Maandag ben ik naar Amy geweest, of toch tenminste wat er van de gevallen diva
overblijft: een prachtige, beklijvende documentaire die haar veel te korte
leven reconstrueert aan de hand van home video’s, concertfragmenten en ander
archiefmateriaal, waarover dan auditieve getuigenissen van verre en nabije
dierbaren werden gekleefd. Een leven dat werd verwoest door drank, drugs, de
tol van de roem en een entourage die daar heel slecht of niet op inspeelde. Zo
zonde. Ik moest huilen. Nu moeten we het voor altijd stellen met één zeer
verdienstelijke debuutplaat (ik koester de titel ervan: Frank) en één briljant meesterwerk, Back To Black, de gedachte dat er nog zoveel moois had kunnen komen
(en toch ook weer niet, gezien haar wankele geestelijke en fysieke gezondheid),
en de vaststelling dat de ‘Club van 27’ vier jaar geleden een eminent lid
rijker is geworden. Na Robert Johnson, Janis Joplin, Jimi Hendrix, Jim Morrison
en Kurt Cobain, de onvergetelijke Amy Winehouse (vergeet ik iemand?).

***

De mens Anthony Vanden Borre is niet dood,
maar na een opzienbarend interview in Het Laatste Nieuws van donderdag is de
voetballer-Vanden Borre dood en begraven. VDB – er zit iets grondigs fout met
die initialen! – trapte flink na richting ‘zijn’ club, Anderlecht, de trainer,
Besnik Hasi, en al die mensen die vergeefs hadden geprobeerd hem weer op het
rechte pad te krijgen én te houden. Er vloeide vitriool over twee volle
krantenpagina’s, er werd afgerekend dat het een lieve lust was.

‘Dit is een zwarte dag voor Anderlecht’,
repliceerde manager Herman Van Holsbeeck, maar de speler wordt vooralsnog niet
ontslagen. Dat zijn voetbalcarrière erop zit is wel duidelijk. Op zijn – het
kan geen toeval zijn! – 27ste. Zo zonde. Toch moest ik niet huilen.

Van Vanden Borre wordt al lang onder
journalisten gefluisterd dat hij ze niet alle vijf op een rij heeft. Dat zijn
hersencellen in shiften opereren en regelmatig wegblijven van het werk. Dat hij
een ongeleid projectiel is. Typisch voor zoveel jonge voetballers: niet al te
intelligent, al heel jong in aanraking gekomen met het Grote Geld of iets dat
erop begon te lijken, zwakke entourage, foute vrienden, geen zelfkritiek,
alleen maar omringd door jaknikkers, bewonderaars en profiteurs. Een dodelijke
cocktail. In het geval van Amy Winehouse leidde het tot overmatig drinken,
snuiven, spuiten, vanbinnen doodgaan en er vanbuiten alles aan doen om de drang
om te leven te ontkennen. In het geval van Anthony Vanden Borre uit de
zelfdestructie voor zover ik dat kan inschatten in een ongeneeslijke vorm van
nonchalance — ik las in een krant dat hij slechts op 56 procent van de
trainingen aanwezig was dit seizoen, amper de helft dus, voor de rest verzon ie
een smoes —, een te hoge inschatting van zijn eigen capaciteiten en niemand in
zijn omgeving die dat even kon relativeren, en te weinig motivatie om alles uit
zijn talent te halen. Zeg maar: het Mario Balotelli-syndroom.

Op zijn zestiende gedebuteerd bij Anderlecht
én bij de Rode Duivels, niet eens volle twintig wanneer hij naar het Italiaanse
Fiorentina vertrok en daar compleet verzopen. Uitgeleend en daarna doorverkocht
aan Genoa, ook daar geen potten gebroken, uitgeleend aan de Engelse
degradatiekandidaat Portsmouth, daarna contractloos in Genk verzeild geraakt en
daar na een goed seizoen opnieuw weggedeemsterd en vervallen in oude gewoonten.
Door Anderlecht heropgevist in de winter van 2013, opnieuw een goed seizoen
beleefd, wat hem een plaats in de selectie op het WK 2014 opleverde en daar
jammer genoeg uitgevallen na een blessure. En dat was het dan. Laten we
breeddenkend zijn: op twaalf jaar tijd vier beloftevolle en twee prima
seizoenen, en zes jaar om zo snel mogelijk te vergeten. Op je zevenentwintigste
zijn dat tegenvallende statistieken. Het zoveelste voorbeeld van een
getalenteerde sportman die bezwijkt onder de externe verleidingen en daardoor
een niet eens half geslaagde carrière meemaakt. Zullen we er die andere VDB bij
halen, die het niet meer kan navertellen? Zo zonde. Om hem moest ik wel
stilletjes huilen, omdat hij zo’n warme persoonlijkheid had. Bij deze VDB mis
ik die. Ik vind Anthonieke geen toffe jongen.

***

‘Zonder mensen als Anthony Vanden Borre is
sport de moeite niet waard’, schreef columnist San F. Yezerskiy gisteren in De Morgen. I beg to differ. Iemand die geen respect opbrengt voor de mensen die
hem een flink loon betalen, voor zijn supporters en voor de hele voetbalwereld
verdient zelf ook geen respect, vind ik. Die is zelf niet de moeite waard. Iemand
die bijt in de hand die hem voedt, moet maar zelf de gevolgen dragen en niet
worden opgehemeld omdat ‘hij het eens durft te zeggen’, zoals je nu her en der
in de sociale media leest. Wát durft hij dan te zeggen? Dat hij niet tevreden
is omdat de club niet tevreden is met zijn wangedrag (nonchalance, afspraken
negeren, amper één keer op twee op training verschijnen)? Hoe zelfgenoegzaam
moet je zijn om dan te denken dat je recht van spreken hebt?

‘Voor de goede sportfilm heb je een ettertje
nodig’, meende Yezerskiy nog. Waarop namen als Diego Maradona, Eric Cantona en
John McEnroe de revue passeerden, stuk voor stuk sporters die tijdens en na hun
actieve loopbaan afwijkend gedrag vertoonden. Rebellen. Maar wel: rebellen mét
een zaak. Ze bereikten de absolute top in hun clubs of hun sporttak. Ze deden
ons naar adem happen op en naast het terrein. Ze verbaasden de fans ondanks én
dankzij hun exorbitante gedragingen.

Wat heeft Vanden Borre al bereikt waardoor je
die ‘ondanks én dankzij’ bij hem zou kunnen toepassen? Heeft hij een
wereldkampioenschap gewonnen? Is hij beslissend geweest in een
landskampioenschap? Stond hij op één op de wereldranglijst? Heeft hij, buiten
Brussel, sportliefhebbers langer dan enkele flitsen verwarmd, op het puntje van
hun stoel doen zitten, in extase gebracht?

Kom nou, Anthony Vanden Borre is slechts een
voetnoot in de geschiedenis van Anderlecht, hooguit een korte verwijzing waard
in het gulden boek van het Belgische voetbal, zal niet eens worden vermeld in
het hele dikke boek dat de geschiedenis van het voetbal belicht. Hij is nu heel
even wereldberoemd in Brussel en wijde omgeving omdat hij een paar stoute
dingen heeft gezegd in een kranteninterview, zo niet zou hij geruisloos van het
toneel zijn verdwenen.

***

Anderlecht zou het naar het schijnt niet
aandurven de speler te ontslaan, uit vrees voor een rechtszaak. Vrijheid van
meningsuiting en dat soort dingen. Alsof een werknemer in het openbaar eender
wat mag zeggen over zijn werkgever. Ik vermoed dat men in het Astridpark
stilletjes hoopt op een naïeve club uit Verweggistan die Vanden Borre alleen
maar kent van enkele ludieke YouTube-filmpjes waarop hij ostentatief op de bal
gaat staan om de tegenstander belachelijk te maken en die er in een gulle bui
250.000 euro voor over heeft om de rechtsback een vijfde herkansing te gunnen.
Een come-come-come-come-come-back, als het ware.

***

Hij had de beste rechterflankverdediger uit de
Belgische voetbalgeschiedenis kunnen worden: completer dan Georges Heylens en
Eric Gerets. Maar de would-be is op een leeftijd waarop een sporter normaal pas
zijn top bereikt al een has-been.

Zo zonde. Ik moet nog altijd niet huilen.