“Gij hebt een mening, ik heb een mening.
Maar gij zijt journalist en ik ben voorzitter.” Zoiets moet Sporting
Lokeren-voorzitter Roger Lambrecht gezegd hebben op de persconferentie waarop
zondagmiddag Georges Leekens werd voorgesteld als nieuwe trainer. Lambrecht is
de laatste van de dinosaurussen onder de oude voetbalvoorzitters:
alleenheerser, geen tegenspraak duldend, eigengereid. “Ik zorg voor het
geld, dus jullie moeten zwijgen en gehoorzamen”, die mentaliteit, waarvan
we even in alle naïviteit hadden gehoopt dat ze uit het Belgisch voetbal was
verdwenen, maar die nu meer dan ooit terug is. De meeste clubs worden opnieuw
dictatoriaal geleid, een evolutie die we delen met het buitenland waar
schatrijke eigenaars hun hobby uitoefenen zoals het hen uitkomt.

***

Wintertijd, moet Roger Lambrecht gedacht
hebben, maar hij draaide de klok niet één uur, maar acht jaar terug, naar de
vorige doortocht van Leekens in Lokeren. In de zomer van 2007 werd die binnengehaald
als redder in nood, nadat enkele maanden voordien ternauwernood de degradatie
was afgewend. Hij deed zijn contract niet uit, want na anderhalf seizoen
vertrok ie naar Al-Hilal in Saudi-Arabië, waar hij na een maand alweer aan de
deur stond. Tussen 1999 en 2001 had Leekens al eens een periode op de Lokerse
bank doorgebracht, toen met ene Hein Vanhaezebrouck als assistent.

Tweeëntwintig werkgevers op eenendertig jaar tijd.
Mogen we de heer Leekens een jobhopper
noemen? Ik dacht het wel. Is hij een oplossing voor de lange termijn? Ik
vermoed van niet, want hij bleef alleen bij zijn eerste werkgever, Cercle
Brugge, drie volle seizoenen. Daarna was twee jaar het maximum. Bij drie
werkgevers keerde hij een tweede keer terug: KV Kortrijk, Club Brugge en
Excelsior Moeskroen. Lokeren is de eerste club die hij drie keer aandoet. Goede
banden met de bandenfabrikant, dat helpt. Gentlemen’s
agreement
, noemde Leekens het in Sportweekend,
terwijl er geen gentleman in de buurt was.

Je zou denken: Lambrecht ontslaat Bob Peeters
om plaats te ruimen voor een succescoach. Van Leekens is bekend dat hij op
korte tijd een organisatie weet neer te poten en discipline kan opleggen, maar
het is net zo goed geweten dat zijn psychologische aanpak niet langer dan
anderhalf seizoen meegaat. Daarna is de blabla hol geworden en verdwijnt de discipline
onder de spelers even snel als dat ie gekomen is. Bekijk zijn erelijst: één
titel (Club Brugge, 1990) en twee bekers van België (Cercle én Club). In 1990
werd hij tot trainer van het jaar verkozen. Zijn laatste trofee, de bekerzege
met Club, dateert van 1991, vierentwintig jaar geleden. Hij deed het meer dan
behoorlijk met Moeskroen — promotie, het jaar daarop meedraaiend aan de
top van de eerste klasse, waarna hij de club verliet om bondscoach te worden, u weet hoe dat gaat —
en KV Kortrijk, waarmee hij vijf jaar geleden play-off 1 bereikte. Zijn
passages bij de nationale ploeg zullen we maar met de mantel der liefde
bedekken, zeker?

Als je dan toch gaat voor vroegere successen:
Hugo Broos werd als trainer drie keer kampioen, twee keer bekerwinnaar en werd
vier keer uitgeroepen tot trainer van het jaar. Hij is zelfs drie jaar jonger
dan Leekens. Maar Broos is geen tafelspringer, noch een opportunistische
lobbyist die flink meehelpt om poten onder stoelen van collega’s weg te zagen. Over
lijken durven gaan is een noodzakelijke eigenschap op je cv als voetbaltrainer.

***

Het lot van Bob Peeters was vorig weekend al
bezegeld, na de thuisnederlaag tegen OH Leuven. Wat volgde was een walgelijke
pantomime, waarbij de coach zogezegd een crisisvergadering overleefde,
vervolgens een nieuwe spits kreeg aangereikt (Hamdi Harbaoui), niet te horen
kreeg dat de overeenkomst met Leekens donderdag al helemaal rond was, onverwacht
een degradatieduel op Westerlo ging winnen, heel even euforisch was, om nog
diezelfde avond zijn kastje in de trainerskamer te mogen leegmaken. Een
rollercoaster van emoties waarmee je een relatief jonge trainer (41) kapot
maakt, vooral omdat het niet de eerste keer is. Misschien is Peeters wel onbekwaam op topniveau, wie zal het zeggen, maar dan nog ga je zo niet met mensen om.

In een dictatuur is menselijkheid bijzaak. Een
werknemer is er niet meer dan een nummer. In een wereld die aaneen hangt van
spuug en opportunisme verbaast het niet eens meer. Wie het Belgisch voetbal
volgt wordt er cynisch van: wie zal het volgende slachtoffer van hapsnapbeleid
zijn? En welke lijkenpikker zal er dan bij groot toeval in de coulissen
klaarstaan om over te nemen?

Eén keer werd ik zelf geconfronteerd met een
boze Lambrecht. Najaar 2006 was ik hoofdredacteur van Kanaal 3 (tegenwoordig:
TV Oost), de regionale zender in Oost-Vlaanderen. We brachten een item waarin
de Lokeren-voorzitter in weinig voorzichtige termen een mensenhandelaar werd
genoemd, vanwege de zoveelste transactie met een Afrikaanse voetballer in die
dagen. Na het boze telefoontje floten mijn oren dagenlang, maar ik ben nog
altijd trots dat we hem toen zo genoemd hebben. Hoe zou je een werkgever die
goedkope werkkrachten op een ander continent gaat ronselen, hen daarna in
armoedige omstandigheden huisvest, systematisch verwaarloost en ze dan — als ze
niet onmiddellijk renderen of, omgekeerd, als ze net blijk geven van veel talent —
zo snel mogelijk weer doorsluist naar een collega-voorzitter, anders moeten omschrijven?
In mijn ogen blijft dat mensenhandel.

***

Sporting Lokeren heeft weinig zekerheid dat er een toekomst zal zijn. Grote
baas Roger Lambrecht is 84 en heeft een kwakkelende gezondheid. Opvolging is
niet in zicht: elke vorm van medezeggenschap wordt door Lambrecht afgeblokt.
Als hij morgen wegvalt, is er niets meer. Met de geloofwaardigheid van het
beleid en de externe sympathie voor de club valt het ook dik tegen. Nee, die
Lokerse Feesten zijn nog niet voor binnenkort.