En? Wat
hebben we geleerd gisteren? Dat er een enorm verschil is tussen ‘We hebben hem’
en ‘We hebben hen’. Dat terrorisme niet hetzelfde is als een klassieke oorlog. Dat
minder kaki op straat en meer intelligent speurwerk achter een saaie computer
op een saai bureau misschien zinvoller zou zijn. Dat er ondanks het uitdeinende
cynisme in onze samenleving nog heel veel mensen willen helpen. Dat
solidariteit — een begrip dat zwaar onder druk staat — toch nog altijd in ons
woordenboek te vinden is. Dat onze premier niet in de val van de oorlogstaal is
getrapt, in tegenstelling tot de president van Frankrijk. Dat in grote
crisistijden de klassieke media (openbaar én commercieel) onmisbare bronnen van
informatie blijken, op enkele schoonheidsfoutjes na. Dat het verdomd hard
schrikken was, van dat eerste bericht over ’twee explosies op Zaventem’, en nog
veel harder schrikken van de daaropvolgende berichten die de horror bijna
voelbaar maakten veertig kilometer verderop. Dat we als antwoord op religieus
geïnspireerde onmenselijkheid massaal reageren met een gebed voor België,
waardoor vreemd genoeg de ongelovigen werden uitgesloten: ik deed dus niet mee.
Dat we onze 9/11 beleefden — letterlijk zelfs, met een aanslag om 9u11… — en
onze maagdelijkheid hebben verloren, die we al een stukje kwijt waren na de
aanslag op het Joods Museum twee jaar geleden. Dat angst oké is, als tijdelijk
effect, omdat de terreur op onze stoep stond, maar snel weer plaats moet maken
voor waakzaam realisme. Dat we nood hebben aan meer Europa, maar dat we integendeel
steeds minder krijgen, een gevolg van kortzichtig eigenbelang en ziekelijk opportunisme.

‘We mogen
niet meer naïef zijn’, hoor en lees je overal. Als het gaat over onze
beleidsmensen en de veiligheidsdiensten: zeer zeker. Dat ze ons beschermen en
behoeden voor nieuwe aanslagen. Als het gaat over ons, gewone luitjes: nee,
dank je. Ik wil gerust de rest van mijn leven een waakzame mens zijn, ik zal nog
wat vaker over mijn schouder achterom kijken, ik ben bereid om een zoveelste stukje
privacy te laten schieten als dat wat meer veiligheid voor ons allen zal
opleveren, maar ik wil niet mijn laatste greintje naïviteit opofferen op het
altaar van terreur en angstzaaierij. Dat gun ik de terroristen niet. Dat gun ik
mijn eigen overheid niet. Dat gun ik niemand.

Dus leg ik You’ll Never Walk Alone van Gerry &
the Pacemakers op. ‘When you walk through
a storm / Hold your head up high / And don’t be afraid of the dark / At the end
of the storm / There’s a golden sky / And the sweet silver song of a lark’
.
Het refrein kunt u ongetwijfeld spontaan meezingen.

Ik haal Imagine van John Lennon uit mijn
platenkast en krijg weer instant kippenvel. ‘Imagine
there’s no countries / It isn’t hard to do / Nothing to kill or die for / And
no religion too / Imagine all the people / Living life in peace / You may say
I’m a dreamer / But I’m not the only one / I hope someday you’ll join us / And
the world will be as one’
.

Tranen
biggelen over mijn wangen wanneer ik Marvin Gayes What’s going on? voor de tigste keer beluister. ‘Mother, mother, there’s too many of you
crying / Brother, brother, brother, there’s far too many of you dying / You
know we’ve got to find a way / To bring some lovin’ here today’
.

Of deze
songs de wereld zullen verbeteren? Heel even maar, dan is het effect weg en
eist de harde realiteit mijn aandacht op. Maar die ‘heel even maar’, daar teken
ik nu voor. Heel even weg van ronkende krantenkoppen, een eindeloze reeks pratende
hoofden op tv, diepgaande analyses op de radio, paniek en polarisatie op de
sociale media. Nee, ik ben niet zo naïef om te ‘geloven’ dat die
hartverwarmende flarden tekst de waanzin zullen verdrijven, maar gun mij die
momenten van naïviteit en hoop. Heel even maar.