(Deze bijdrage verscheen maandag 26 augustus onder de rubrieknaam ‘De bankzitter’ in De Standaard.)
Goud op het EK in eigen land. Rechtstreeks gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokio. Beste keeper van het toernooi. Beste veldspeler. Gedeelde topschutters. Het was een fantastische week voor onze hockeymannen. Nu wacht alleen nog de ultieme uitdaging: olympisch goud.
Eind vorig jaar was het nog een itempje onder sportjournalisten: de Red Lions hadden net goud veroverd op het wereldkampioenschap hockey, maar de stemmen voor de nationale sporttrofeeën waren al uitgebracht. Halsoverkop besliste de organisatie om ‘Ploeg van het Jaar’ opnieuw open te stellen, waarna de hockeymannen alsnog werden verkozen. Jammer genoeg liepen Arthur Van Doren of Vincent Vanasch (als mogelijke ‘Sportman van het Jaar’) en Shane McLeod (‘Coach van het Jaar’) zo een verdiende bekroning mis.
Na hun eindzege op het Europees Kampioenschap in Antwerpen dit weekend weten sportjournalisten die breder denken dan een voetbalveld lang is op wie ze begin december moeten stemmen: het kan niet anders of de Red Lions worden opnieuw ‘Ploeg van het Jaar’, plus nog wat individuele trofeeën erbovenop. Jammer voor Pieter Devos, Jos Verlooy, Jérôme Guery en Gregory Wathelet, ons jumpingteam dat vrijdag goud won op het EK in Rotterdam, ook al een uitzonderlijke prestatie.
Vorst, Vrijheid, Recht
In tegenstelling tot onze voetbalelite is het patriottisme van de hockeyers niet gespeeld. Ze zingen uit volle borst de Brabançonne mee, woord voor woord. ‘O dierbaar België, o heilig land der vaad’ren’ klinkt unisono en in de twee landstalen. Deze mannen vinden het een eer om hun land te vertegenwoordigen. Niet dat de voetballers niet het allerhoogste nastreven in hun sport, maar het verschil in beleving is opmerkelijk: tijdens de wedstrijd bikkelen ze oprecht voor ’s lands eer en glorie, voor en na de match zijn voetballers euromiljonairs, eenmansvennootschappen die vooral het beste met zichzelf voor hebben. Het winnen van eremetaal vertaalt zich dan wel in nóg meer euro’s op die sowieso al uitpuilende bankrekening, dus gaan ze ervoor. Een karikatuur? Kijk en oordeel.
Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. En voor het Team. Zo bedwongen de Red Lions afgelopen week hun tegenstanders. Spanje, 5-0. Engeland, 2-0. Wales, 6-0. Duitsland, na een ware thriller, 4-2. Opnieuw Spanje, 5-0. Meeste doelpunten van het toernooi: 22. Minste tegendoelpunten: 2. Geen enkele tegengoal op strafcorner, dat is straf. In vier van hun vijf wedstrijden meer balbezit en meer doelpogingen dan de tegenstander. Alleen de Duitsers schoten vaker op doel dan de Red Lions. En in de finale hadden de Spanjaarden meer balbezit, maar dat kwam vooral omdat de Belgen na de vier-nul bij de rust wat terugzakten. Opvallend: vijf doelpogingen en vijf strafcorners leverden in de finale vijf goals op. Bijzonder efficiënt. Werkpuntje is het afwerken van strafcorners: tegen Duitsland werd er maar een van de acht omgezet.
Hoffelijke omgang
Na het behalen van de wereldtitel schreven we al dat dit succes niet uit de lucht komt vallen (DS, 17 december 2018). De hockeybond koos wijs voor buitenlandse inbreng, topcoaches die hun kunnen al bewezen hadden. De huidige bondscoach, Nieuw-Zeelander Shane McLeod (50), werd vier jaar geleden aangesteld en zorgde er mee voor dat deze uitzonderlijk getalenteerde hockeygeneratie achtereenvolgens Olympisch zilver, EK-zilver, WK-goud en EK-goud behaalde.
Arthur Van Doren werd de voorbije twee jaar uitgeroepen tot beste veldspeler van de wereld, zijn voorganger was eveneens een Belg: John-John Dohmen. Vincent Vanasch was in 2017 en 2018 de beste keeper, een bekroning die hem ook dit jaar niet mag ontsnappen. Van Doren is nog altijd maar 24 en Vanasch kan als bijna 32-jarige nog wel even mee in doel. Op Vanasch (228 interlands!), Dohmen (31), Charlier (31) en aanvoerder Briels (32) na zijn het allemaal twintigers die ook de volgende jaren nog top zullen zijn. Victor Wegnez, zaterdag uitgeroepen tot beste speler op het EK, is amper 23.
Volgende uitdaging: Olympisch goud. In 2016 in Rio de Janeiro verloren de Red Lions de finale van een sterker Argentinië, maar drie jaar later is dit team alleen maar in positieve zin geëvolueerd. Individueel en collectief sterker, eendrachtiger, zelfverzekerder, dominanter. Nu nog de natie meekrijgen, want net als na de wereldtitel bleven toeterende auto’s in het avondlijke verkeer achterwege. Het gejuich bleef beperkt tot de volgepakte tijdelijke tribunes op de Wilrijkse Pleinen. Hockey zal nooit voetbal worden. Dat is maar goed ook: fair play is er geen loutere marketingterm, het inschakelen van de videoreferee gebeurt voorbeeldig (de eindbeslissing ligt bij de VAR, daar kunnen ze in het Belgisch voetbal nog iets van leren), de hoffelijke omgang op en naast het terrein – met tegenstanders én scheidsrechters – staat ver af van het doorgaans ruwe vertoon in een voetbalstadion. De enige parallel is dat spelers elkaar in het doelgebied in de fout proberen te doen gaan: in het hockey gebeurt dat door op de voeten te mikken, in het voetbal worden tegenwoordig de armen geviseerd. Beetje pesterige regels, toch?
Olympisch dromen
Hockeygoud bij de mannen moet het doel zijn volgend jaar op de Olympische Spelen in Tokio, van 24 juli tot en met 9 augustus. Voor de vrouwen lijkt een medaille nog wat hoog gegrepen, al was er dat bemoedigende gelijkspel tegen het ongenaakbare Nederland. Het jumpingteam mag nu ook ambitieus zijn, na het EK-goud. En wat mogen we verwachten van de basketvrouwen (Belgian Cats) na hun knappe vierde plaats op het recentste WK?
Individuele medaillehoop rust op de stevige schouders van judoka Matthias Casse (22), twee maanden geleden Europees kampioen geworden in de categorie tot 81 kg. In het wielrennen wordt uiteraard gekeken in de richting van supertalent Remco Evenepoel, hij moet op de weg de opvolger van Greg Van Avermaet worden en kan ook in de olympische tijdrit uitblinken. En dan is er nog Nafi Thiam. Een week geleden verbeterde ze in Birmingham tot twee keer toe het Belgisch record verspringen: ze sprong met 6m86 negentien centimeter verder dan haar eigen vorige record. Als ze wil kan ze in Tokio ook aan het verspringen deelnemen, al blijft haar hoofddoel het verlengen van de olympische titel in de zevenkamp.
Het olympisch dromen mag een aanvang nemen.