Wie geregeld meedraait in de mallemolen van de sociale media
weet het heel zeker: we stammen af van primaten. Geen God die alles naar zijn
eigen beeld geschapen heeft, maar evolutieleer. Darwin. Je krijgt de mens wel
uit de aap, maar de aap niet uit de mens. Sommige primaten evolueren nu eenmaal
beter dan anderen.

Antwerpse hoeren
& co

De jongste dagen las je er wel wat over: op Facebook werden
pestpagina’s aangemaakt met onwelluidende namen als ‘Antwerpse hoeren’, ‘Brugse
hoeren’, ‘Brusselse hoeren’, enzovoort. Inspiratie troef, dat was al zo bij de
neanderthalers, met mijn excuses voor de echte neanderthalers trouwens.

Enkele nerds met te veel vrije tijd en te weinig verbeelding
starten zo’n pagina op (ze vinden zichzelf leuk), een aantal actieve
volgelingen post er wat vunzige foto’s en teksten op (ze vinden pesten leuk),
en een aantal anderen doen mee voor de gezelligheid (ze vinden het gewoon leuk).
De ‘Antwerpse hoeren’-pagina, die inmiddels na luid protest afgesloten werd,
haalde zo in een mum van tijd 4.000 (vier-dui-zend!) “vrienden”. Tja,
die moet je verdienen, élke dag. Met foto’s en insinuaties die steeds verder
gaan.

Het idee (sorry, Einstein, dat we dit woord gebruiken) om
zulke pagina’s te lanceren kwam blijkbaar telkens van dezelfde zes jongeren.
Ongetwijfeld stoere binken die zich geweldig geamuseerd hebben bij de
uitvoering van hun gedurfd masterplan. Vroeger doken dat soort ideeën op tussen
pot en pint (en waren ze meestal al vergeten wanneer de bedenkers ‘s
anderendaags met een venijnige kater opstonden), tegenwoordig worden ze door
nuchtere jongens op blitze laptops in modern ingerichte slaapkamers
uitgebroed.

Op de ‘Antwerpse hoeren’-pagina – de moeder van alle
hoerenpagina’s, zeg maar – stond donderdagavond het bericht: ‘Sorry mannen,
pagina wordt verwijdert (sic).
Flikken hebben ons alle zes een brief gestuurd. We had a nice time, we krijgen
geen boete, geen straf en alle meisjes zijn nog steeds hoeren.’ Een beetje
achterlijkheid is meegenomen, als je zo’n initiatief neemt. Een dt-fout wordt
in zulk milieu ongetwijfeld op gejuich onthaald. Volharden in de boosheid
eveneens.

Wat die kerels zich niet afvragen is of de meisjes van wie
de foto’s ongevraagd op de site werden gepleurd met ondubbelzinnige
onderschriften als ‘Een Poolse hoer die pijpt voor een fles vodka’ of ‘Neukt
elke dag met een andere gast wanneer haar ouders niet thuis zijn’ wel zo’n nice time hebben gehad. Ik vermoed van
niet.

Gepeste jongeren die depressief worden of zelfmoord plegen
zijn er intussen legio. Die richten geen Facebook-pagina’s op. Die laten zelden
van zich horen en als ze het al doen, is het stilletjes, in een hoekje. Soms
lees je over hen in de krant, maar dan is het meestal al te laat.

Neighborhood Bully

Wat die klootzakjes (ja, ik zocht een woord met ballen!)
zich ook niet realiseren is dat ze perfect in hetzelfde straatje thuis horen
als de idioten die nog niet zo lang geleden in de reportage ‘Femme de la rue’
onwelvoeglijke dingen riepen naar een jonge vrouw die, niet eens schaars
gekleed, over een Brusselse straat liep. Stoere Vlaamse durfals en al even
stoere islamitische fundamentalisten hebben elkaar gevonden, zonder dat ze
elkaar gezocht hebben. De rode lamp licht achter hun rug op bij de verzamelterm
‘Hoerenroepers’. Nee nee, niet “hoerenlopers”, want dat durven ze dan
weer niet. Ze zijn wel stoer, maar alleen in groep. Zonder bescherming van die
groep zijn ze laf en onbeduidend. Nóg onbeduidender.

Het is het soort volk waar Bob Dylan in 1983 (lang vóór de
sociale media, zelfs een hele tijd vóór internet en gsm, wat zeg ik: nog vóór
de personal computer gemeengoed werd) over zong in het nummer Neighborhood Bully op de elpee Infidels. Een flard tekst daaruit: ‘The
neighborhood bully just lives to survive / He’s criticized and condemned for
being alive / He’s not supposed to fight back, he’s supposed to have thick skin
/ He’s supposed to lay down and die when his door is kicked in / He’s the
neighborhood bully’.

De song van Dylan kort samengevat: hij/zij moet er maar
tegen kunnen. Pestgedrag is van alle tijden, het is heus niet begonnen met
cyberpesten!

Asociale media

Seksisme is van alle tijden. In een uitspraak als ‘Ik ben
geen racist maar…’ kun je het woord ‘racist’ net zo goed vervangen door
‘seksist’. Die eeuwige strijd tussen mannen en vrouwen, dat aantrekken en
afstoten, is ook net wat het leven zo aantrekkelijk maakt. Spanning moet er
zijn tussen en onder de seksen.

Ik pleit dan ook allesbehalve voor een strikte vorm van political correctness, omdat dat
uiteindelijk even ongenuanceerd is als datgene waar het tegen op komt. Ik ben
vaak zelf zo politically incorrect
als de pest. Ik lach met vrouwen én met mannen. Ik lach zelfs met mezelf. Ik
lach om grappige en om pijnlijke situaties. Ik probeer het ernstige te
relativeren en de ernst te zien in het hilarische. Ik lach niet met Geert Hoste
en ik lach wel met een tekening van Zak over een pas gebeurde ramp. Ik lach met
moppen over blonde vrouwen achter het stuur. Het spijt me. Wat zeg ik, néén,
het spijt me niet!

Maar er zijn grenzen. Als je doelbewust mensen wil pijn doen
– of dat nu om één individu gaat, of om een hele groep (zoals: vrouwen,
zwarten, mongolen, …) – overschrijdt je die denkbeeldige lijn. Een eenvoudige
stelregel zou kunnen zijn: test een uitspraak eerst op jezelf. Als je het zelf
pijnlijk zou vinden, mocht iemand zoiets tegen je zeggen, zeg het dan niet
tegen anderen.

Laten we het even in één sloganeske zin vatten: wie de
sociale media misbruikt om anderen te viseren, is asociaal. Als vierduizend
kortzichtige male chauvinist pigs
zo’n hoerenpagina leuk vinden, dan zitten we dicht aan bij asociale media. En
bij, tromgeroffel, hier komt-ie: fascisme en nazisme. Leiders die een bepaalde bevolkingsgroep
of ras stigmatiseren (in deze context: de jongens die de Facebook-pagina’s
opstartten), trouwe soldaten (Befehl ist
Befehl!
) en verklikkers (hier: de rotzakjes die allerlei foto’s publiceerden
en er een ranzige tekst onder zetten), en een bevolking die stilzwijgend laat
betijen en achteraf ‘Wir haben es nicht gewusst‘ schreeuwt (de 4.000 voyeurs die het wel leuk vonden). Ja, toch?

Tegenreactie nodig

Het is dan ook noodzakelijk dat Facebook, Twitter, Netlog en
al die andere sociale media heel streng optreden tegen pesten. ‘Dit past
helemaal niet in wat Facebook wil,’ zei internetspecialiste Clo Willaerts in
Het Laatste Nieuws. ‘Slachtoffers moeten massaal naar de politie stappen.’

Ze heeft een punt en toch weer niet. Want de politie (‘onze
vriend’, herinner u die oude slogan) treedt nu al nauwelijks op tegen
misdrijven waar geen fysiek geweld gepleegd is. En dan nog. Cijfers tonen aan
dat verkrachte vrouwen nog altijd aarzelen om een aanranding aan te geven; niet
alleen uit schaamte, maar uit vrees dat het niets zal oplossen. Dat ze niet au
sérieux zullen worden genomen, dat het onderzoek tot niets zal leiden, dat ze
zich nog eenzamer en onbegrepener zullen voelen.

Hoe zullen politieagenten, zelden meesters in de
psychologie, dan reageren tegen een meisje van 17 dat komt klagen dat zij
schaars gekleed en met een onderschrift à la ‘Deze meid opent zich dag en nacht
voor alle mannen’ op Facebook werd blootgesteld. Ik vermoed dat oom agent spontaan een
monkellachje op de lippen zal toveren. En dat ie zal zeggen: ‘Zo erg is dat nu toch ook weer niet,
juffrouwtje…’. Ik zie het tafereel zo voor me.

Wat we nodig hebben is een prompte tegenreactie van andere
sociale media-gebruikers. Dat is ook wat er nu gebeurt op Facebook, waar al
verschillende anti-‘Vlaamse hoeren’-initiatieven zijn genomen, wat heel goed
is. Gebruikers van sociale media moeten alerter worden, assertief inspelen op
wantoestanden, aanklagen, eisen dat er wordt ingegrepen. Alleen zo blijven die
sociale media echt sociaal en wordt het niet de favoriete speeltuin van slechte
karakters, niets en niemand ontziende pesters, en domme meelopers.