naar het stadion. Mijn Beerschot en zijn Club Brugge kwamen elkaar later nog een paar keer tegen in de
bekerfinale, in 1979 en 2005, en toen mocht ik juichen en Raf huilen. Maar we
dwalen af.

In Hand in hand voor blauw & zwart
heeft Raf een persoonlijke Top 50 opgesteld van de voorbije achtenveertig jaar,
sinds die ene meidag in 1968. Met dat soort lijsten krijg je uiteraard altijd
discussie. Waarom staat die er wel in en die andere niet? Zo begrijp ik niet
waarom Paul Courant, Paul Okon en Jos Volders er niet in staan en Pascal
Plovie, Olivier De Cock en Stephan Van der Heyden wél, bijvoorbeeld. De
portretten staan min of meer in chronologische volgorde van verschijning op
Rafs tv: Raoul Lambert, Ferdinand Boone, Pierre Carteus, Johnny Thio en Erwin
Vandendaele mogen openen, de huidige generatie rondt af.

Hij hoort
het niet graag, maar Raf is een voetbalromanticus. Hij houdt van offensief
voetbal, dweept met Ernst Happel, vindt Pelé de beste voetballer aller tijden, haat catenaccio en pleit in dit boekje — dat
werd uitgegeven door De Vliegende Keeper, de uitgeverij die hij samen met zijn
broer runt — voor ‘volgasvoetbal’. Iets waar ik hem overigens in kan volgen.

Ik kan me
voorstellen dat Hand in hand voor blauw
& zwart
een hebbeding is voor Clubsupporters en dat fanatieke fans van
andere clubs dit best links laten liggen. In een notendop lezen blauwzwarte
supporters heldenverhalen over spelers die de meesten nooit zelf zullen hebben
bezig gezien. Er staan fijne anekdotes in, maar ook koele statistieken. En Raf
is speciaal naar Wenen gereisd om er in de voetsporen van Ernst Happel te
kunnen treden, voor wat de ultieme hommage moet zijn aan de stuurse, weinig
spraakzame succestrainer.

Wat u
tenslotte nog mag en eigenlijk moet weten over Raf Willems: hij is ook de op
één na beste zaalvoetbalkeeper uit de geschiedenis van het cafécircuit.

Raf Willems, ‘Hand in hand voor blauw &
zwart. Clubliefde van Raoul tot Rafa’, uitgeverij De Vliegende Keeper, 133
blz., 15 euro.