Na de verloren Cup Final tegen het nietige Wigan Athletic
maalde de geruchtenmolen zaterdagavond nog sneller dan gebruikelijk: het
ontslag van manager Roberto Mancini was een kwestie van uren. Toch bleef
bevestiging meer dan een etmaal uit, een toestand van onzekerheid die
BBC-presentator Gary Lineker verleidde tot een boze tweet die eindigde met
‘Back him or sack him’. Als er dan toch geen sprake was van ontslag, dan moest
de directie van Manchester City maar kleur bekennen (lichtblauw) en Mancini
steunen, zo vond de gewezen spits.

Zondagavond laat werd de onvermijdelijke knoop dan toch
doorgehakt. De 48-jarige Italiaan, aan de slag in het City of Manchester
Stadium sinds december 2009, mocht beschikken. Zo gaat dat met managers en
trainers in het internationale topvoetbal. Elk moment van verslapping wordt
genadeloos afgestraft. Tenminste: zo gebeurt dat bij clubs van wie de
langetermijnplanning zo ongeveer anderhalve week ver in de toekomst loopt en
die voortdurend impulsiviteit verwarren met goed beleid. Dan mogen de supporters nog bij elke wedstrijd ‘Mancini wo-ho’ zingen op de tonen van Volare.

‘Volare’, Italiaans voor vliegen. ‘Nel blu dipinto di blu’: in het blauw geschilderde blauw. Het blauw past bij de Blue Moon van City. Het vliegen hoort nu bij Mancini, zoals in: de trainer, hij vliegt buiten.

***

Medelijden moeten we niet hebben met Mancini: zijn riante
loon valt nu wel weg, maar in de plaats krijgt hij een nog veel riantere
oprotpremie. Even de blauwwitte sjaal opbergen, kleedkamerkastje leegmaken, emotioneel afscheid nemen van staf en spelers, een traan wegpinken, en dan kan hij aan
een rustgevende wereldreis beginnen, ver weg van de stress van het
trainersbestaan.

Medelijden moeten we wel hebben met sjeik Mansour bin Zayed
Al Nahyan, grote baas van de Abu Dhabi United Group for Development and
Investment en eigenaar van Man. City. Niet omdat hij veel centen kwijt is door
dit ontslag – de man is zo rijk als de oceanen diep zijn -, maar omdat hij
alweer blijk heeft gegeven van kortzichtigheid. Op het vlak van voetbalkennis is hij een zéér arme man.

Laten we er de cijfers bij halen. Manchester City moet uit twee
resterende wedstrijden (uit bij Reading, thuis tegen Norwich) nog één punt
halen om zeker te zijn van de tweede plaats in de eindstand. Op ruime afstand van kampioen Man.
United weliswaar, maar je kan niet elk jaar de titel pakken in de Premier
League. Vorig jaar lukte dat op de valreep wel. Het jaar daarvoor had City de
beker gewonnen, dat was toen de eerste trofee in 42 jaar. Hoe dan ook is City nu
al een tijdje zeker van Champions League-voetbal volgend seizoen.

In de FA Cup werd de finale bereikt. Daarin werd pijnlijk
verloren van Wigan, door een doelpunt in de toegevoegde tijd. Is het de schuld
van Mancini dat Ben Watson bij dat doelpunt helemaal vrij stond bij de eerste
paal? Kan Mancini iets verweten worden voor de afschuwelijke laterale pas van
Gareth Barry die voorafging aan de roekeloze tackle die Pablo Zabaleta een
tweede geel kartonnetje opleverde en Man. City verplichtte om met een man
minder te spelen?

In drieëneenhalf jaar Mancini werd City één keer kampioen,
één keer (waarschijnlijk) tweede, één keer derde en won hij één keer de Engelse
beker. In de Champions League liep het grondig fout, dat klopt. Dit seizoen
werden de Citizens in een poule met Borussia Dortmund, Real Madrid en Ajax
vierde en laatste, waardoor het Europese seizoen er al halfweg op zat. Als er
al een ontslag zat aan te komen, was het half december, niet half mei. Toen had
hij opzichtig gefaald, nu niet.

***

Het geval-Mancini bewijst dat clubbestuurders het nog altijd
niet begrepen hebben. Vertrouwen geven aan staf en spelers is belangrijker dan
abrupt ingrijpen als het een beetje tegenzit. Er zijn nochtans enkele clubs die
er wel verstand van hebben. Ver hoeven de sjeik en zijn stromannen niet te gaan
om bij te leren: gewoon een uitstapje maken naar die andere club uit
Manchester, United. Daar was de afscheidnemende Sir Alex Ferguson 26,5 half
jaar lang manager. In zijn eerste veertig maanden wist hij welgeteld één trofee
te winnen: de FA Cup in 1990. In de competitie eindigde hij achtereenvolgens
11de, 2de, 11de en 13de.

Arsène Wenger is al bijna zeventien jaar de grote sportieve
baas bij Arsenal. Hij begon goed met een derde plaats. In zijn tweede seizoen
wonnen de Gunners de dubbel, titel plus beker. Maar sinds 2005 zitten ze in
Londen te wachten op silverware,
zoals trofeeën daar zo mooi heten. Ondanks dat gebrek aan sportieve successen geniet Wenger nog altijd de steun van de directie.

Voetbalvoorzitters moeten leren leven met ups en downs. Ze beseffen te weinig dat de evaluatie van een manager of
trainer slechts gedeeltelijk moet gebeuren op basis van de prestaties op het
terrein, die te vaak afhangen van kleine details waarop je geen vat hebt. Een
slechte pas van een middenvelder die resulteert in een rode kaart voor een
ploegmakker, bijvoorbeeld, of een goal die valt omdat de afspraken qua
mandekking niet worden gerespecteerd. Paal binnen of paal buiten, dat is meer
toeval dan wat anders. Een trainer beoordelen doe je door hem bezig te zien op
training: hoe systematisch werkt hij? Welk doel heeft hij voor ogen? Hoe draagt
hij dit over op staf en spelers? Wordt hij door hen gerespecteerd? Maakt hij
spelers beter?

Bij Manchester United en Arsenal, met hun nadruk op een goed
uitgebouwde jeugdwerking, hebben ze dit al heel lang door. Bij Man. City en,
bij uitbreiding, Chelsea niet. Morgen speelt Chelsea de finale van de Europa
League. In de competitie wordt de club van Stamford Bridge wellicht derde. Toch
moet interimmanager Rafael Benitez over twee weken opstappen en wordt hij
allicht opgevolgd door José Mourinho. Eerder dit seizoen werd ook Roberto Di
Matteo al de laan uitgestuurd, de man die de puissant rijke Rus Roman
Abramovitsj nauwelijks een half jaar eerder de zo gegeerde Champions League had
geschonken.

(Terloops: ik hou niet speciaal van Mancini of Benitez, ik
vind dat ze te vaak te defensief spelen, maar dat is hier even niet aan de
orde, zeker niet in een wereldje waarin de resultaten altijd belangrijker zijn
dan de manier waarop ze behaald worden.)

Ach, sjeiks en Russen, ze zijn zo vergeetachtig. Here today, gone tomorrow, is het enige
Engels dat ze écht begrijpen. De clubs die ze in hun macht hebben zijn maar
hobbies, speeltjes die hen prestige op wereldschaal moeten bezorgen. En als het
hen straks niet meer zint, zijn ze misschien wel weg. Gaan ze met de paarden
spelen of zo. Clubs financieel aan de grond, supporters ten einde raad, drama’s
in de maak. There’s no I in team,
weet u nog wel. Er zit wel een ‘I’ in sjeik en Abramovitsj.

***

Dat brengt me naadloos bij Me, Myself and I. Het adagium van de man die – met een
ietsiepietsie minder middelen, maar met even veel leeghoofdige bravoure als de
sjeik en de Rus – dacht met het zieltogende Beerschot AC de Belgische
voetbalhemel te kunnen bestormen en na iets meer dan twee jaar in de
voetbalgoot belandde. Als je op je rug ligt, kan je dan nog wel de hemel zien,
maar de afstand is pijnlijk groot. Ook hier: projectontwikkelaar weg, club
kapot, supporters in de rouw.

Ook in het Olympisch Stadion werd er gegoocheld met
stafleden. Eerst was er de truc met de trainer-vriend. Die mocht (Germinal)
Beerschot komen redden, lukte daar ook in en liep het seizoen daarop een behoorlijk, maar ietwat
saai parcours. ‘Ander en beter’, dacht de voorzitter, want hij wilde meer
aanvallend voetbal zien. Spektakel. Carnaval
oep ’t Kiel. Maar de opvolger
presteerde te wisselvallig en mocht halfweg de reguliere competitie beschikken.

De assistent mocht het dan proberen, maar werd na zes
wedstrijden (1 punt op 18) opnieuw een rij terug gedrongen. Zes wedstrijden,
waarvan vier buitenshuis (o.m. Zulte-Waregem en Standard) en bij de twee
thuiswedstrijden zat er ook eentje bij tegen Club Brugge. Waarna de
trainer-vriend uit de werkloosheid werd gehaald, maar er niet meer in slaagde
het tij te keren.

Was het zo triest niet, dan zou je het hilarisch kunnen
noemen. Het is voer voor een Jambers-aflevering:
onbekwame passanten die in hun drang naar snel succes de wetten van de
zwaartekracht van het voetbal proberen te trotseren en zwaar op hun bek gaan. Wie zijn ze? Waar
komen ze vandaan? Wat drijft hen? Wie
houdt hen alstublieft tegen in de toekomst?