Dat
N-VA-voorzitter Bart De Wever zich woensdagochtend in zijn koffie verslikte,
was het op één na belangrijkste nieuwsfeit van die pre-Hemelvaartdag. De reden waaróm
hij dat deed was hét hoofdpunt van 4 mei 2016. Lieven Boeve, directeur-generaal
van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, in de wandelgangen beter bekend als ‘de
Guimardstraat’ naar de Brusselse straat waarin het hoofdkwartier zich bevindt,
liet die dag een proefballonnetje op. Als we nu eens de dialoog aangaan met
moslims en andere andersgelovigen en hen een volwaardige plek gunnen in ‘onze’ (hij bedoelde: de katholieke) scholen, zo liet hij langs zijn neus weg weten.

Nadat hij
de koffievlekken van zijn voor de rest smetteloze witte hemd had verwijderd,
stuurde De Wever een van zijn zeldzame tweets de wereld in, iets wat hij zo om
de drie weken doet. Spaarzaam en weldoordacht. ‘Alweer fout voorstel hervorming
Guimardstraat. Islam in VL moet laïciseren zoals het christendom. Lessen
burgerschap i.p.v. islam in de klas’. Zonder punt achter dat laatste woord,
maar dat zal wel met die vervelende beperking van de 140 Twittertekens te maken
hebben.

De toon was
gezet en sindsdien worden we met meningen, opiniestukken en columns om de oren
geslagen over dit onderwerp. 22/3 is min of meer vergeten, hier is het volgende
breedmaatschappelijke thema dat op de agenda wordt gezet. Zo gaat dat in snelle
tijden. Gelukkig was het donderdag een feestdag en waren er geen kranten,
anders zou ik de discussie nu al grondig beu zijn. Buiten een handvol medestanders, krijgt Boeve vooral wind tegen. Wie katholiek is, twijfelt
aan de haalbaarheid en de wenselijkheid van zijn voorstel. Wie moslim is,
eist zijn plaats op voor het schoolbord. Wie de islam als bedreiging ziet, zet
alvast de barricaden buiten. En wie bij die laatste groep kiezers recruteert,
stuurt een verontwaardigde tweet. Typisch voor dit gepolariseerde landje.

Wat goed
is: er wordt gediscussieerd. Wat minder goed is: wie al een onwrikbare mening
heeft, blijft gewoon op zijn netjes met eigen urine afgebakende tegeltje staan.
Maar nog voor de vraag ‘Is het wenselijk om de islam een prominentere plaats te
gunnen in het katholieke onderwijs?’ kan worden beantwoord, zou een
fundamentelere vraag moeten gesteld worden, eentje die je de jongste dagen
nauwelijks zag opduiken: moet er überhaupt wel een door religie gedomineerd
onderwijs bestaan? (En waarom heet dat, in naam van een denkbeeldig opperwezen,
‘vrij’ onderwijs, terwijl er nauwelijks iets vrij is aan georganiseerde
religie?)

Als straks
de storm is gaan liggen, zal de conclusie, wellicht, zijn dat alles bij het
oude blijft, maar dat er her en der op basis van ‘vrij’ initiatief scholen opener
zullen gaan staan tegenover andere godsdiensten. Dat klinkt goed, voor wie
gelovig is, maar is dat ook goed voor de samenleving? Ik heb respect voor
mensen die gelovig zijn, maar hebben zij dat ook voor mij, terwijl ik nochtans
wetenschap en gezond verstand aan mijn zijde heb? ‘Vrij’ denken leer je echt
niet in het ‘vrij’ onderwijs en net die vrijheid (maar ook de morele plicht) om
zelf te denken en meningen te vormen is fundamenteel bij de opvoeding van onze
kinderen.

Ik weet
het, wat ik bepleit zou — indien het door vooraanstaande politici zou worden
overgenomen — leiden tot een nieuwe schoolstrijd. In mijn ideale wereld hoort
religie niet thuis op school, of toch zeker niet als dominante kracht. Hooguit
kun je in het vak Levensbeschouwing als jongere kennismaken met de
verschillende geloofsovertuigingen: neutraal en zonder een voorkeur uit te
drukken. Terwijl je in het vak Geschiedenis ook weleens religieuze figuren à la
Jezus Christus en Mohammed kunt zien passeren, waarom niet, zij hebben
tenminste echt bestaan. Maar de religieuze beleving zelf moet los staan van de
school. Ik kan me er nog iets bij voorstellen dat je aparte ruimtes voorziet op
school, waar scholieren hun geloof kunnen beleven, maar niet dat dit geloof het
fundament vormt van de lessen die worden gegeven.

Als we ons
onderwijs echt pluralistisch willen maken, mag godsdienst ten hoogste een
bijrol spelen en moet ‘openheid van geest’ los worden gezien van elke vorm van
indoctrinatie, ook (en misschien vooral) religie. Misschien moeten we die
vergeten discussie nog maar eens aanzwengelen, wanneer katholieken, moslims en
mondige omstanders hun bijdrage tot dit in mijn ogen debat in de marge hebben
geleverd. Sta me toe tot slot nog even te vloeken in de kerk: ons onderwijs zou altijd en overal gemeenschapsonderwijs moeten zijn: pluralistisch, ongebonden en werkelijk vrij.

Imagine there’s no heaven / it’s easy if you
try
. Té
simplistisch? Nothing to kill or die for
/ And no religion too
. Té naïef? Mocht u mij nu inderdaad een naïeve
wereldverbeteraar vinden, ach, let it be!