Het heeft wel iets, zo’n wielerwedstrijd die je
van A naar B en dan terug naar A voert. Luik-Bastenaken-Luik,
Kuurne-Brussel-Kuurne, sinds twee jaar Oudenaarde-Oudenaarde-Oudenaarde. Ook
voor de renners moet dat makkelijk zijn, want je weet perfect wanneer je
halfweg bent. Geen gedoe met summiere wegenkaartjes die je probeert te lezen terwijl je intussen toch met één hand stuurt en voor de veiligheid een half oog op de renners voor
en naast je houdt. Dat er nog niemand aan een gps-systeem op zo’n koersfiets
heeft gedacht! Een Hollandse stem die zegt: ‘Sla rechtsaf op La Redoute.
Demarreer nu. Demarreer nú!!!’

Liège-Bastogne-Liège
pretendeert de oudste wielerklassieker ter wereld te zijn. In 1892 werd er op
dit parcours door een stel amateurs al een primitieve versie gereden. Pas in
1908 kwamen de profs in actie in L-B-L, maar de gewiekste organisatoren –
werkelijk iederéén heeft tegenwoordig zo’n dun marketingboekje gelezen! – nemen
natuurlijk die eerste jaren mee op in hun erelijst en daardoor kunnen ze
pronken met de bijnaam ‘La Doyenne’, wat zoveel betekent als ‘ouderdomsdeken’.

En zo komt het dat de naam van Léon Houa (1892) als eerste
op de erelijst staat en niet die van André Trousselier (1908). Houa won in
totaal drie keer, dat zijn twee zeges minder dan recordhouder Eddy Merckx en
één minder dan de Italiaan Moreno Argentin. L-B-L heeft trouwens een fantastische erelijst,
al staan er de jongste twintig jaar ook behoorlijk wat verdachte namen bij
(Mauro Gianetti, Frank Vandenbroucke, Tyler Hamilton, Aleksandr Vinokoerov,
Danilo Di Luca, Alejandro Valverde). Dit is geen koers die je wint op water,
brood, twee rijstvlaaien en een geut champagne in de laatste twintig
kilometer.

***

L-B-L is zonder enige twijfel de zwaarste voorjaarskoers,
met al die hellingen en die loodzware laatste kilometers, bergop kruipend in
Ans. La Redoute, Stockeu en Wanne zijn de colletjes die het meest tot de
verbeelding spreken, maar toch valt de beslissing de jongste jaren meestal in
de Rue Saint-Nicolas, op een dikke vijf kilometer van de streep. Daar is het
van buigen, barsten, breken, kraken of… zegevieren.

Als ik in mijn steeds minder goed functionerend geheugen
graaf zijn er vier edities van L-B-L die daar voor altijd in gegrift staan, als waren ze
gebeiteld in heilige steen. Vergeef het mij als de beelden van toen intussen
een beetje verkleurd zijn, maar die vier edities verdienen voor mij het
predikaat ‘historisch’. Mag ook ‘legendarisch’ zijn. Of ‘mythisch’. Hoe dan
ook: ‘onvergetelijk’!

1971. Eddy Merckx is ontketend. Dit is de kannibaal op zijn
best. Meer dan zestig kilometer van de streep gaat hij aan de haal. Hij bouwt een
voorsprong uit van maar liefst vijf minuten. Wanneer de rechtstreekse
televisie-uitzending begint, in zwart/wit nog, lijkt de koers gereden, maar
voor een demonstratie van Merckx blijf je zitten en kijken, al was het maar uit
pure beleefdheid voor een zoveelste demonstratie van de allergrootste. In de
achtergrond demarreert Georges Pintens, een wittekop die niet meer dan een
subtopper is in het peloton van die dagen. Een zinloze poging, zegt commentator Fred De
Bruyne, Pintens zou beter blijven zitten tot kort voor de streep, om dan te
demarreren en zo proberen tweede te worden. Maar het ondenkbare gebeurt.
Pintens maakt in minder dan dertig kilometer vijf minuten goed. In de huiskamer
heerst ongeloof. Merckx doet dan iets wat hij nooit voordien heeft gedaan: een Zoetemelkske. Hij zet zich in het wiel
van de ontketende Pintens, klampt op wilskracht aan en klopt de beste man in
koers op de streep. Een zege die zo onmerckxiaans is, dat we er nog jaren over
praten. Het is zijn tweede van in totaal vijf L-B-L-zeges. Georges Pintens is
ontroostbaar, maar bewijst in 1974 op hetzelfde parcours dat hij geen
eendagsvlieg is.

1980. Het is 20 april, het sneeuwt, het is berekoud en op de
hellingen is een smalle strook vrijgemaakt om de renners te laten rijden.
Bergop is het klauteren en boenken door
de sneeuwstorm op het gladde asfalt, bergaf is het zonder meer
levensgevaarlijk. Bernard Hinault rijdt iedereen naar huis (waar de stoof en
een warme chocomelk wachten), van de 174 starters bereiken er slechts 21 de
finish. Alleen al van het kijken naar de beelden krijg je kippenvel. Als het
adjectief ‘heroïsch’ nog niet had bestaan, het zou die dag uitgevonden zijn. Door
de extreme omstandigheden moest de winnaar verder leven met twee gevoelloze
vingers, voor eeuwig bevroren op die lentedag op weg naar Luik, zo leren we
later uit een aflevering van Belga Sport. Voor
Hinault is het zijn tweede en laatste overwinning in Luik. Hij wint in 1980
ook nog de Giro en wordt wereldkampioen op de weg, maar in de Tour moet hij, in
de gele trui, opgeven wegens tendinitis in de knie. Bernard Hinault: in de rij
compleetste renners aller tijden komt hij volgens mij nà Merckx en Coppi (al heb
ik dat van Coppi ook maar van horen zeggen).

1992. Dirk De Wolf is één van de sympathiekste renners uit
het peloton. Altijd in voor een grap en een grol, een Pallieter, zoals men
zegt, maar dan één die geboren is in Aalst en getogen in Vlaams-Brabant. In
zijn dialect wordt de ‘sch’ als ‘sk’ uitgesproken. De Wolf schakelt niet, hij skakelt. Hij schiet niet naar voor, hij skiet naar voor. Jammer genoeg is hij te
veel een net-niet-winnaar om een skoon
palmares bij elkaar te fietsen. Dus blijft het bij ereplaatsen: tweede op het
WK in Japan (achter landgenoot en vriend Rudi Dhaenens), tweede in
Parijs-Roubaix, derde in de Amstel Gold Race. Tot die ene zondag in april ’92,
wanneer hij zich in de slotkilometers ontdoet van drie medevluchters. Ik zweer
u: ik zat die dag thuis mee te stoempen
om De Wolf als eerste over de streep te doen rijden en ik ben er nog altijd van
overtuigd mijn inspanning toen heeft geholpen. Op het podium skiet De Wolf vol. Ook bij mij biggelt
een traan over mijn wangen. Koers is zo skoon!

1999. Michele Bartoli gaat voor een derde zege op rij, Frank
Vandenbroucke is zijn grote uitdager. De frêle pédaleur de charme uit Ploegsteert zegt dat ook gewoon de dagen
voordien: ‘Ik ben topfavoriet voor Luik-Bastenaken-Luik’. In Vlaanderen
reageert men meestal met ‘Ja, we zullen wel zien!’ op zoveel branie. Maar VDB
houdt woord. Op La Redoute krijgen we één van de allermooiste duels uit de
wielergeschiedenis te zien. Bartoli demarreert, VDB riposteert en blijft
demonstratief naast de Italiaan rijden. Vele hectometers is dàt het beeld:
links de soepel draaiende Belg in zijn roodwitte Cofidis-outfit, rechts de
alles gevende Italiaan in de blokjestrui van Mapei. Even lijkt VDB dan wat
terug te zakken, maar het is de voorbode van een vlijmscherpe demarrage. Boven
op La Redoute is de koers nog lang niet gereden, maar het signaal van VDB is
duidelijk: dit is míjn koers! (De geste van VDB, dat treiterige op gelijke
hoogte gaan rijden met zijn rivaal, doet wat denken aan Paul Herygers die op
het WK veldrijden in 1994 de ontsnapte Groenendaal inloopt en hem dan op de
schouder tikt. Of Anquetil en Poulidor die in de Tour van 1964 van voet tot top
zij aan zij klimmen tot er één van de twee begeeft, wat niet gebeurt. Of Eric
Cantona, die na een magistrale lob voor Manchester United, als een keizer
stokstijf blijft stilstaan, het hoofd naar boven getild, met rechtopstaande
kraag. Machtige beelden!) Dat VDB achteraf nog wint – hij rijdt alleen weg op
Saint-Nicolas – is bijna een onbeduidende voetnoot, naast dat sublieme
machtsvertoon op La Redoute. Dat zijn zege achteraf een negatieve bijklank
krijgt, omdat hij aan het spul heeft
gezeten, bedek ik met de mantel der wielerliefde. Wie blijft er objectief bij
zulke prestatie?

***

We zoeken zondag een opvolger voor de Kazak Maksim Iglinski,
de ietwat verrassende winnaar van vorig jaar. De topfavorieten zijn Alejandro
Valverde, Vincenzo Nibali en Philippe Gilbert. Als die laatste mag meerijden,
tenminste. Eén of ander obscuur clubje van milieuactivisten heeft namelijk
klacht ingediend tegen een twintigtal renners, onder wie Gilbert, die vorig
jaar tijdens L-B-L hun bidons wegsmeten op plekken waar dat verboden was. En een
onderzoeksrechter heeft die renners zelfs al een bezoekje gebracht in hun hotels, om mee te delen dat er hen mogelijk startverbod zal worden opgelegd.

Zal het zo’n vaart lopen? Ik denk het niet. Maar het zegt
veel over political correctness,
onverdraagzaamheid en regelneverij in België anno 2013. Gemeenten delen
GAS-boetes uit voor wie op de leuning van een bank gaat zitten of voor wie een
verhuisdoos over het trottoir sleept. Een handvol buurtbewoners krijgt het
gedaan dat een kortzichtige rechter de Sinksenfoor op de Gedempte Zuiderdokken
in Antwerpen verbiedt. En nu is er misschien ook nog Berufsverbot omdat coureurs biologisch afbreekbare (!) drinkbussen
hebben weggegooid daar waar dat niet mocht. Zijn we nu helemaal de pedalen aan
het verliezen?