De nieuwe James Bond begint zoals alle recente James Bonds
beginnen: met een spectaculaire achtervolgingsscène in een grootstad (in dit
geval: Istanbul), zonder dat de toeschouwers weten welke plot er zich zal
ontvouwen. Het enige wat je weet is: James Bond is de goeie en hij zal ook deze
helse rit overleven. Maar het zal bijwijlen weer nipt zijn. Een beetje
voorspelbaarheid moet kunnen.
Ian Fleming (1908-1964) schreef tussen 1954 en 1964 twaalf
romans en twee verhalenbundels rond het personage van de hyperintelligente, aantrekkelijke, sexy spion 007. De twee laatste boeken werden postuum uitgebracht.
Ze werden allemaal verfilmd. Van de 23 Bondfilms zijn er 15 gebaseerd op het
werk van Fleming, de andere acht zijn ervan afgeleid. Ook Skyfall steunt op een scenario dat zijn inspiratie haalt uit het
werk van Fleming.
In tegenstelling tot zijn voorganger, het chaotische en
luidruchtige Quantum of Solace, is Skyfall een rustige film, naar
Bondnormen dan toch. Er is natuurlijk die razende openingsfrequentie op moto’s over de
daken van Istanbul en er zijn behoorlijk wat ontploffingen en vuurgevechten,
maar als geheel is deze Bond ernstiger van toon, donkerder, dramatischer: de
Engelsen zouden het gloomy noemen.
Het is een terugkeer naar de 007 zoals Sean Connery die neerzette: een
gentleman-spion, vrouwengek, tongue-in-cheek,
maar ook een man met tekortkomingen, die af en toe faalt, en zich bewust is van
zijn onvolmaaktheid. Geen superman.
Na Connery kwam Roger Moore: zijn Bond was een grapjurk. De
zeven Bondfilms die Sir Moore maakte, waren stuk voor stuk komedies. Los van de
Bondcontext: leuke films. Binnen de Bondcontext: ongeloofwaardig en ver van het
door Fleming bedachte personage. Dan kwam Timothy Dalton. Ziezo, de naam is
genoemd, meer hoeft daar echt niet over gezegd te worden. Ook Pierce Brosnan
kreeg niet echt vat op Bond. Gelukkig doet Daniel Craig dat wel. Fysiek lijkt
hij ook het meest op de oer-Bond, zoals Sean Connery die neerzette. Rijzig,
slank, blauwe ogen, priemende blik. En net als Connery is Craig geen superheld,
waardoor Bond weer een beetje meer geloofwaardig wordt.
Om de pret niet te bederven gaan we het hele verhaal niet
uit de doeken doen. Kort toch: MI6 wordt nu zelf geterroriseerd door een
gewezen spion, die uit is op wraak en die zijn woede richt op M. Toeristische
plaatjes worden dit keer geschoten in Istanbul, zoals reeds vermeld, Shanghai,
Macau, Londen (uiteraard!) en Schotland. In die slotsequentie in het prachtige
noorden van Groot-Brittannië wordt ook duidelijk waar de titel Skyfall vandaan komt. Het einde is veel
dramatischer dan je doorgaans mag verwachten in dit soort happy end-cinema. En, o ja, er is een nieuwe Q en ook een ander
personage keert na vele jaren terug, zij het in een andere gedaante.
Geen grootse film, deze Skyfall,
maar toch een dikke twee uur lekker vooruitrollende cinema. Het is de zevende
film van de felgeprezen regisseur Sam Mendes (Oscar voor Beste Regie voor zijn
debuutfilm American Beauty, daarna uitblinkend
met films als Road to Perdition, Jarhead en Revolutionary Road, en, voor de volledigheid: de ex van Kate
Winslet), zijn eerste actiefilm met een gigantisch budget. Dat Skyfall ook een film op mensenmaat is
geworden, met feilbare karakters, hebben we ongetwijfeld ook aan deze Mendes te
danken. Daniel Craig is een imponerende Bond, terwijl Javier Bardém Silva mag spelen, de schurk van dienst, een verwijfde psychopaat. Overacting is een understatement voor wat Bardém doet, maar hij gaat zó ver in de overdrijving dat het terug leuk wordt. Het titelnummer wordt gezongen door Adèle, die qua toon helemaal terugkeert naar de Bondnummers die Shirley Bassey & co zongen in de sixties.
De vierentwintigste James Bond-film wordt al aangekondigd
voor 2014. Never change a winning team,
zeker?