Zestig procent van de Vlamingen wil dat de
werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperkt blijven tot maximum twee jaar.

Tachtig procent van de Vlamingen wil dat werklozen gratis
klusjes doen ten dienste van de gemeenschap.

Meer dan tachtig procent van de Vlamingen wil dat leefloners eveneens gratis klusjes doen.

Meer dan negenhonderdduizend Vlamingen hebben de voorbije week al meegedaan
aan ‘De Stem van Vlaanderen’, de verkiezingspoll van VTM en Het Laatste Nieuws. ‘Doe de Stemtest’
van VRT en De Standaard kwam eveneens
vrij snel op gang, met 550.000 Vlaamse deelnemers op drie dagen tijd (en nog eens 150.000 voor de
Franstalige versie). And counting.

Bij zulke massale deelname mag je dus concluderen dat de
cijfers behoorlijk representatief zijn voor wat dé Vlaming wil. Dit gaat niet over de VTM-
of VRT-kijker of de lezer van Het Laatste
Nieuws
of De Standaard. Dit gaat
niet over rechts versus links. Dit gaat zelfs niet over standpunten en
partijprogramma’s van N-VA, Open VLD, Vlaams Belang en de anderen. Dit gaat
veel ruimer dan alleen maar die doelgroepen. Dit gaat over Vlaanderen en dé
Vlaming.

Toch één belangrijke kanttekening: bij ‘De Stem van
Vlaanderen’ moet je je emailadres opgeven en kan je dus maar één keer deelnemen
met dat specifieke adres, bij ‘Doe de Stemtest’ is die verplichting om je te
registreren er niet. Het is dus niet denkbeeldig dat mensen meerdere keren hun
mening ventileren. Het is evenmin denkbeeldig dat de snelle reageerders ook
diegenen zijn die voortdurend op allerlei fora hun gedacht zeggen en u weet hoe
dat gaat: als dat anoniem kan, dan valt er al eens een harder woord.

Maar dat de verzuurde Vlaming in opmars is staat vast. We zijn
met z’n allen mondiger, assertiever en alerter geworden, maar, helaas, ook
ongenuanceerder, meedogenlozer en wraakzuchtiger.

***

Ik huiver van deze cijfertjes. Ik huiver nog meer van de motivatie
die sommige deelnemers aan de poll aan hun stemgedrag koppelden voor de camera
van een VTM-nieuwsploeg. Kort samengevat kwam die neer op de bekende
vooroordelen: ‘Wie werk zoekt, zal werk vinden’ (versta: wie geen werk vindt
heeft het louter aan zichzelf te wijten en wie geen werk zoekt is helemaal een
marginaal), ‘Wie na twee jaar nog geen werk heeft gevonden, mag zijn uitkering
verliezen’ (versta: wie geen werk heeft gevonden, mag bij het OCMW gaan
aankloppen) en ‘Wie een uitkering ontvangt, moet als tegenprestatie maar
gemeenschapsdienst doen’ (versta: wie geen werk heeft, moet dan maar gratis die
klussen doen waar de modale Vlaming zijn neus voor ophaalt).

Als zestig procent van de Vlamingen vindt dat de uitkeringen
na twee jaar mogen stoppen, wat ook de omstandigheden zijn waarin de werkloze
zich bevindt, dan komt dat neer op: het is de schuld van de werkloze dat hij
werkloos is. Faut le faire! Het zegt
veel over het krom- en domdenken van die zestig procent, die natuurlijk flink
gevoed wordt door de populaire politieke tendensen, die rechts-liberaal en
anti-solidair zijn.

Als tachtig procent van de Vlamingen voor die gratis
gemeenschapsdienst is, dan willen ze werklozen stigmatiseren omdát ze werkloos
zijn (opnieuw: los van de omstandigheden, want er is natuurlijk een kleine
minderheid die geen werk zoekt en er is eveneens een, iets grotere, minderheid
– maar nog altijd een ruime minderheid! – die het aan zichzelf te danken heeft
dat ze geen werk heeft). Eigenlijk zeggen de deelnemers aan die stempolls drie
dingen tegelijk: 1) deze jobs zijn noodzakelijk maar behoeven geen respect,
want we betalen er toch niemand voor, 2) werklozen hebben alleen maar recht op
solidariteit als ze er gratis iets voor terug doen, en 3) we moeten het in onze
samenleving duidelijk zichtbaar maken wie er wel en niet deugt, wie er wel en
geen werk heeft, wie er wel en niet de economie steunt.

Suggestie: ontwerp t-shirts voor de werklozen en
leefloners. Zet er het opschrift ‘Ik ben mislukt in het leven op’. Zo kort na
Pasen weten we wel om te gaan met stigma’s, laten we dat dan ook
perfectioneren. In het verleden deed men dat ook. Ik herinner me iets met gele
sterren op de jas van een bepaalde bevolkingsgroep, of is deze vergelijking té Jaren Dertig?
Blijkbaar is het van alle tijden om mensen te marginaliseren, hen in een hoek
te drummen of te verplichten een uiterlijk kenmerk te dragen om duidelijk te
maken dat ze niet deugen. Of om hen gratis en voor niets te laten opdraven om
het vuile werk op te knappen.

(Om misverstanden uit te sluiten: ik ben ook tégen het profitariaat en vind dat wie het systeem misbruikt en bewust niet actief op
zoek gaat naar werk de toegang tot de sociale zekerheid tijdelijk of definitief
mag ontzegd worden, zoals je ook fraudeurs op andere socio-economische vlakken
zwaarder moet aanpakken dan momenteel het geval is.)

Dat Vlaanderen verrechtst was al een tijdje geweten, is ook
niet echt abnormaal in tijden van economische crisis en maatschappelijke
onzekerheid, de vraag is zelfs of Vlaanderen ooit enigszins links geweest is.
Maar zó rechts? Zó hard? Zó scrupule- en gewetenloos? Nogmaals: ik huiver.

***

De resultaten van deze polls, hoezeer we die ook als
momentopname moeten zien en voor een stuk relativeren, versterken het beeld van
de Vlaming als een bange, verzuurde blanke man (m/v) die keihard en in het
zweet zijns aanschijns werkt, die jaloers is op iedereen die het een beetje
beter heeft dan hijzelf (de nieuwe auto van de buren, het hogere loon van de
broer, de promotie van de collega), die hautain neerkijkt op al wie een andere
huidskleur heeft, anders gekleed rondloopt, anders denkt of geen werk heeft,
die naar boven likt en naar beneden trapt, die zich op café boos maakt op
achterklap en geroddel en vervolgens ‘exclusief’ een sterk verhaal vertelt over
een collega, familielid of vriend, die misschien wel een officiële klacht
indient omdat zijn zieke buur te veel lawaai maakt als die zijn gal uitkotst na
een behandeling met chemotherapie, en die snel nog een ranzige opmerking plaatst
op een internetforum. Vlak vóór zonsondergang houdt de verzuurde Vlaming op om door
zijn bewasemde venster naar de wereld te kijken: dan schuift hij de gordijnen
dicht en laat hij de rolluiken zakken. Ik ben die Vlaming niet en hoop van u hetzelfde, al is de statistische kans dat u het wél bent, zeer groot.

Eigenlijk vind ik die verzuurde Vlaming maar een etter, een zelfgenoegzame,
kortzichtige en xenofobe betweter (die zijn kennis van de wereld niet eens zelf
heeft vergaard, maar het haalt bij populisten die hem zeggen wat hij moet
denken, want, ach, denken dat is zó ontzettend vermoeiend en je wordt daar niet
voor betaald en zo). Ja, ik vind hem (m/v), OPGELET: SCHUTTINGTAAL!, maar een onverbeterlijke klootzak,
iemand met wie ik me niet direct een gezellige avond zie doorbrengen en al
zeker niet iemand die ik de do’s en don’ts van mijn leven wil laten bepalen.

De stem van de verzuurde Vlaming, brr, ik hoor die absoluut niet
graag, maar hij heeft het steeds meer voor het zeggen.