‘De
relatief onbekende uitdager’, zo stond er daags na de rectorverkiezingen in
Leuven in een courant die zich gaarne kwaliteitskrant laat noemen. Ik verslikte
me net niet in mijn tweede kopje espresso van de dag. Luc Sels, want zo heet de
‘relatief onbekende’, heeft internationaal veel meer renommée in zijn vakgebied
dan de uittredende rector. Ik heb Sels ooit mogen interviewen, ruim twee jaar
geleden, voor mijn boek Als het werk
stopt, over de problematiek van werkzoekende vijftigplussers. Ik zocht Sels
niet toevallig op. Na uitgebreide bronnenstudie kwam ik tot de vaststelling dat
deze man in ons land dé autoriteit is op het vlak van arbeid en tewerkstelling.
Decaan van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, leidende kracht
binnen het Steunpunt Werk en Sociale Economie, auteur van beredeneerde boeken
over werk. Geboren in Merksem dan nog, dat schiep meteen een band. Een man die
bedachtzaam en genuanceerd praatte, allesbehalve een tafelspringer. Zo blijf je
natuurlijk ‘relatief onbekend’ in een tijd dat aandachtzoekers snel een
microfoon onder hun neus geduwd krijgen en beginnen te ratelen. Sels hoeft niet
mee te doen aan De slimste mens ter
wereld: hij is het. (Oké, lichtjes overdreven, maar u weet wat ik bedoel.)
‘Wie is Luc
Sels?’, zo begon vandaag een artikel in een andere courant die zich gaarne
kwaliteitskrant laat noemen. Opnieuw spoot de koffie bijna door mijn neusgaten.
Sels kwam zelf ook even aan het woord, iets wat ie zelden doet in de media. En
hij zei iets dodelijks over zijn voorganger, zonder diens naam te vermelden.
“Ik zal zeker niet meedoen aan De
slimste mens ter wereld. Terzake
kan uiteraard wel, als het gaat over de rol van de universiteit of mijn eigen
expertisedomein. Voor de rest wil ik de universiteit meer in de breedte
zichtbaar maken. Over de Amerikaanse verkiezingen hoor ik veel liever Bart
Kerremans dan de rector van de KU Leuven. Ik wil graag gaan voor een
universiteit met meer maatschappelijke impact, maar daarvoor hoef ik niet
constant aan het woord te zijn.”
Touché! Van
deze man hoeft u geen handvol spitse oneliners per dag te verwachten op
Twitter, zoals de huidige rector placht te doen. Deze man gaat dus niet in
leuke panels bon mots droppen en
ironisch proberen te zijn in de overtreffende trap. Deze man vindt
deskundigheid belangrijker dan verbale aanwezigheid. Dat wordt wennen voor de
media, die al vele jaren aan de voeten liggen van Sels’ voorganger. Als je die
belde voor een losse babbel, stond ie meestal aan het eind van het
telefoongesprek al buiten voor de deur te wachten. Kan ook zijn dat hij zijn
chauffeur de opdracht gaf om de hele dag rond te rijden, van krant naar zender,
je weet maar nooit dat hij iets zou mogen komen zeggen. Over de Amerikaanse
verkiezingen, bijvoorbeeld.
***
Kan best
zijn dat we over vier jaar concluderen dat Luc Sels, de tegen dan ‘relatief
bekende’ rector van de Leuvense universiteit, de slechtste rector uit de
geschiedenis is, maar daar gaat het hier niet over.
***
Waarom
hollen wij, journalisten, toch altijd achter de usual suspects aan?
***
Laatst ging
het in De afspraak over
vrouwenrechten in Saudi-Arabië en maakte de sociale media-meute zich boos omdat
er geen vrouw in het panel zat. Bleek dat Annemie Turtelboom op het laatste
moment had afgebeld en dat er in een zoektocht naar een vervang(st)er geen
andere vrouw vrij bleek. Kan gebeuren. Het probleem is alleen: het gebeurt
áltijd. Het zijn bijna altijd mannen die aanschuiven om over vrouwen in andere
culturen te praten. En weet u wat: dat is óók de schuld van de vrouwen! Want
die zijn veel te bescheiden.
Ik verklaar
mij nader. Als ik voor een artikel op zoek ben naar een deskundige in een
bepaald vakgebied, maak ik gebruik van de Expertendatabank, een hulpmiddel voor
journalisten met een mager gevulde contactenlijst. Daarin vind je professoren,
bedrijfsleiders, dokters, noem maar op. Er staan meer vrouwen dan mannen
tussen: die databank wil namelijk bewust meer vrouwen in de media aan bod laten
komen. Een nobele zaak, waar ik me graag achter schaar. Alléén: als je zo’n
deskundige vrouw belt, heeft die altijd de neiging om zich luidop af te vragen
of zij wel de meest geschikte is om te antwoorden op jouw vragen. Een zeer deskundige
vrouw zegt: “Oei, ik ken daar wel iets van, maar misschien kun je dat toch
beter aan collega X vragen, die is daar al veel langer mee bezig dan ik.”
Een halfdeskundige man zegt: “Ja, natuurlijk, vraag maar op.”
Dat er te
weinig vrouwen in uw krant of weekblad staan, op uw radio weerklinken of op uw
tv-scherm verschijnen is dus zeer zeker de schuld van die media, maar óók van
de vrouwen.
***
“Wees
niet zo nederig. Zo belangrijk ben je nu ook weer niet.” – onbekende
auteur
***
“Dikwijls
is datgene wat wij bescheidenheid noemen, niets anders dan het verlangen om
tweemaal geprezen te worden.” – Godfried Bomans (een man)
***
Ik droom
van een journalistiek waarin wát gezegd wordt oneindig veel belangrijker is dan
hóe of door wíe het gezegd wordt. Dromen zijn bedrog, ik weet het, de wijsgeer
M. Borsato zei dat al. Een aardige oneliner vinden wij, journalisten, nog
altijd prettiger dan twee samenhangende zinnen, vanwege: langer dan tien
seconden. Of saai geformuleerd. “De mensen gaan dat niet kunnen begrijpen.”
En zo blijven échte deskundigen als Luc Sels ‘relatief onbekend’. Plus est en nous, collega’s.