U bent er nog? Niet te zeer geschokt omdat Cristiano Ronaldo niet op 1 staat? Laten we dan verder het rijtje topvoetballers aflopen.

Vandaag: 5 tot en met 3.

***

20. Rivelino

19. Paolo Maldini

18. Romário

17. Gerd Müller

16. Michel Platini

15. George Best

14. Ronaldinho

13. Andrea Pirlo

12. Franz Beckenbauer

11. Jairzinho

10. Xavi Hernández

9. Marco van Basten

8. Ronaldo

7. Cristiano Ronaldo

6. Andrés Iniesta

5. ZINÉDINE ZIDANE. Wat een genot om naar te kijken. Zijn pirouette (een Zidaneke doen) kreeg veel navolgers, maar weinigen konden dat op het allerhoogste niveau aan. Op z’n zesentwintigste nam hij la France bij de hand richting wereldtitel in eigen land. Zizou scoorde en liet scoren, iets wat hem onderscheidt van pakweg Cristiano Ronaldo. De Algerijnse Fransman was bijzonder efficiënt voor het team. Met Frankrijk werd hij eerst wereld- en daarna Europees kampioen, een tot dan toe ongeziene combinatie. Met juventus werd hij twee keer kampioen, met Real won hij de Champions League en één landstitel. Eén keer won hij de Gouden Bal, de FIFA riep hem drie keer uit tot beste voetballer van de wereld. Als trainer van Real zorgde hij voor een primeur: hij won drie keer op een rij de Champions League.

4. DIEGO MARADONA. Oei, een nieuwe schok voor u? Diego Armando Maradona, niet op 1? De man die Argentinië op z’n eentje de wereldtitel schonk in 1986 (mensen vergeten graag dat er nog tien andere spelers rondliepen in een gestreept lichtblauw-wit shirt en dat die ook een aardig stukje konden voetballen)? Pluisje was zowel de ultieme dribbelkoning als de onverschrokken valsspeler, twee aspecten die naar boven kwamen in die legendarische kwartfinale tegen Engeland op de Mundial in Mexico. ‘De hand van God’, gevolgd door een goddelijke dribbel. Vier jaar later werd hij ook vice-wereldkampioen, weer vier jaar later scoorde hij een wondermooi doelpunt tegen Griekenland, waarna hij op dopinggebruik werd betrapt. Het bleef dus bij die ene wereldtitel, drie landstitels (met die twee onvergetelijke van Napoli), twee bekers en de UEFA Cup van het seizoen 1988-1989. En die vele onvergetelijke, weergaloze momenten op het veld. Daarna verdween de voetballer-Maradona en trad de zwakke mens-Maradona op het voorplan. En er was ook die eerder lachwekkende beperkte trainerscarrière, onder meer als bondscoach van Argentinië. Toen de FIFA in 2000 Pelé uitriep tot ‘Speler van de eeuw’, won Maradona de publieke verkiezing op het nog prille internet. Ten onrechte. Het grote publiek heeft het zelden bij het rechte eind of houdt het op weinig doordachte meningen, dat bewijzen andere verkiezingen voortdurend.

3. JOHAN CRUIJFF. In mijn gedachten staat hij op 1, maar de feiten en de cijfers verdienen ook aandacht, dus zet ik Nummer 14 op nummer 3. Ik vind Cruijff zo fantastisch omdat hij tot twee keer toe een revolutie in het voetbal heeft veroorzaakt. Een eerste keer toen hij als speler het totaalvoetbal hielp introduceren, een spelsysteem waarbij alleen de keeper een vaste plaats kent, al speelt die de hele tijd mee (met de voeten). Kijk naar de openingsminuut van het WK in West-Duitsland, in 1974. Op het ogenblik dat Cruijff bal aan de voet aan zijn onstuitbare rush richting strafschopgebied van de Duitsers vertrekt — waar hij foutief afgestopt wordt door Berti Vogts —, staat hij laatste man bij Oranje. Dat WK was Oranje haast even indrukwekkend als Brazilië vier jaar eerder. Voetbal van een andere planeet, alleen afgestraft door geniepige Duitsers en die eeuwige Gerd Müller met een intikkertje. De tweede keer dat Cruijff het voetbal verreikende impulsen gaf, was als trainer bij FC Barcelona. Hij vond het tiki-taka uit, dat achteraf geperfectioneerd werd door Guardiola. Cruijff legde de basis van het mooiste voetbal van de voorbije vijfentwintig jaar. Aanvallend, dominant, gebaseerd op balbezit. Maar hij werd dus geen wereldkampioen, noch Europees kampioen. Won wel drie keer op rij de Europabeker voor Landskampioenen (met Ajax), won tien landstitels, zeven bekers en werd drie keer Europees speler van het jaar. Als trainer won hij Europacup I met Barcelona en Europacup II met Ajax en Barcelona. Plus vier landstitels en drie bekers. Neen, Johan Cruijff werd nooit wereldkampioen, maar hij heeft de wereld van het voetbal ten goede veranderd, een verdienste die veel hoger reikt dan duizend dribbels. En hij heeft onnavolgbare en soms onbegrijpelijke oneliners geproduceerd, voeg ik er even voor de volledigheid aan toe.

***

Morgen: de ontknoping, 2 en 1. Voor wie goed heeft opgelet: Messi of Pelé, Pelé of Messi?