Al Qaeda, dat was toch de overtreffende trap
van terreur, niet? Zo dacht de wereld er althans over na 9/11. Het clubje van
Osama Bin Laden viel qua moslimfanatisme niet te kloppen. Primus inter paria’s,
omzeggens. Tot de barbaren van ISIS, intussen afgekort tot het ambitieuzere IS, ten tonele verschenen. Hoe
moet je hun visie in woorden uitdrukken: rechts van Al Qaeda? Fundamentalistischer
dan Bin Laden & co? Ziekelijker? Laten we de links-rechts-tegenstelling in
deze vooral niet hanteren en het houden op die laatste omschrijving.

IS, wat voor mensen die de jongste weken op
een andere planeet hebben geleefd zoveel betekent als ‘Islamitische Staat’, is momenteel bezig een
kalifaat te vestigen in delen van Syrië en Irak. Het gebied waar hun strijdkrachten het voor het zeggen hebben, breidt zich als
een olievlek uit. IS staat voor alles waar een
verdraagzame, gezond nieuwsgierige, rechtvaardige mens niet voor staat.
Kinderen opvoeren als jihadisten, poseren met afgehakte hoofden van
andersdenkenden, dreigen met toekomstige terreur waarbij de wandaden van Al
Qaeda verbleken als waren dat slechts onschuldige spelletjes op een scoutskamp:
het is angstaanjagend, maar voorlopig nog ver van ons bed. We mogen ons niet vergissen: IS is echt
gevaarlijk. Om het met een flauwe woordspeling te zeggen: ’t is crisis waar IS
is! Niets onmenselijks is hen vreemd.

Ik ben een pacifist, gewetensbezwaarde zelfs,
die alleen gelooft in wettige zelfverdediging (neen, Israël, ik denk niet aan
jullie militaire ingrijpen in Gaza!), maar ik was heel blij toen Obama
aankondigde dat de Verenigde Staten IS-kampen gingen bombarderen. Ik ben niet
naïef, die Amerikanen doen dat in de eerste plaats uit eigenbelang, maar er
werd tenminste iets gedaan tegen de oprukkende moordzuchtigheid van de
IS-barbaren. Een lichtpunt in een regio waar de duisternis is ingetreden.

Al hebben we de opmars van IS in de eerste
plaats te danken aan diezelfde Amerikanen en meer bepaald aan vader en zoon
Bush. In de jaren tachtig, met Reagan als president en George H. Bush als
vice-president, koos het Witte Huis voor Saddam Hoessein als bondgenoot in
diens strijd tegen het Iran van de ayatollahs. De ayatollahs waren de échte
gevaarlijke gekken, dachten ze in Washington, en dus zou die Saddam nog van pas
kunnen komen. Een soortgelijke redenering werd gebruikt om het verzet van holbewoner Osama Bin Laden
tegen de Russische bezetters in Afghanistan te steunen. Buitenlandse politiek
lijkt ingewikkeld, maar wordt vaak ingegeven door primitieve argumenten, zeker
in de US of A, waar ook de wapenlobby geregeld in de buurt is om ten oorlog te
schreeuwen. De vijanden van mijn vijanden zijn mijn vrienden: het is wel vaker
de leidraad geweest in de Amerikaanse foreign
policy
.

Tot Saddam Koeweit binnenviel en Bush,
inmiddels zelf president, wel moest ingrijpen. Gevolg was de Eerste Golfoorlog,
al snel gewonnen door de Amerikanen, die toen verzuimden om het werk af te
maken: Saddam van de macht verdrijven. In het voorjaar van 1991 had dat nog
gekund: de wereld zag dat wel zitten en ook binnen Irak was de dictator niet
onaantastbaar.

Twaalf jaar later was dat anders. Zoon George
W. Bush maakte van valse voorwendsels gebruik om Irak aan te vallen, het regime uit Bagdad te verjagen en Saddam
definitief uit te schakelen. Er kwam een soort nepdemocratie onder Amerikaanse
auspiciën, een opdringerigheid die men in Irak maar matig kon appreciëren, al lieten de Amerikaanse nieuwsmedia dat anders verstaan.
Omdat vader Bush zijn job niet had volbracht en zoon Bush vals speelde, begon
de oppositie weer op te borrelen in Irak. Talloze terreuraanslagen waren daarvan
het gevolg. ISIS was er een ander.

De leiders van IS moet je vooral niet naar de
onderhandelingstafel slepen. Met barbaren valt niet te praten. Verspil er ook
geen tijd aan in Den Haag, mocht je ze al kunnen arresteren, want dan voelen weer
andere ‘vrijheidsstrijders’ zich geroepen om zich te manifesteren. Ik vrees dat
platbombarderen, de barbaren terugschieten naar de vroege middeleeuwen, waar ze
zich thuis voelen, de enige oplossing is. Klinkt hard, een tikkeltje
onmenselijk zelfs, maar je kan niet in alle omstandigheden proberen een
onderhandelde oplossing te zoeken. Die bestaat daar en nu niet.

Vader Bush deed te weinig, zoon Bush deed te
veel en Obama weet niet goed wat te doen. Gelukkig doet hij íets. En hopelijk
reageert de rest van de wereld (inclusief de gematigde moslims, wat toch de ruime
meerderheid is) eveneens krachtig. IS moet weg vóór de olievlek een flink deel
van het continent inpalmt en oncontroleerbaar wordt. Dat is geen optie. Als je IS laat begaan, krijg je de Kruistochten, maar dan met modernere wapens.