Yes we
can
, blokletterde de grootste (sport)krant van het land
gisterochtend, een optimistisch gevoel dat door meerdere media werd uitgedragen: Royal
Sporting Club Anderlecht maakte een goede kans tegen Borussia Dortmund in de
Champions League, jazeker. Er was die bemoedigende prestatie vijftien dagen
geleden in Istanboel. Dortmund doet het niet goed in de Bundesliga en zag zijn
beste spelers, Mario Götze en Robert Lewandowski, de jongste twee jaar
vertrekken naar de grote rivaal uit München. Het is maar een schim van de ploeg
die twee seizoenen na elkaar Bayern voorafging in de competitie en die
anderhalf jaar geleden nog de finale van de Champions League nipt verloor tegen
datzelfde Bayern. Geen beter moment om Borussia te treffen dan gisteravond, zo
orakelden kenners en supporters.

No they
couldn’t
. Paarswit werd bij momenten gek getikt in het
eigen Vanden Stockstadion. De bal was nog net zichtbaar, maar zelden grijpbaar.
Ach, er was die onterecht afgevlagde kans voor Mitrovic, waarna de bal werd
binnengetikt door de initieel wel buitenspel lopende Praet. Mitrovic, de man
van vijf miljoen euro, knalde ook nog eens op de paal. Daartegenover stonden
twee handen vol kansen voor de geelzwarte bezoekers. Bij de rust had het al
ruim 0-3 kunnen en moeten staan.

Het was bij momenten ontluisterend. Het tempo
lag veel te hoog voor de Belgische landskampioen (en dan is Anderlecht nog
veruit de beste club van ons land). De efficiëntie van Dortmund viel gelukkig
wat tegen (of ‘mee’, vanuit het standpunt van de thuisploeg), terwijl die
doorgaans ook veel hoger ligt dan in de Jupiler Pro League. Beweeglijkheid,
fitheid, tactisch doorzicht, technisch vernuft, lef: op alle vlakken schoot
Anderlecht tekort. Een lesje in topvoetbal was het, door een halve B-ploeg uit
het Ruhrgebied.

De Champions League is aardig als bron van
inkomsten. Vijftien miljoen euro, gewoon om deel te nemen en je zes wedstrijden
lang belachelijk te laten maken, zo wordt gezegd. Met dat geld maak je niet het
verschil in Europa – het budget van Dortmund bedraagt het zesvoudige van dat
van Anderlecht – maar zeker wel in België. Daardoor kon Anderlecht vorig jaar
Mitrovic en deze zomer Defour kopen. Dat kan de concurrentie in eigen land zich
niet permitteren. Dus is kampioen worden en mogen meedoen op het kampioenenbal
altijd een hoofddoel.

Eigenlijk zou die Europese topcompetitie
ideaal zijn om te leren indien het in alle discretie zou gebeuren, zonder
vervelende pottenkijkers. Anderlecht-Borussia Dortmund als gesloten training,
zonder toeschouwers, zonder genadeloos alle mankementen vastleggende camera’s,
zonder Tom Soetaers die om de haverklap zegt dat ze toch niet zó slecht bezig
zijn, dát zou interessant zijn. Daar word je als voetballer beter van, als je
tenminste bereid bent om te leren van sterkere tegenstanders. Die kennis kan je
dan in het weekend toepassen in de pintjesliga, waardoor het verschil daar nóg
groter zou worden. Nu komt er telkens weer die publieke vernedering bij en de
harde commentaren achteraf. “Ze kunnen het niet aan”, die teneur.
“Te hoog gegrepen”. Voor het bestuur is het huilen op weg naar de
bank, met die zakken vol Europese centen, voor de spelers is het een onzachte
confrontatie met hun eigen tekortkomingen. Niet prettig dat dit dagenlang wordt
uitvergroot. Dat kruipt in je kleren en je fluoschoenen.

Als een Belgische club, meestal Anderlecht, de
Champions League speelt, wordt dat gekoppeld aan woorden als ‘avontuur’,
‘dapper’, ‘moedig’, ‘hoopvol’ en ’toekomstperspectief’. Het zijn de kleine
dingen waaraan de supporter van de landskampioen en de neutrale maar toch
enigszins chauvinistische voetballiefhebber zich moet optrekken. Want de harde
realiteit is natuurlijk dat na vier speeldagen Borussia Dortmund en het zwak
gestarte Arsenal al gekwalificeerd zullen zijn en dat Anderlecht en Galatasaray
op speeldag vijf voor plaats drie in de groep mogen spelen. Op de ‘Europees
Voetbal Bingo’ mag u gerust nu al de uitlating “Overwinteren zou al een
succes zijn” aankruisen.

Ik denk dat ze bij Dortmund wel tevreden waren
over deze wandeling in het Astridpark: vlot gewonnen en geen averij opgelopen.
De volgende groep wandelaars komt uit Londen. Ik denk niet dat “Yes we
can” dan de voorpagina van het sportkatern zal sieren. Eerder: “We
moeten realistisch zijn”.