Een Dag Zonder Peiling, daar hunker ik naar.
Zo een dag dat we niet om de oren worden geslagen met cijfertjes die een etmaal
later al worden tegengesproken door alweer een andere poll van een andere
mediagroep en die een maand nadien grondig gewijzigd blijken te zijn. Waarbij
de foutenmarge even wordt vergeten, zo gaat dat doorgaans. Foutje. Ach, ’t is
maar een peiling, zeggen de verliezers. Ja, dit doet goed, zeggen de winnaars,
die bij de daaropvolgende resultaten “Ach, ’t is maar een peiling”
fluisteren. Vijfenzeventig procent van de Vlamingen vindt dat de taxshift
enkel in het voordeel van de rijken werkt en toch krijgt de regering-Michel I
een virtuele schouderklop. Een mentale grand
écart
die nauwelijks te vatten valt.

***

Morgen, 11 oktober, zit de regering van
premier Charles Michel precies een jaar in het zadel. Kamikazecoalitie, zo werd
gezegd in de aanloop naar de regeringsvorming. Minderheid in Wallonië, dat leek
op politieke zelfmoord van de MR. Drie behoorlijk eensgezinde Vlaamse partijen,
kon je toen op een veilige afstand waarnemen. In de praktijk was de MR nooit eerder
zo populair in haar kiesgebied en kibbelen N-VA, CD&V en Open VLD dat het
een lieve lust is. Noem een beleidsdomein dat recent aan bod kwam en er werd over geruzied. In een coalitie
waarvan de grootste partij met de slogan ‘Kracht van verandering’ scoorde, is politique politicienne minstens even
sterk aanwezig als in alle voorgaande regeringen die ik me bewust herinner, en
dat zijn er nogal wat sinds halfweg de jaren zeventig.

Als er iets opvalt, dan is het niet dat
er zo véél veranderd is, maar zo wéinig. Natuurlijk worden er andere accenten
gelegd: we zijn van het centrum naar centrumrechts gegaan, een afstand
die al bij al niet zó groot is. Die regering-Di Rupo was heus geen marxistisch
gezelschap, anders zou kingmaker De
Wever nooit christendemocraten en liberalen getolereerd hebben in de huidige
regering, als gewezen slippendragers van de ‘linkse kerk’.

Was het bonte dubbele tripartite-clubje van
Elio Di Rupo veelal besluiteloos en weifelend, dan lijkt de ploeg onder leiding
van Charles Michel krachtdadiger, met de nadruk op ‘lijkt’, want elk ferm
besluit wordt vervolgens gecounterd door kopstukken binnen de coalitie zelf. Maar
ça passe, want zelden stond de
oppositie zwakker dan vandaag: de sp.a pruttelt een beetje in de marge en likt
vooral de wonden na de veel te lange aanloop naar de voorzittersverkiezingen,
Groen is stevig actief maar heeft weinig moreel gezag bij de bevolking, Vlaams
Belang hikt alleen nog wat racistische en communautaire commentaartjes, een
beetje zoals een baby boertjes laat na de maaltijd. In Wallonië biedt de PS
stevig weerwerk, zij het alleen maar verbaal en niet altijd even doordacht. Wat CDH en Ecolo vinden van deze
regering sijpelt nauwelijks nog door tot in de Vlaamse pers. Ware er niet die
interne oppositie binnen de regering, het politieke leven zou rustig verder
kabbelen.

***

Ja, dit is een (neo-)liberale equipe en de
beslissingen lijken wel echo’s uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, maar
heel concreet is het allemaal niet, behalve dan dat de werkgeversorganisaties
voorzichtig positief zijn — wat ze ook dertig jaar geleden waren, waarna er met
de tegemoetkomingen van de regeringen-Martens toch geen extra jobs werden
gecreëerd en alles zijn gangetje bleef gaan. Sossen of geen sossen,
echt veel verschil maakt dat niet uit, hooguit worden de harde maatregelen bij
aanwezigheid van sociaaldemocraten wat verzacht of mooier verpakt, maar meer
dan window dressing is het meestal
niet.

Verwacht werd dat de aanwezigheid van
splitsingsgezinde Vlaams-nationalisten op cruciale ‘Belgische’ postjes
(Binnenlandse Zaken, Financiën, Defensie) zou leiden tot een sluikse
machtsgreep en het langzaam afglijden naar het separatisme, artikel 1 van de
N-VA-statuten in de hand, maar niets bleek minder waar. Jan Jambon gaf op
Binnenlandse Zaken de indruk dat het staatsmanschap voor hem niet zo veraf lag,
zeker in de nadagen van de Charlie Hebdo-aanslagen
in Parijs. Theo Francken toonde zich als staatssecretaris voor Asiel en
Migratie veel gematigder dan zijn alter ego op Twitter en Facebook. Als er al dissidente
en harde geluiden te horen waren bij de N-VA, dan kwamen die van buiten de
federale regering. Partijvoorzitter-burgemeester-afwezig federaal parlementslid
Bart De Wever gooide telkens olie op het vuur en zorgde bijna in zijn eentje
voor een angstklimaat in en om de grootste stad van Vlaanderen. Militairen op
de straathoek, persoonlijke bodyguards, standpunten die verdacht dicht aan
schurkten tegen die van het nieuwe wingewest, Vlaams Belang, terwijl
partijgenoten in Brussel vooral rust en kalmte predikten.

De Wever werd daarin bijwijlen flink gesteund
door Vlaams minister Liesbeth Homans, die racisme al eens relatief durfde te
noemen of niet direct een verblijf beschikbaar had voor asielzoekers die nog
een woonst hadden in het oorlogsgebied dat ze net ontvlucht waren, u weet wel
die gelukzoekers die maar een verblijf in een buurland hadden moeten zoeken.
Terwijl de N-VA’ers in de regeringen — ook Homans — blijk gaven van
verantwoordelijkheidszin, pleegde de Antwerpse entente de ene na de andere
hold-up op de publieke opinie, als waren ze de verbale Bonnie & Clyde van
Vlaanderen.

Het volk zag en morde nauwelijks. Werd het
gepeild, dan knikte het goedkeurend. Dan werd het beleid met een ‘Vind ik leuk’
beoordeeld. Die tweespalt binnen de grootste partij — gematigd in het beleid,
keihard ernaast — vond men wel oké. Dat Maggie De Block zo populair is kunnen
worden en Theo Francken dat nu ook is, bewijst dat je met een op papier harde
aanpak op het domein Asiel en Migratie kunt scoren in Vlaanderen. Het zegt iets
over de Vlaamse volksaard, vrees ik. Dat ze het die vreemdelingen maar eens
goed laten voelen, verdorie, dat komt hier onze jobs inpikken, ons vergiftigen
met hun geloof, straks snijden ze onze keel nog over!

***

Nee, mij is vooral de kracht van het status quo
opgevallen de voorbije 364 dagen. En toch ben ik ongelukkiger dan een jaar
geleden. Niet omdat ik me als ietwat linksige,
politiek ongebonden jongen zo goed voelde bij vijfentwintig jaar
‘socialistisch’ (sic) beleid —
regeringen die moeilijke beslissingen maar voor zich uit bleven schuiven, op een enkele uitzondering na —,
maar omdat de hardheid van sommige actuele standpunten bon ton begint te worden
in een kil en afstandelijk Vlaanderen.

En avant, op naar de volgende peiling!