(Mijn ‘Bankzitter’ van maandag in De Standaard.)

De topper tussen Club Brugge en Standard eindigde op een gelijkspel, 1-1. Billijk heet dat dan, al viel de wedstrijd enigszins tegen. De beste actoren zaten op de bank. Philippe Clement en vooral Michel Preud’homme blonken uit met gedurfde keuzes.

Het mooiste moment van Club-Standard speelde zich nog voor de aftrap af. Raoul Lambert werd gefêteerd voor zijn 75ste verjaardag. Staande ovatie voor de spits die tussen 1962 en 1980 alleen maar op de Klokke en in het Jan Breydelstadion heeft gevoetbald en 269 keer raak trof voor Club, meer dan wie ook, en dan was ie zelfs nog vaak afwezig door een spierblessure. De oprechte emotie zorgde voor tranen bij de gevierde en een krop in de keel bij de toeschouwers. Monumentenzorg is een belangrijk onderdeel van deze balsport.

Benieuwd wie er over vijftig jaar van deze generatie voetballers zo’n eerbetoon te beurt zal vallen. Niet iemand die zijn hele carrière voor Club zal gespeeld hebben, ongetwijfeld, daar is het hedendaagse voetbal te volatiel voor geworden. Brandon Mechele, Hans Vanaken en Ruud Vormer komen nog het dichtst in de buurt van een clubspeler.

Tactische masterclass

Minder dan 64 uur na de Europa League-uitwedstrijd in Frankfurt had Michel Preud’homme zijn team op zes plaatsen gewijzigd. Vijf dagen na de afstraffing tegen PSG wisselde Philippe Clement enkel Dennis voor Okereke. De Europees geschorste Vormer kwam logischerwijs terug in het elftal ten koste van jonge debutant De Ketelaere.

Het was uitkijken naar het duel der dug-outs tussen de leerling en zijn leermeester, zij het dat die leerling zijn mentor de voorbije seizoenen overvleugeld had. Toch was het Preud’homme die de eerste helft een masterclass tactiek gaf. Niet dat Standard zo geweldig speelde, maar het elftal stond perfect. Amallah sloot het dichtst aan bij targetman Oulare, Bastien dook af en toe gepast in de diepte, wat al na vier minuten een doelpunt opleverde, Mpoku kreeg als taak om Vanaken te schaduwen en deed dat zeer toegewijd.

Club slaagde er niet in gaten te creëren. Geen doorkomen aan. Achteraf maakte Clement zich boos omdat hij een paar jongens had gezien die allesbehalve fris aan de aftrap stonden, zonder dat ze hem daarop attent hadden gemaakt. We vermoeden dat hij Tau en Diatta bedoelde. Net als tegen PSG viel op dat Club in het aanvallende compartiment te veel eendimensionale voetballers heeft rondlopen. Okereke, zeer bleekjes weer ondanks een doelpunt, Tau, Diatta, Dennis en Openda zijn snel, vinnig en wendbaar, nuttige eigenschappen, maar in topwedstrijden valt in de eerste plaats hun technisch onvermogen op. Als je tegen een Europese (sub)topper speelt, moet de bal aan je voet kleven na een controle. In de Belgische competitie kom je er nog mee weg, dankzij die snelle voetjes en het veel lagere tempo. In de Champions League niet, tenzij uitzonderlijk in een uitmatch tegen een arrogante tegenstander als Real. Tau werd bij de rust vervangen, Diatta mocht negentig minuten blijven klungelen.

Een ander pijnpunt van Club in de 3-5-2 die Clement hanteert, zijn de defensief zwakke vleugels. Diatta is een vleugelaanvaller die actie moet kunnen maken in het laatste derde van het veld, Sobol – nochtans een linksback van nature – heeft eveneens te weinig oog voor wat er in zijn rug gebeurt. Denk aan het vroege doelpunt van PSG dinsdag, toen hij Di María zomaar de rechterflank cadeau gaf. Bovendien koos Preud’homme voor slechts één spits, waardoor minstens één Brugse centrale verdediger niet goed wist wat te doen: inschuiven of afwachten. Dat zorgde voor verwarring, foute keuzes en slechte inspeelpassen.

Dipje

Na de rust kantelde de match en dat had dan weer te maken met een kwade toespraak én tactische ingrepen van Clement. Diagne en Balanta kwamen voor Tau en Rits. Riskant, want ne de vroege vervanging van Mata waren er van dan af geen wisselmogelijkheden meer. Maar het rendeerde wel. Binnen de twee minuten stond het 1-1. Invaller Balanta stuurde Vormer diep en die gaf al zijn achtste assist van het seizoen, Okereke trapte een beetje stuntelig binnen. Erop en erover leek het logische vervolg te worden, maar zover kwam het niet.

Club domineerde steriel in een kansarme tweede helft. Diagne woog wel op de verdediging, maar minder dan Wesley, die node gemist wordt, omdat hij verschillende soorten voetbal aankon. Kort en lang, voetballen en bikkelen, frivool en ongecompliceerd. Die 25 miljoen euro transfergeld compenseren het sportieve verlies niet. Ook bij Standard liep er een spits rond met technische mankementen. Obbi Oulare trapte eens opzichtig over de bal en liet die bij bijna elke controle een meter van zijn voet stuiten. Zo wordt het makkelijk verdedigen.

Opmerkelijk is dat Club nog geen enkel punt liet liggen buitenshuis, maar op Jan Breydel al drie keer op een gelijkspel werd gehouden, door Eupen, Genk en nu Standard. Club behoudt wel drie punten voorsprong op Standard, met een wedstrijd minder gespeeld. En Gent sluipt niet dichterbij, omdat het weer niet kon winnen uit. In de stand lijkt er dus niets aan de hand voor Club, maar voetballend zitten ze in een dipje en de beperkingen van de kern beginnen op te vallen. Woensdag wacht Club een lastige klus in Waregem.