Alvorens u begint te denken: daar is hij weer,
onze favoriete/gehate/pedante/overbodige* (* schrappen wat niet van toepassing
is) criticaster, eerst even dit. Ik ben opgegroeid met Volksgazet, ik ben volwassen geworden met De Morgen. Thuis werd de socialistische krant van grootouders op
ouders op kleinkinderen doorgegeven. BSP-voorzitter Jos ‘Kop’ Van Eynde en
vakbondsleider/volksvertegenwoordiger/minister Louis Major schreven er in de jaren zestig en zeventig hun
vlammende editorialen in, links bovenaan op pagina één, waarin ze fulmineerden
tegen… (vul zelf aan met alle mogelijke partijen, politici en
belangengroeperingen, behalve de socialistische eenheidspartij en de
socialistische eenheidsvakbond).
Dat waren nog eens tijden. In De Standaard hield de CVP mee de pen van
Manu Ruys en Hugo De Ridder vast, in Het
Laatste Nieuws waakte PVV-voorzitter Frans Grootjans over de teneur van de
commentaarstukken. Onafhankelijke pers? Vergeet het: wiens brood men at, diens
woord men sprak! En dat alles in een oubollige taal, vol halve en hele scheldwoorden.
Neen, vroeger was het heus niet beter.
Maar de Volksgazet,
dat was ook Het Hoekje van de
Wieltjeszuiger, een ironisch sporthoekje dat in mooi, krullend Nederlands
werd neergepend door de vader van een jongeman die later één van mijn beste
vrienden zou worden. Een rubriek die ik gretig tot mij nam: ik smulde van de
taal en propte de fijnzinnige schrijfstijl in mijn zich in alle hevigheid ontwikkelende
hersentjes. Dat wilde ik later zelf ook gaan doen.
Volksgazet ging failliet, De Morgen
kwam in de plaats en dus werd ik, op mijn negentiende, lezer van die nieuwe
socialistische krant, die later onafhankelijk werd en nog later regelrecht
clashte met de partij, de vakbond en de mutualiteit, en maar goed ook. Ik heb altijd van de dwarsigheid
van De Morgen gehouden: die
eigenzinnige voorpagina’s, die handgeschreven krant de dag na een
computerpanne, die alleen door vrouwen volgeschreven krant op Internationale
Vrouwendag, de sarcastische cartoons van ZAK, de scherpe commentaren, de
diepgaande analyses, de ‘kutmarokkaantjes’ in een essay van een medewerker die in de loop
van de jaren een stuk of twintig nieuwe visitekaartjes liet ontwerpen met
telkens een nieuwe functietitel erop.
Ja, ik foeter er geregeld op, zeker wanneer
één of andere wereldvreemde koppensneller dingen als ‘Messie’ of ‘Standaard’ in
de titel zet boven een stuk over Lionel Messi (niet echt de minst bekende
voetballer op aarde) of Standard Luik (niet echt de minst bekende voetbalclub
van het land). Ik vind ze vaak te slap, te eenzijdig, te slecht geschreven. Ik vind
het jammer dat er zo’n personeelsverloop is, waardoor ik niet alleen voortdurend
mijn ankerpunten verlies, maar de krant ook nog eens halsoverkop vertrouwde pennen moet vervangen door jong, aanstormend talent dat die eerste maanden veel te veel gewicht op de
frêle journalistenschoudertjes moet torsen.
Vaker dan ik foeter, koester ik mijn krant. Ik
hou wel van De Morgen. En ik blijf
haar, voorlopig, trouw. Dus, als u verder leest, hou dit dan in het achterhoofd
(ook de medewerkers van De Morgen die
stiekem meelezen).
***
Een zalm werd ons beloofd. Een vis die tegen
de stroom in zwemt. Dat moest de nieuwe De
Morgen, die vorige dinsdag voor het eerst geluidloos in mijn brievenbus
gleed, worden. Dat vond ik al een eerste minpuntje: een krant die al jaren een
dwarsligger was geweest, kondigde aan dat ze… een dwarsligger zou worden.
Dat deed me een beetje denken aan die oude,
belegen mop over die vishandel waar het bordje “Heden verse vis te koop
hier!” de klanten binnen moest lokken. (Als u ze niet kent, vat ik ze kort
samen. Een eerste klant passeert en zegt tegen de vishandelaar: “Die
‘Hier’, dat is toch overbodig, iedereen ziet toch dat er vis in de etalage ligt!”.
De handelaar knikt en past het bordje aan: ‘Heden verse vis te koop!’. Een
volgende passant springt binnen. “Waarom schrijft u eigenlijk ‘Heden’? Het is
sowieso ‘vandaag’, niet ‘morgen’ of ‘gisteren’.” Het bordje wordt weer
aangepast: ‘Verse vis te koop!’. Klant nummer drie trekt de wenkbrauwen op.
“Het lijkt me nogal wiedes dat de vis ’te koop’ is, u geeft hem toch niet gratis
weg?”. De handelaar schrapt weer: ‘Verse vis!’. Een vierde voorbijganger
snauwt: “Nogal logisch dat die vis ‘vers’ is hé, visboertje”. Mmm, ja
dus: ‘Vis!’. Plots stapt er een gezette oude vrouw de winkel binnen:
“Meneer, waarom staat daar ‘vis’ op dat bord, iedereen ruikt van drie
straten ver wat er hier verkocht wordt!”. Waarop de vishandelaar het bord
afveegt en snel naar binnen neemt.)
Ik bedoel maar: ik verwacht van ‘mijn’ De Morgen al zesendertig jaar dat die
tegen de stroom in zal zwemmen, dus is die zalmcampagne voor mij overbodig,
want dat is nu eenmaal – opgelet: marketingterm! – de unique selling proposition van mijn krant. Ik ben met een beetje
verbeelding die gezette oude vrouw die roept dat ik de vis al minutenlang kan
ruiken en die de overbodigheid van dat reclamebord wil illustreren.
***
Bovendien overviel mij al gauw een ‘Is het dát
maar?’-gevoel. Mijn krant is niet veranderd, ik zie geen verschil. ’t Is te
zeggen: uiteraard zie ik een verschil. Strakkere layout in functie van de
leesbaarheid, vertikale lijntjes om de kolommen van elkaar te scheiden, ander
lettertype, streven naar overzichtelijkheid. De zware dubbele opiniepagina werd
opgesplitst: pagina twee werd een volledige opiniepagina (editoriaal, cartoon
van ZAK, ingestuurde bijdrage) en ergens achteraan staat de tweede
opiniepagina. Tenminste, ik zag er een formule in, maar vandaag werd die al doorbroken
voor een redactionele bijdrage die over twee pagina’s doorliep. We zijn
nauwelijks een week ver en de nieuwe lijn wordt al verlaten? Ongedurige zalm!
Natuurlijk heb ik gezien dat Cult in de plaats is gekomen van M en dat het in een kleiner formaat
wordt gepresenteerd, net als de zaterdagse Zeno
en consoorten. Het papier waarin mijn zalm is gewikkeld, ziet er anders uit, dat klopt, maar niet de zalm zelf. Ik zie, met de beste wil van de wereld, geen inhoudelijk
verschil tussen de De Morgen van
dinsdag 7 oktober en die van de dag voordien. Zelfde degelijke krant als
voorheen – zeker als je rekening houdt met de beperkte ploeg die dit zes dagen
per week moet klaarstomen -, maar ook niet meer dan dat. En dat Magazine op zaterdag blijft een ietwat
kunstmatig vehikel met voorspelbare artikels (de Interieurbeurs in Kortrijk
komt eraan? Hopla, een interieurspecial!) en heel veel – proef het dédain – laaifstaail.
Of moet ik het een zalmkleurig statement
vinden dat op de tv-pagina’s de programmering van Canvas voortaan vóór die van
Eén wordt gezet? Zo ja, waarom werd in het ingekorte overzicht dan de voorkeur
gegeven aan BBC1 (terwijl BBC2 meer op het doelpubliek van De Morgen toegespitste programma’s maakt) en aan NPO1 (terwijl NPO3
om diezelfde redenen veel meer voor de hand ligt).
***
Als abonnee kan ik mijn krant voortaan online
lezen of via een app. Ik krijg nu ook toegang tot de integrale De Volkskrant. Kijk, dat vind ik nou
fijn. Ik leg even mijn zalm opzij – hij begon al een beetje te stinken – en
begin de nieuwe website te exploreren. DM+,
moet ik zeggen van de marketeers, excuus.
Wat een verschil met die wat lullige site van nog
maar acht dagen geleden. Eindelijk heeft De
Morgen een website met een eigen smoel. Eindelijk zijn de moderne tijden
doorgedrongen tot de krant die zichzelf graag als modern ziet. Eindelijk heb ik
als klant het gevoel dat ik ernstig genomen word. De layout kan
overzichtelijker, maar dat kan ook aan mijn oude, vermoeide ogen liggen. Het is
niet altijd even makkelijk om snel ergens te geraken, maar dat heb ik met zowat
alle websites (behalve deredactie.be), dus zal ook dat wel aan mij liggen.
Deze vernieuwingsoperatie is wél geslaagd.
Niet dat het allemaal superorigineel is (iedereen jat van iedereen op het
internet en wordt daar nog rijkelijk voor betaald ook), maar je hebt wel iets
interessants in handen, pardon, voor je neus. Als ouderwetse krantenlezer, die
overdag op de hoogte van de actualiteit probeert te blijven via enkele gerichte zoektochten op nieuwswebsites en alerts op Twitter,
zal ik vanaf nu wat meer geneigd zijn om DM+
tot mijn vaste passages te maken.
***
Voorzichtige conclusie: mijn krant is mijn
krant gebleven, alleen werd de make-up anders aangebracht dan in het recente
verleden. Haar website is nu echter
ook mijn website geworden en dat is
de allergrootste verandering die de met veel poeha aangekondigde
vernieuwingsoperatie heeft voortgebracht. Ik, die van nature opdringerige (zijn
er andere?) marketingcampagnes wantrouw, blijf die ‘Heden verse zalm te koop
hier!’ een overbodige boodschap vinden. Een leeg bord had volstaan, zoals bij de
vishandelaar uit die flauwe mop.
Als papieren krantenlezer verwachtte ik het
onverwachte en kreeg ik het verwachte voorgeschoteld. Als grasduiner op het
internet vind ik de nieuwe site verantwoord interessant. Blijf mij verrassen, De Morgen!