Net als alle rechtgeaarde voetballiefhebbers kijkt u er
ongetwijfeld al vele weken naar uit: de FIFA Confederations Cup. Acht landen
strijden vanaf vandaag tot en met 30 juni in Brazilië voor een beetje voetbaleer. Gastland
Brazilië, dat volgend jaar ook de échte wereldbeker mag organiseren,
wereldkampioen Spanje en vertegenwoordigers van de zes continentale
voetbalbonden: Italië (als verliezend finalist van Euro 2012, waar Spanje zich
tot Europees kampioen kroonde), Uruguay (winnaar van de Copa América, namens
Zuid-Amerika), Nigeria (winnaar African Cup of Nations), Mexico (winnaar
CONCACAF Gold Cup, namens Noord- en Midden-Amerika), Japan (winnaar Asian Cup)
en Tahiti (winnaar OFC Nations Cup, namens Oceanië). Antarctica mag helaas
alweer geen vertegenwoordiger afvaardigen, een ware schande die ooit toch eens
door de Verenigde Naties moet aangepakt worden, maar dit geheel terzijde.
De eerste editie van de Confederations Cup werd betwist in
1992, al heette dat toen nog de Koning Fahd Cup en mocht er op dat ogenblik nog gewoon gezegd
worden dat dit een toernooi was om ook rijke Arabieren van nabij te laten
kennismaken met de betere voetballers van de wereld. Ook in 1995 was ‘Koning
Fahd Cup’ nog de officiële benaming, al waren er onverlaten die het reeds hadden
over de Confederations Winners Cup of het Intercontinentale Kampioenschap. Maar de boodschap bleef dezelfde: it’s all about money!
Toen dacht de wereldvoetbalbond, FIFA: als we dat nu eens om
de twee jaar zouden organiseren, onder onze eigen naam. Eureka! En zo
geschiedde: tussen 1997 en 2005 ging de FIFA Confederations Cup tweejaarlijks
door, in de onpare jaren zonder WK of EK, want er was heus wel nagedacht over
het concept, zij het dan ook weer niet al te lang.
In 2005 werd beslist om het toernooi slechts om de vier jaar
te organiseren, met name in het jaar dat voorafgaat aan de wereldbeker. Een
slimme marketeer bedacht dat dit een uiterst interessante gelegenheid was voor
het gastland van de wereldbeker om een generale repetitie te houden. Och ja, de
stadions voor het WK moesten nu nog meer in ijltempo worden afgewerkt, dat klopt, maar
da’s hooguit een vervelend detail voor het gastland zelf; daar maalt zo’n
marketeer niet om.
U wil een erelijst? U krijgt een erelijst! De Koning Fahd
Cup werd gewonnen door Argentinië (1992) en Denemarken (1995), de FIFA
Confederations Cup achtereenvolgens door Brazilië (1997), Mexico (1999),
Frankrijk (2001 en 2003) en Brazilië (2005 en 2009). Eerste vaststelling: als
graadmeter voor de wereldbeker van het jaar nadien stelt die hele
Confederations Cup niets voor. Geen enkele winnaar won een jaar later het WK of
het EK. Brazilië was er nog het dichtste bij: winst in 1997, in ’98 finalist op
het WK.
Commercieel gedrocht
Ach, laten we het toch gewoon rechttoe rechtaan zeggen: de FIFA
Confederations Cup is een commercieel gedrocht. FIFA blij, sponsors blij,
organiserend land min of meer blij, deelnemende landen half blij (de betrokken
voetbalbonden worden goed betaald voor hun deelname, dus wrijven de lokale De
Keersmaeckers en penningmeesters zich in de handen, maar de spelers zitten zeker niet
te wachten op die verlenging van een sowieso al slopend voetbalseizoen en de
daaruit voortvloeiende inkorting van hun kostbare vakantie).
TV-zenders die de rechten verwerven op de wereldbeker,
worden meteen ook rechtenhouder van de Confederations Cup, al moet je die
‘rechten’ eerder lezen als ‘plichten’, want in de waterdichte FIFA-contracten
staat dat er uitzendverplichting is. Wat klinkt als een cadeau (koop de
wereldbeker en u krijgt er de Confederations Cup bovenop, één kopen-één
gratis!), is in de praktijk een vergiftigd geschenk. Zendtijd kost geld,
commentatoren sturen hapt een flink stuk weg uit het jaarbudget van de
sportredacties van de betrokken omroepen. (En u weet hoe openbare omroepen eraan toe zijn, kijk naar de ERT in Griekenland!)
Alleen door die verplichte uitzending kan de FIFA haar
sponsors garanderen dat dit een interessante formule is. En dus zult u straks
commentatoren en journalisten in tig verschillende wereldtalen horen zeggen hoe
belangrijk dit toernooi wel is en hoe ontzettend interessant als voorbode op
het WK. Kunstmatige evenementen oppompen hoort tegenwoordig bij de
journalistieke opdracht.
Sportief waardeloos
Als we kijken naar de deelnemende landen, dan merk je meteen
dat de sportieve waarde van dit toernooi nihil is. Spanje is het beste team ter
wereld, na tweevoudige winst op het EK en de eindzege op het WK in Zuid-Afrika in
2010. Het beste land ter wereld is aanwezig op de Confederations Cup, check.
De nummers twee tot en met zeven op de FIFA-ranking zijn er echter
niet bij. Geen Duitsland, Argentinië, Kroatië, Nederland,
Portugal en Colombia dus. Wel Italië, het nummer acht op die lijst. (O ja, ik
moet eigenlijk schrijven: de FIFA/Coca-Cola World Ranking, want voor het
samenstellen van zo’n landenrangschikking heb je blijkbaar ook al een sponsor
nodig dezer dagen.)
We gaan verder: ook de nummers 9 tot en met 16 ontbreken. Geen
België (nummer twaalf op de lijst), bijvoorbeeld, wat onze kansen op de
wereldtitel aanzienlijk verhoogt, maar daarover zo dadelijk meer. Nummer 17 mag
wel meedoen: Mexico. Nummer 19 eveneens: Uruguay. En nummer 22 móet wel
deelnemen en zit de komende weken met organisatiestress: Brazilië.
Zakken we vervolgens af naar plaatsen 31, Nigeria, en 32,
Japan. En dan is er tenslotte nog Tahiti, 138ste op de FIFA-ranking. Hon-derd-acht-en-der-tig-ste.
(Op een lijst met in totaal 209 landen.) Tahiti won vorig jaar de OFC Nations
Cup door in de finale het geweldige Nieuw-Caledonië met 1-0 te verslaan. Een
doelpunt van Chong, ik heb het opgezocht. Nieuw-Zeeland werd derde in dat
toernooi. En Australië, zult u zeggen? Dat is sinds enkele jaren lid van de
Aziatische voetbalbond, omdat dat lucratiever en competitiever is dan van
eiland tot eiland te hoppen in de Indische Oceaan en daar wat tegen een balletje
te gaan trappen tegen een stelletje amateurs die een kwartier voordien nog een
nieuw dak op hun huis aan het leggen waren. Bah ja, het zal ook wel zijn charmes
hebben, maar niet op een internationaal voetbaltoernooi. Tahiti op de
Confederations Cup, dat is vergelijkbaar met Eric Moussambani in een Olympisch
zwembad. Je kan er even om lachen, maar eigenlijk is het zielig.
Dat Mexico mag deelnemen heeft het te danken aan de CONCACAF
Gold Cup, een toernooi dat onvermijdelijk gewonnen wordt door Mexico (zes keer)
en de Verenigde Staten (vier keer). Canada was in 2000 the odd one out. Af en toe wordt er een gastteam uitgenodigd, zoals
Brazilië of Colombia, maar die waren tot nog toe altijd zo vriendelijk om de
finale te verliezen.
Goed nieuws voor ons
Als u volgend jaar rond deze tijd vindt dat Sergio Ramos, Jordi
Alba, Sergio Busquets, Xavi, Cesc Fabregas of Andrès Iniesta het minder goed doen dan
gebruikelijk, en dat ze weinig fris, ja, zelfs loom ogen, denk dan even terug
aan de Confederations Cup 2013. Topvoetballers verdienen een exuberant salaris,
maar dat wil nog niet zeggen dat hun spierstelsel bij elke extra euro soepeler
en onaantastbaarder wordt. Spieren reageren niet op bankrekeningen. Spieren
raken vermoeid en gaan dan verrekken of scheuren.
Na een lange, intense voetbalcompetitie worden de sterren
van het voetbal nu nog naar een ver land in een andere tijdszone gestuurd om
daar een verplicht nummertje af te werken. En drie weken na afloop van dat
overbodige toernooi begint de voorbereiding op het nieuwe voetbalseizoen al.
Zoals geweten wordt net tijdens die voorbereiding het zwaarste conditionele
werk verricht. De amper herstelde spieren worden dan opnieuw geteisterd, met
alle risico’s op spierblessures van dien. De Confederations Cup heeft de waarde
van een Super Cup of Community Shield, maar die veredelde oefenwedstrijden
worden tenminste in twee keer vijfenveertig minuten afgehaspeld vlak vóór het
seizoen officieel begint, niet aan het eind ervan en gespreid over drie tot
vijf matchen.
Tien maanden na de start van de competitie – en in de meeste landen enkel met een zeer korte winteronderbreking tussendoor – staat dan het WK al voor de deur. Terug
naar Brazilië. Spelers van FC Barcelona, Real Madrid, Juventus, Inter en Milan
zullen veertig tot zestig wedstrijden tot het uiterste moeten gaan, zonder dat
ze vooraf fysiek of mentaal tot rust zijn kunnen komen. Ze zullen het WK moeten
spelen op wilskracht en pure klasse, niet op frisheid van geest, lijf en leden.
De wereldvoetbalbond zou dit als eerste moeten beseffen, maar ja, wat is zo’n
Sepp Blatter nou geïnteresseerd in een kwalitatief sterke wereldbeker? Het geld
van de sponsors moet rollen, ook in onpare jaren. Vooràl in onpare jaren!!!
Daarom is de Confederations Cup goed nieuws voor de Rode
Duivels, die niet naar Brazilië hoeven af te reizen de komende weken, tenzij ze
ter plekke vakantieplannen zouden hebben. Ze zullen in 2014 fris aan de aftrap
van de wereldbeker staan. Eén klein, onbeduidend detail moeten ze nog wel in
orde brengen, maar dat ontgaat me nu even.