De motor van mijn blogposts is heel vaak
verontwaardiging en — u weze gewaarschuwd — dat zal dit keer niet anders zijn.
Een van de privileges van mijn job is dat ik soms dingen kan zien, horen of
lezen nog voor het grote publiek er kennis van kan maken. Zo mocht ik deze week
het nieuwe boek van David Van de Steen, Overlever
van de Bende van Nijvel
, ‘voorproeven’ en de nieuwe film van Stijn Coninx, Niet schieten, naar het vorige boek van
Van de Steen (Niet schieten, dat is mijn
papa!
), op een veel te klein scherm bekijken. En het voerde me onmiddellijk
terug naar de duistere jaren 80, toen Amerikaanse kruisraketten werden geplaatst ondanks massaal
protest van de bevolking, toen de regering met bijzondere machten — zeg maar:
volmachten — ging regeren om het parlement helemaal uit te kunnen schakelen, toen
hoogwaardigheidsbekleders (what’s in a
name!
) hun seksuele driften konden uitleven op jonge jongetjes en meisjes tijdens
zogeheten ‘Roze Balletten’, toen de linkse rakkers van de CCC veertien
aanslagen pleegden op nauwelijks twee jaar tijd (twee doden, de daders werden
opgepakt en veroordeeld), toen de extreemrechtse rakkers van de Bende van
Nijvel achttien diefstallen, afrekeningen en overvallen pleegden op iets meer
dan vier jaar tijd (achtentwintig doden, de daders werden nooit gevat en dus
ook niet veroordeeld).

Over de film kan ik kort zijn: die is
geweldig. Vier sterren, zeer zeker. Jan Decleir, die de grootvader van David
Van de Steen speelt, is in bijna elke scène aanwezig. In extreme close-up dan
nog wel. Mocht dit een Amerikaanse film zijn, je hoefde niet meer te
pronostikeren wie de Oscar voor Beste Mannelijke Hoofdrol zal ontvangen.
Decleir is majestueus. Elke geste, elke opgetrokken wenkbrauw, elk zorgvuldig
geformuleerd woord uit zijn mond zit juist. Er is trouwens geen enkele
ondermaatse acteerprestatie in Niet
schieten
, ze schitteren van heel jong tot heel oud. Enig minpuntje in de
film: op het eind houdt Decleir/grootvader een lange toespraak in een volle
zaal met slachtoffers, nabestaanden en pers, met vooraan de zoveelste onderzoekequipe
die de miljoenen documenten van voren af aan mocht beginnen door te nemen. Het is een van de
weinige fictieve scènes uit de film. Voor de rest volgt Coninx nauwgezet het
boek van Van de Steen. Pijnlijk accuraat. Die slotscène heeft iets Hollywoodiaans,
iets moraliserend, alsof er nog een afronding nodig was na meer dan twee uur
prachtige cinema. Jammer, maar u móet hoe dan ook gaan kijken. En misschien móeten
we daarna massaal op straat komen, iets ‘Witte Mars-achtig’ organiseren, om aan te
klagen dat er bijna drieëndertig jaar na de laatste bloedige overval nog altijd
geen schijn van een oplossing lijkt te zijn voor dit Grote Mysterie.

Achttien feiten, achtentwintig doden, veertig zwaargewonden
(onder wie David Van de Steen, die het ternauwernood overleefde, in
tegenstelling tot zijn vader, moeder en zus, die voor zijn negenjarige ogen
werden afgeknald door kerels met carnavalsmaskers voor hun kop), een zeer
beperkte buit. Alles bij elkaar een kleine zeven miljoen frank (175.000 euro).
Het ging dan ook niet om die centen, dat was maar om de aandacht af te leiden.
We zouden er trouwens beter mee ophouden om te spreken over overvallen op
supermarkten, het ging om koelbloedige slachtpartijen op plekken waar veel onschuldige mensen waren samengekomen. Met als doel chaos te
zaaien, want dat paste in het maatschappijbeeld van de mensen achter de
schermen, dat was hun Ideale Wereld, een wereld waarin een schrikbewind heerste. De
Bende van Nijvel — zo genoemd naar een van de plekken waar een supermarkt het
doelwit werd van een slachtpartij, met drie doden tot gevolg — was geen zootje
ongeregeld, geen chaotisch schurkengezelschap. Dit waren getrainde
paramilitairen, die een nauwgezet plan volgden: de samenleving aan het wankelen
brengen. Dat lukte, overigens. Mensen gingen op vrijdag- of zaterdagavond met
een bang hartje naar de Colruyt of de Delhaize. De bendeleden gingen ook steeds
driester te werk, alsof hen gevraagd werd om hun actieradius op te voeren en
alle scrupules overboord te gooien. Op 27 september 1985 vielen ze aansluitend binnen
in de Delhaizes van Eigenbrakel en Overijse, samen acht doden. Op 9 november
1985 was er de slachtpartij op de Delhaize in Aalst, recht tegenover het
appartement van de grootouders van David Van de Steen. Acht doden. Het laatste
wapenfeit van de Bende.

De daaropvolgende jaren bleef de schrik er
goed inzitten bij de bevolking. Het doel van de Bende was bereikt: België kreeg
meer blauw op straat (toen nog vooral rijkswacht, terwijl leden van die
snorrenbrigade ongetwijfeld betrokken waren bij de Bende, het was alsof
moordenaars een extra wapen kregen aangereikt). De daders mochten niet gevonden
worden, zoveel was duidelijk, want dat had kunnen leiden naar de opdrachtgevers.
Veelbelovende onderzoekpistes werden even gauw weer begraven,
onderzoeksrechters van het onderzoek gehaald, het lijvige dossier verhuisde
vaker dan de doorsnee landgenoot tijdens zijn lange leven. En de politiek liet
betijen. De hoogste juridische kringen lieten betijen, of werkten zelfs gretig en
deskundig mee aan het begraven van het onderzoek. De daders lopen of liepen
vrij rond, onbekommerd. Dat extreemrechtse krachten (politici, zakenlieden,
rijkswachters, beroepscriminelen, een fascistisch clubje) achter de Bende van
Nijvel zitten, mag nog altijd niet officieel geweten zijn, en eigenlijk hoor ik
dit niet te schrijven, want het is nog niet bewezen, de daders zijn niet
opgepakt en veroordeeld. En zullen dat wellicht ook nooit worden. Als zelfs
David Van de Steen er niet meer in gelooft, hoe moet het dan zijn met mensen
die de zaak slechts vanop afstand hebben gevolgd, die misschien zelfs jaren na
de feiten geboren zijn?

De Bende van Nijvel blijft een schandvlek op
de Belgische samenleving. Na drieëndertig jaar mag de waarheid nog altijd niet
geweten zijn. Achtentwintig doden, honderden nabestaanden, zoveel mensen die
één simpel ding vragen van onze overheden: gerechtigheid. Zolang dit onderzoek
niets oplevert, kan ik de beleidsmakers in dit land niet ernstig nemen.
Verontwaardiging is gepast, boosheid mag, neen, móet! Maar ga eerst naar de bioscoop.