Waarde voorzitter,

Hooggeacht lid van het Uitvoerend Comité van
de Belgische Voetbalbond,

Geachte heer Verhaeghe,

Beste Bart,

U bent de jongste weken niet uit de
actualiteit te branden: de knappe prestaties van Club Brugge, het ontslag van
Steven Martens, de vergunning voor Uplace, een onderonsje met de scheidsrechter
tijdens de rust van een voetbalwedstrijd, … Goed dat u een groot deel van het
jaar in Zwitserland woont, anders zou uw naam wellicht ook nog eens in het
SwissLeaks-dossier gecirculeerd hebben.

Ik zag u afgelopen zaterdag gezwind over een
gesloten poortje op heuphoogte springen in Het
Laatste Nieuws
. Tenminste, dat leid ik af uit de foto, maar een foto blijft
natuurlijk letterlijk een momentopname. Misschien was het al de zeventiende
poging om dat sprongetje te maken of bleef u in werkelijkheid wel hangen achter
een of andere uitstekende pin. De bedoeling van het portret was duidelijk: u
voorstellen als een dynamische man die het goed voor heeft met de Vlaamse
consument.

Uplace is

the place to be,
was de teneur.

Hoewel ik veel respect heb voor ondernemers
ging mijn weinige hoofdhaar bij elke zin iets meer rechtop staan, meneer
Verhaeghe. Ik geloof er namelijk niets van dat Vlaanderen zit te wachten op
Uplace of welk ander megalomaan belevingscentrum ook – alleen al die term,
‘belevingscentrum’, ik loop er spontaan de muren van op – en al zeker niet als
dat zou betekenen dat je dan niet alleen van maandagochtend tot vrijdagavond
ononderbroken in de file mag gaan staan op de Brusselse Ring en zijn invalswegen,
maar ook op zaterdag. Fijn vooruitzicht. Misschien kunnen ze de boel wel
overkappen en er een tweede ring bovenop leggen, nu we toch de
grootheidswaanzinnige in ons hebben losgelaten? We noemen het Centerweel, wat
denkt u, bekt wel goed hé?

Milieurapporten, ach, ze kunnen u gestolen
worden. Fijn stof is in de eerste plaats ‘fijn’, nietwaar? Negatieve adviezen,
och laat maar, waarom zou u uw kostbare tijd verprutsen met ze te lezen? Veel
waardevoller is natuurlijk een volstrekt onafhankelijke studie van een bureau
dat uiteraard geheel toevallig in het recente verleden ook in uw opdracht heeft
gewerkt. Kritische politici, dat ze maar wat mekkeren in het Vlaams Parlement,
die ‘sossen’ hebben trouwens weinig in de pap te brokken, want in de vorige
Vlaamse regering waren ze nog pro Uplace en daarin heeft u nog gelijk ook! U
zult de wereld eens laten zien wat die dappere, ondernemende Vlamingen allemaal
kunnen.

U stond ook op de eerste rij om het beleid van
de voetbalbond te kapittelen en de net vertrokken CEO Steven Martens nog een
trap na te geven. Uw volgende slachtoffer werd meteen aangekondigd: de
voorzitter, de immer goedlachse François ‘Swakiri’ De Keersmaecker, is uw kop
van jut voor de komende maanden. Natuurlijk is het uw taak, als lid van het
Uitvoerend Comité en als voorzitter van een vooraanstaande eersteklasser, om
het doen en laten van de overkoepelende bond kritisch en als een goed huisvader
te beoordelen, maar heren van stand smeren dat niet breeduit in de media. Dat
doen alleen lieden die niet wakker liggen van een vleugje democratie en een
streepje eensgezindheid; het enige belang dat u interesseert is eigenbelang.

Bij wijze van bloemekee stapte u zondag tijdens de rust van de wedstrijd Club
Brugge – Moeskroen-Péruwelz binnen in de kleedkamer van de scheidsrechter, nota
bene één dag nadat u uw zegje had mogen doen over twee pagina’s in Vlaanderens
populairste krant. Dit keer stond er geen poortje in de weg, uw gezwindheid was
zowaar nog groter. Voelde u zich onaantastbaar? Keizer Bart? Denkt u dat uw
voornaam garant staat voor alleen- of medeheerschappij over het lapje grond dat
Vlaanderen heet? Of bent u diep vanbinnen wel een soort Bartman, een superheld
die gezwind over gesloten poortjes springt, tegenstanders de arm omwringt en
immer rechttoe rechtaan zijn eigen doelen wil bereiken, hoe gecontesteerd en
megalomaan ook, niemand mag dan in uw weg gaan staan of hij wordt onverbiddelijk
platgewalst.

Wat ging u daar eigenlijk doen, meneer
Verhaeghe, bij scheidsrechter Dierick? Hem uitnodigen voor een spelletje ‘Trek
eens aan mijn vinger!’? Hem de petitie ‘Uplace móet er komen!’ laten
ondertekenen? Of toch, zoals u beweert, hem informeren over de ernst van de
blessure van Victor Vázquez? Welke versie het ook is, u hoorde daar niet thuis,
noch als grote baas van de thuisspelende club, noch als eminent lid van de
voetbalbond. Moeskroen heeft honderd procent gelijk om een klacht in te dienen tegen uw gedrag:
u had netjes samen met het bestuur van de bezoekende club aan de cava moeten
nippen, twee verdiepingen hoger, daar waar mannen met dikke sigaren en een
grote mond thuishoren. De kleedkamers, dat is het domein van de mannen in korte
broek.

U gedraagt zich als een patser, meneer
Verhaeghe, laat me het zo kort samenvatten. Het wordt hoog tijd dat u een keer
op ‘Uplace’ wordt gezet. Projectontwikkelaars zouden ook een hoog ontwikkeld
gevoel voor maatschappelijk belang moeten hebben, niet alleen voor eigenbelang
en het veroveren van een plaats in de geschiedenisboekjes van het Grote
Vlaamsche Ondernemerschap. Bescheidenheid is een mooie deugd: vaak zijn wij,
Vlamingen, veel te bescheiden, dat is zo. Blijkbaar probeert u dat te
compenseren door de slinger de andere kant op te sturen.

Ik kan u verzekeren dat dit geen fraai plaatje
oplevert. Bespaar ons dit in de toekomst, we worden nu al veel te vaak als een
bananenrepubliek beschouwd. Noem het een goede raad van een kritische
observator, die het goed meent met het Belgische voetbal.

Ondernemende groet,

Frank Van Laeken

PS: Knap dat de club die u leidt kordaat beslist
heeft om vier supporters die zich racistisch hadden gedragen tegenover een
Duits gezin van Turkse origine een stadionverbod te geven. Mocht u mee aan de
basis van deze beslissing liggen, dan siert dat u. Het strekt tot voorbeeld van
alle andere Belgische voetbalclubs. Dank daarvoor en doe, op dat vlak, zo voort.