“Wát?!”
Kris Peeters verslikte zich in zijn lauw
geworden koffie toen hij op het partijbureau te horen kreeg dat een
vooraanstaand econoom het idee van roterend premierschap ten berde had
gebracht.
“En welke onverlaat mag dat dan wel
geweest zijn?”
“Geert Roels”, zei Joke Schauvliege
snel.
“Geert Noels”, corrigeerde
voorzitter Beke voorzichtig.
“Wie denkt die Noels wel dat hij
is?”, fulmineerde het boegbeeld van de partij verder. “Stukske
econoom van mijn voeten!”
Peeters verfrommelde de recentste studie van
het Planbureau over de Belgische economie en smeet het papiertje als een
volleerd basketter naar de papiermand in de hoek. Rand, buiten.
“En wat denken jullie van dat voorstel,
beste vrienden?”
Er volgde een ongemakkelijke stilte. Peeters
keek rond en zag dat heel wat stoelen door de zomervakantie onbezet waren
gebleven. De kopstukken waren er wel. De voorzitter tokkelde nerveus iets in op zijn smartphone. Jo
Vandeurzen was verdiept in de lectuur van het document met alle namen op de
wachtlijsten, hij zat aan pagina 428, bij de F. Pieter De Crem speelde met een
plastic soldaatje op een zelfgebouwd slagveld van Lego. (Hij noemde het
StratLego en stond op het punt dat als merk te deponeren.) Servais
Verherstraeten maakte een selfie waarop hij een schaterlach imiteerde, maar
durfde niet hardop lachen om Peeters niet nog meer te bruuskeren. Koen Geens
leek aan iets diepzinnigs te denken, de handen in bidhouding, de ogen
halfgesloten. Hilde Crevits bladerde in een lijvig boek, ‘Onderwijs voor
Dummies’, en nam driftig notities.
“Awel Crevitske, wat vindt gij van dat
idee van die Noels?”
“Euh, ik was even niet aan ’t opletten,
Kris, ik ben efkes de weg kwijt?”
“Ge zijt de wegen al kwijt sinds de
Vlaamse regering is gevormd, Crevitske! Godvervlammens, sta ik hier weer
alleen, ja? Fijne vrienden zijn jullie. Wat denken ze wel, dat ik eerst mijn
stoel afgeef aan die grijze bonenstaak uit Izegem, dat ik dan braafkes moet
wachten tot na de vakantie van monsieur Michel-Snottebel om voort te
onderhandelen over de vorming van de federale regering en als het dan zover is,
dat ik al na anderhalf jaar of zo mag opkrassen als eerste minister? Wie gaat
er mij trouwens opvolgen? Hebben jullie daar al aan gedacht?”
Het bleef opnieuw pijnlijk stil. Zijn
partijgenoten wisten: als Peeters boos is, probeer dan niet in discussie te
gaan, zelfs niet om hem gelijk te geven. Hij bijt je neus af. En dan je
strot door. Kan ook in omgekeerde volgorde.
“Maggie Het Blok, misschien? Of
Michel-Snottebel zelf? Smallen Bart in hoogsteigen persoon? Hé? Hé???”
“Of Di-di-didier Rendiers?” stamelde
Joke Schauvliege.