Het proces-De Gelder zit erop. De naweeën lezen we vandaag
en maandag in de krant, ook de weekbladen zullen er nog even over doorbomen en
wellicht voelen er nog een paar deskundigen zich geroepen om her en der hun
mening te geven, maar het vonnis is geveld: schuldig – toerekeningsvatbaar –
levenslang. En daarmee moeten we het stellen, want zolang België een
rechtsstaat is moeten we uitspraken van rechters en jury’s aanvaarden. Punt aan
de lijn. Tenzij de veroordeelde besluit alsnog in cassatie te gaan.

Daarmee komt een einde aan een rechtszaak die ons vooral om
de verkeerde redenen beroerde. Dat Kim De Gelder schuldig was aan de drie
moorden in de crèche Fabeltjesland in Dendermonde op 23 januari 2009 en aan de
roofmoord op Elza Van Raemdonck wisten we al door de snelle bekentenissen van
de jonge dader. Wat wilden we dan wel nog weten? Was hij bij zijn zinnen of is
hij gek? Psychiaters voerden in de rechtszaal een te gekke discussie op, waar
je om zou kunnen lachen als de context niet zo intriest was. Vakbroeders
betwistten elkaars competentie in een publieke ruimte. Van politici zijn we dit
gewend, van psychiaters niet. Het werd een weinig verheffend schouwspel. En
vooral: we werden er niet wijzer van, want er zullen altijd twijfels blijven.

Maar de nabestaanden, de advocaten van de burgerlijke
partijen en, als je op de commentaren mag voortgaan, Het Volk kregen wat ze
wilden: een schuldigverklaring over de hele lijn. De jury liet geen ruimte voor
twijfel, De Gelder is een misdadiger die in de gevangenis thuishoort, niet in
een gesloten instelling (wat in dit land overigens vaak hetzelfde betekent,
maar dit geheel terzijde…).

Van F.H. tot K.D.G.

Toen ik opgroeide stonden namen van misdadigers nog niet
voluit in de krant. Het principe ‘Iedereen is onschuldig tot het tegendeel
bewezen is’ werd volop gerespecteerd en dus moesten we het stellen met initialen. De
meeste rechtszaken haalden ook de voorpagina niet. De verslagjes stonden ergens tussen
de faits divers, op pagina 8.

Denk nu niet dat er in de jaren zestig en zeventig geen
seriemoordenaars, verkrachters en witteboordcriminelen rondliepen in dit deel
van de wereld. Of dat ze niet in de gevangenis belandden. Alleen kregen ze
minder aandacht. Ze heetten A.B., of C.D., of Y.Z. En ook de journalist
ondertekende het stuk met zijn initialen. Pas toen hij op tv kwam, wisten we
dat (LDL) stond voor Louis De Lentdecker, bijvoorbeeld.

De omslag is er gekomen met de zaak-Horion. Freddy Horion
vermoordde in 1979 samen met een kompaan zes mensen in Sint-Amandsberg. Hij
werd een jaar later aanvankelijk ter dood veroordeeld, wat nadien werd omgezet
in levenslang. Vandaag zit Horion nog altijd in de gevangenis van Hasselt,
ondanks verschillende gratieverzoeken. Geen wet-Lejeune voor de 66-jarige
seriemoordenaar, aan wie kort na zijn veroordeling het boekje Monster zonder waarde werd gewijd. De
zaak ligt vierendertig jaar later nog altijd zeer gevoelig.

De media hadden het in 1980 plots niet meer over F.H.
Sommige nog wel, anderen hielden het halfweg op Freddy H., maar de populaire kranten
gingen all the way voor Freddy
Horion. En dat zijn ze sindsdien blijven doen. We kunnen het ons nauwelijks nog
voorstellen, maar als Marc Dutroux, Michel Fourniret, Hans Van Themsche, Roland
Janssen en Kim De Gelder hun daden hadden gepleegd in de jaren zestig en
zeventig, dan hadden we ze tot aan hun vonnis gekend als M.D., M.F., H.V.T.,
R.J. en K.D.G.

Noem mij gerust ouderwets, maar eigenlijk hoort het zo.
Zelfs de allerergste criminelen hebben het recht op een faire behandeling van
hun zaak. Hoe weerzinwekkend hun daden ook waren, één van de pijlers van onze
democratische samenleving is dat iedereen recht heeft op een tweede kans. Het
doel van een gevangenis moet niet alleen zijn om misdadigers te laten boeten,
maar ook om hen als een beter mens opnieuw in de samenleving te laten stappen.

Barbertje moest
hangen

In onze overbevolkte gevangenissen met hun vernederende
aanpak, onvoldoende begeleiding en toezicht, en onmenselijke omstandigheden die
benadrukken dat de toestand uitzichtloos is voor wie er opgesloten zit, verhoog
je alleen maar het risico dat de delinquenten zullen recidiveren. Justitie heeft op dit
punt een verpletterende verantwoordelijkheid, maar geeft niet thuis.

Wat je dan krijgt is wantrouwen. Burgers én gangsters staan,
zonder dat ze dat willen, verenigd in hun wantrouwen ten aanzien van Justitie.
De roep naar strenge straffen klinkt steeds luider in een verrechtsende
samenleving. We staan niet meer veraf van openbare lynchpartijen, als je ziet
hoe zelfs weldenkende mensen reageerden op het proces-De Gelder. Barbertje
moest hangen. En als hij niet zou hangen, dan maar liefst voor altijd in een
isoleercel.

En natuurlijk moet je zo’n De Gelder liefst definitief
weghouden van de maatschappij, je moet zieke geesten zonder meer afzonderen!,
maar dat had net zo goed gekund in een gesloten instelling. Maar alles wijst
erop dat het vonnis ‘ontoerekeningsvatbaar’ tot volks protest en, wie weet, een
nieuwe witte mars had geleid. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de jury
zich daardoor heeft laten leiden om toch maar zo streng mogelijk te zijn.

Gotcha!

De media hebben met de zaak-De Gelder een nieuw dieptepunt
bereikt. De lat is weer iets lager gelegd. Alleen anorexische limbodansers
raken er nog onder. En journalisten. In de vier weken dat het proces duurde,
zijn alle dagjesmedia (kranten, websites, radio, televisie) collectief op dit proces gesprongen.
Allemaal hadden ze wel een columnist of iemand die uur per uur optekende wat er
in de Gentse rechtszaal gezegd werd, soms ook door reporters die er persoonlijk
bij betrokken waren.

Toen De Gelder eerst wel, dan weer niet, dan toch weer wel toestemming
gaf om gefotografeerd en gefilmd te worden, waren er slechts twee dagbladen die
niet met de eerste beelden op hun voorpagina uitpakten: de altijd al andere
accenten leggende De Tijd en De Morgen. Al de anderen maakten er een
mediacircus van, een wansmakelijk spektakel dat wel heel erg nauw aanleunde bij
het aloude Romeinse adagium ‘Brood en Spelen’.

Het vonnis werd vrijdag in de vooravond net niet begeleid door een schreeuwend ‘Gotcha!’
of, zoals het hoofd van de Amerikaanse bezettingsmacht Paul Bremer uitriep de
dag dat Saddam Hoessein uit een donker hol was geplukt, ‘We got him!’. Ankers zaten op het randje van glunderen achter hun desk, reporters ter plaatse
lieten vooral de verheugde nabestaanden aan het woord en glimlachten empathisch, Jef Vermassen liep ook
toevallig langs de camera op het ogenblik dat Het Journaal live ter plekke was. Het is geweten, als toevallige passant kent
meester Vermassen zijn gelijke niet.

Achter gesloten
deuren

Het is tijd voor bezinning, want onze rechtspraak verdient
het niet om het schouwtoneel te worden van showprocessen en andere ziekelijke freakshows.
Ik pleit ervoor om dit soort processen voortaan desnoods achter gesloten deuren te
voeren. Laat de rechter vooraf in eer en geweten beoordelen of de
media-aandacht zulk proces sterk kan beïnvloeden en dan de knoop doorhakken.
Indien hij vindt dat een correct proces onmogelijk wordt en dat de juryleden zich te
veel zullen richten op wat er van hen gewenst wordt (een vonnis dat op algemeen
gejuich onthaald wordt), in plaats van wat er van hen verwacht wordt (eerlijke
en onafhankelijke rechtspraak), dan moet hij de media de deur maar wijzen.

Je zou dan wel – om verslaggeving toch mogelijk te maken –
bij aanvang van elke procesdag één cameraman, één fotograaf en één tekenaar
kunnen toelaten om wat beelden te maken, en een tweetal journalisten van
persagentschap Belga het proces de hele tijd discreet laten volgen. Maar hou
die persmeute consequent buiten en laat advocaten en getuigen niet toe om in de loop van
het proces op te draven en ronkende verklaringen af te leggen in allerlei
media. Daar is niemand mee gediend, behalve hun eigen ego.

Tot slot: laat Jef Vermassen gerust! Die man klaagt nu al dat de media
hem voortdurend lastig vallen. Hij zoekt al die aandacht toch niet zelf?!