Deel twee van mijn persoonlijke Top 20 van beste voetballers aller tijden. Wat ik al kan weggeven: bij mijn beste tien zitten twee Spanjaarden, twee Nederlanders, twee Brazilianen, twee Argentijnen, één Portugees, één Fransman en géén Belg. Morgen verneemt u wie 5, 4 en 3 staan, overmorgen onthul ik 2 en 1, en weet u wie mijn favoriete sjotter ooit is.

Vandaag: 10 tot en met 6.

***

20. Rivelino

19. Paolo Maldini

18. Romário

17. Gerd Müller

16. Michel Platini

15. George Best

14. Ronaldinho

13. Andrea Pirlo

12. Franz Beckenbauer

11. Jairzinho

10. XAVI HERNÁNDEZ. Metronoom van het grote FC Barcelona, opvolger van Pep Guardiola in die functie op het middenveld. Onverbeterlijke inspeelpas: altijd op de juiste snelheid, altijd op de betere voet van een ploegmaat, altijd de best beschikbare optie kiezend. Wereldkampioen met Spanje. Tweevoudig Europees kampioen. Vier keer winnaar van de Champions League, acht Spaanse titels, drie bekers. O ja, vorig seizoen ook nog winnaar van het Qatarees kampioenschap, maar dit geheel terzijde.

9. MARCO VAN BASTEN. Wat als die enkel hem niet zo vaak parten had gespeeld? Zou hij dan meer dan drie Gouden Ballen hebben gewonnen? Zou hij dan meer hebben betekend voor zijn vaderland dan alleen maar eindwinst in dat ene Europees Kampioenschap van 1988 met die wondergoal van ‘m? Won drie keer de Europabeker voor Landskampioenen met Milan, Europacup II met Ajax, zes landstitels, drie bekers. Die zuivere techniek! Die perfecte lichaamsbeheersing! Die feeling om op het juiste moment op de juiste plaats te staan! Probeerde het ook als trainer, maar dat viel nogal tegen.

8. RONALDO. Ronaldo Luís Nazário de Lima. Tegenwoordig wordt hij weggelachen als ‘de dikke’, maar vergis u niet: hij is ‘O Fenômeno’. Net als Romário werd hij ontdekt door PSV uit Eindhoven, waar hij als zeventienjarige neerstreek en in twee seizoenen gemiddeld één goal per wedstrijd maakte. Dat bleef hij doen in dat ene seizoen bij FC Barcelona, waarna het Grote Geld hem lonkte: eerst vijf seizoenen Inter, dan vijf seizoenen als Galáctico bij Real. In zijn topdagen: heel snel, dribbelvaardig, neus voor de goal, een frontlinie op zich. Twee keer wereldkampioen met Brazilië (al speelde hij in 1994 nauwelijks mee), één keer verliezend finalist, drie keer winnaar van de Copa América, drie landstitels, drie bekers, winnaar van Europacup II en de UEFA Cup, twee keer ontving hij de Gouden Bal. Ook zijn carrière werd geteisterd door blessureleed en, op het eind van zijn Real-periode, overgewicht.

7. CRISTIANO RONALDO. Oké, begin maar luidop te vloeken, fans van het Portugese fenomeen. Hij staat niet hoger dan dit: zijn rugnummer, zeg maar. CR7. Een aanval op z’n eentje en zo speelde hij ook vaak: vooral uit op eigen succes. Een egocentrische spits die niet eens juicht als een ploegmaat scoort. Maar hij deed dat zo fantastisch bij Manchester United, Real en nu bij Juventus dat hij zich dat kon permitteren. Wellicht de beste rechttoe-rechtaan-voetballer aller tijden. Recht op doel af, pijlsnel, fysiek top, doelgericht. Europees kampioen met Portugal (ook al moest hij in de finale al vroeg van het veld door een blessure), winnaar van de eerste editie van de UEFA Nations League, vijf keer winnaar van de Champions League, zes keer landskampioen (in Engeland, Spanje en Italië, niet mis!), drie bekers, vijf keer uitgeroepen tot beste speler van de wereld (enfin, drie keer Europa, twee keer de wereld, maar Europa ís in dit geval de wereld), vier keer de beste topschutter van Europa.

6. ANDRÉS INIESTA. Net als zijn maatje Xavi, de metronoom, dicteerde hij het spel bij FC Barcelona en de Spaanse nationale ploeg in de gouden jaren. Wat Iniesta doet, is zelden spectaculair, maar altijd efficiënt en mooi om te zien. Binnen het tiki-taka-systeem was hij onmisbaar. Wereldkampioen en tweevoudig Europees kampioen met Spanje, waarmee hij ook in twee jeugdcategorieën al het EK had gewonnen. Met Barça vier keer winnaar van de Champions League, negen landstitels, zes bekers. 131 interlands, waarin hij niet meer dan dertien keer scoorde, al was die ene goal tegen Nederland in 2010 nogal belangrijk. Waarom ik Iniesta zo hoog inschat? Misschien is hij wel de beste teamplayer ooit. En voetbal is een teamsport, toch? (Al zal nummer 7 op deze lijst dat enigszins tegenspreken, vermoed ik.)

***

Morgen: 5 tot en met 3.