Bij de meest verschrikkelijke dictators uit de
geschiedenis kan ik me nog iets voorstellen: ze deden het uit ideologische
overtuiging of een of andere perverse vorm van idealisme, en daaruit vloeide
waanzinnig misdadig gedrag voort. Je kan dat nog enigszins verklaren, vanzelfsprekend
met enige moeite en de nodige walging.
Om geen misverstand te creëren: ik verfoei die
mannen van het Grote Gebaar, maar hoe – in naam van alle potentaten – word je mensensmokkelaar?
Terroristen, wat ook hun drijfveer moge zijn,
vernietigen mensenlevens, van zij die dood zijn en het niet meer kunnen
navertellen, en van zij die nog leven en het niet meer willen navertellen. Zelf
kiezen ze voor een stel hemelse maagden, het omverwerpen van het
maatschappelijke bestel of wat financieel gewin. Zeer verwerpelijk allemaal,
maar je kan het nog duiden, wáárom ze dat doen.
Bij een terrorist is het gebrek aan mededogen
absoluut geen bezwaar, maar hoe – in naam van een denkbeeldig opperwezen – word
je mensensmokkelaar?
De deelnemers aan Temptation Island proberen na te gaan hoe sterk hun relatie is en –
vooral – hoe sterk zijzelf bestand zijn tegen verleidingsrituelen (en nu ga ik
er even zeer naïef van uit dat dit smakeloze programma niet van a tot z vooraf
in een scenario werd gegoten). Ik ben er ooit, tijdens het zappen op een
inspiratieloze tv-avond, bij blijven hangen, echt waar, het was geen ziekelijke
nieuwsgierigheid naar de laagste instincten van de IQ-loze medemens. Ik praat
nog liever tegen mijn hand.
Ach ja, we weten het, dat soort mensen komt
graag in volle primetime klaar, maar hoe – in naam van Pommeline en Gringo –
word je mensensmokkelaar?
Ik heb respect voor dieren, maar sommige
kruipende monstertjes laat ik het liefst met de onderkant van mijn pantoffels
kennismaken. De kakkerlak, bijvoorbeeld. Dat komt zo. Tijdens een verblijf in
een nogal exclusief oord in het zuiden van Spanje was er zo’n diertje dat
hardnekkig door de kamer ploeterde, daarbij flink wat knisperend geluid
producerend. Ik ging dapper als steeds in de achtervolging, maar het kreng was
iets te snel en kroop onder kasten, stoelen en het bed. Een er inderhaast bij geroepen
hotelbediende had er gelukkig een trucje op gevonden. Hoe het diertje heette? La Cucaracha. Ik deed er meteen een onhandig,
vrolijk dansje bij.
Kakkerlakken zijn ergerlijk, doch vormen geen
groot gevaar, maar hoe – in naam van het insectenrijk – word je mensensmokkelaar?
Als zelfs Herman Van Holsbeeck weer het
daglicht aanschouwt en Mogi Bayat al dagen niet meer op een krantenfoto is
gesignaleerd, weet je: de wintertransferperiode is voorbij. De jaarlijkse
hoogmis van de oei-we-hebben-het-vorige-zomer-weer-flink-verknoeid-en-hebben-nu-iets-goed-te-maken
voetbalbestuurders. Waarna dit ritueel zich over een maand of vijf opnieuw zal
voltrekken. Knoeien is des mensen, verknoeien ook.
Mijn geliefde sport wordt steeds meer naar de
kloten geholpen door de niets en niemand ontziende voetbalmakelaar, maar hoe –
in naam van Mendes, Raiola, Zahavi en Bayat – word je mensensmokkelaar?
Zoek je naar een mensensoort die geen
scrupules heeft en die voor een zakcentje zijn hulpbehoevende medemens een
beetje hemel op aarde belooft en hem vervolgens gewetenloos en zonder verpinken
laat zinken op een gammel bootje, zoek dan niet verder dan dit hatelijke
exemplaar: de mensensmokkelaar. Maar, in naam van de menselijkheid: hoe word je
het?