Dinsdagavond werd er aangebeld. Als mijn echtgenote en ik één ding haten is het onaangekondigd bezoek – we haten overigens meerdere dingen, lijst op eenvoudige aanvraag in boekvorm beschikbaar. Maar ja, de duisternis was al ingetreden, er brandden verschillende lichten in huis, dan is het ronduit onbeleefd om te doen alsof je niet thuis bent. Het was mijn beurt om te zien wie die ongenode gast dan wel was. ‘Gasten’, meervoud, zo bleek. Twee vrouwen, gevorderde veertigers of prille vijftigers, schat ik, die zich aankondigden als kandidaten voor de CD&V.

We wonen drieëndertig jaar in het gezapige Pajottenland: dertien jaar in Gooik, intussen ook al twintig in Tollembeek. Nog nooit eerder was er een politicus die de euvele moed had gehad om aan te bellen en te proberen twee zieltjes te winnen. Tot nu.

Sympathieke vrouwen, daar niet van, spraken in twee woorden en zo, veel meer zelfs, maar nog voor de blonde van het tweetal haar ingeoefende inleidende zin van drie pagina’s volledig had uitgesproken, onderbrak ik haar al. Kordaat maar beleefd (denk ik, en ik hoop dat het zo ook is overgekomen). Dat ik een bewuste kiezer ben, zeer geïnteresseerd in politiek, maar dat ik dit keer zou profiteren van het afschaffen van de opkomstplicht wegens: geen interesse.

‘Ja, maar daar hebben mensen hard voor gestreden, heel lang geleden, om het stemrecht in te laten voeren,’ zei de donkerharige van het christendemocratische duo.

‘Klopt,’ zei ik, ‘en ik heb daar oneindig veel respect voor. Alleen draaide die strijd van weleer om stemrecht, niet om opkomstplicht, laat staan om stemplicht.’

Daar hadden de dames even niets van terug, aarzeling waarvan ik gebruik maakte om het vriendelijke doch afstandelijke gesprek te aborteren nog voor het goed en wel op gang was gekomen.

***

Even twijfelde ik daarna: zou ik toch niet gaan stemmen zondag 13 oktober? Het heet per slot van rekening ‘feest van de democratie’ voor iets. ‘Burgerplicht!’ flitste door mijn hoofd. ‘Hoezo?’ repliceerde een ander stemmetje. Dat stemmetje haalde het finaal. Ik woon hier graag, maar ik heb niets met lokale politiek, tradities en gebruiken. Als iemand mij de weg vraagt, hoor ik het in Keulen donderen, nochtans 250 kilometer hiervandaan. Straatnamen? Connais pas! Ik ken met moeite de namen van de omliggende straten, laat staan die van een halve kilometer verderop.

Dat Tollembeek al sinds mensenheugenis bestuurd wordt door de CVP, die om de zes jaar een volstrekte meerderheid behaalde, heeft daar iets mee te maken. Ik heb niets met die partij, anderzijds weet ik niet eens welk beleid er hier gevoerd wordt. Na de fusieoperatie van 1976 ging Tollembeek samen met Vollezele op in Galmaarden, dat – u raadt het al – sinds dan bestuurd wordt door CVP/CD&V. Op 1 januari 2025 gaat Galmaarden op in een nog groter geheel, een fusie met Gooik en Herne, onder de Jommekesnaam Pajottegem. Gooik en Herne worden al sinds jaar en dag bestuurd door – ook dat raadde u al – CVP/CD&V. Kans is groot dat Pajottegem een oranje bestuur krijgt. Het zal me worst wezen. Er is ook geen valabel alternatief, want naast de christendemocraten, de nog ietwat fatsoenlijke Vlaams-nationalisten en de fascisten klitten de andere partijen samen. Hoe geloofwaardig is dat dan? Ach, zo lang de fascisten hier niet aan de macht komen, doen ze maar.

Ik ga dus niet stemmen, voor het eerst sinds ik op mijn eenentwintigste verplicht máár gemotiveerd een bolletje rood maakte. (Ik ben hoe dan ook een atypische kiezer, want ik stem altijd op een partij. Mijn redenering: het gaat in de eerste plaats om het partijprogramma, de ideologie, de thema’s, de poppetjes komen daarna pas.)

***

Ik ben een linkse jongen. Linkse jongens, meisjes en andere gendervarianten worden geacht met hand, tand en desnoods riek de opkomstplicht te verdedigen, allerhande politicologen doen dezer dagen driftig mee. Dat heet emancipatorisch te zijn, de burger verplichten deel te nemen aan het democratisch proces, anders gaat zijn/haar/hun stem sowieso verloren (wat natuurlijk ook zo is). Het zullen diegenen zijn die maatschappelijk zwakker staan, die thuis zullen blijven en daardoor maatschappelijk nóg zwakker zullen komen te staan, is een andere linkse redenering. Dus: opkomstplicht. De logica zelve. Tja.

Waarom toch? Wat ben je met opkomstplicht als daar geen stemplicht – het effectief stemmen, waarbij een gemotiveerde blanco stem voor mij overigens evenveel waard is als een stem op een partij of op personen, maar een blanco uit balorigheid of het maken van handgeschreven opmerkingen à la ‘Jullie zijn allemaal bedriegers!’ verloren moeite (en dus stemmen) zijn.

Stemrecht, daar draait het om: vanaf een bepaalde leeftijd mógen gaan stemmen, zonder dat daar een belemmering tegenover staat. Weest welgekomen op het democratisch bal. Zet u neer, drink iets, vergeet niet op ‘de goei’ te stemmen.

Ik ben zo’n kiezer die partijprogramma’s uitpluist. Tenminste, dat was ik. Ondertussen is het wel duidelijk in welke hoek ik mijn favoriete ploeg of individuele kandidaten weet te vinden. Ik wil dat de dingen in een bepaalde richting veranderen, wat als linkse jongen betekent dat je die dingen altijd opnieuw in de tegenovergestelde richting ziet evolueren. Maar ja, democratie, Churchill had honderd procent gelijk: zeer onvolmaakt, maar er is geen alternatief. We doen vrolijk verder, tot het verbetert. Of niet. Waarna we weer blijven hopen op verbetering.

Mensen verplichten om naar de stembus te gaan vind ik contraproductief. Niet omdat ik een adept ben van de Burgermanifesten uit de jaren 90 van Guy Verhofstadt. Die dacht vooral dat de wegblijvers überhaupt niet blauw zouden stemmen, dus kon zijn VLD – die toen nog niet open was – wat procentpunten winnen. Ook niet omdat ik ervan uitga dat Vlaams Belang op deze manier kiezers zal verliezen. Ik heb dat ooit wel verondersteld, maar nu vind ik dat niet eens meer relevant: als het afschaffen van de opkomstplicht betekent dat de bruine dames en heren erop vooruitgaan, dan moeten we dat er maar bij nemen.

Ach, ik zal wel een rare zijn in mijn linkse kringen (die, het weze vooropgesteld, ook maar beter niet onaangekondigd komen aanbellen de komende dagen en weken!). Stel dat er maar zeventig procent van de geregistreerde kiezers opkomt, dan is dat jammer, maar die dertig procent werd niet manu militari uit het stemhokje gehouden. Kom achteraf niet klagen. Stel dat de opkomst slechts vijftig procent bedraagt, tja, eigen schuld dikke bult dat je niet bent gaan stemmen.

We moeten daar maar tegen kunnen.

De democratie moet daar maar tegen kunnen. Die is broos en sterk tegelijk, maar die broosheid heeft niets te maken met het aantal kiezers en die kracht niet met de verplichte deelname aan het stemproces. Democratische verkiezingen hebben meer te maken met rechten dan met plichten. Móeten gaan stemmen vind ik minder democratisch dan mógen stemmen.

Persoonlijk denk ik, misschien wel naïef: als alle kiezers die effectief gaan stemmen straks gemotiveerd hun keuze maken, zal het uiteindelijke resultaat tenminste representatief zijn, zonder foertstemmen, zonder ongeïnformeerd en ongeïnteresseerd ingekleurde bolletjes, zonder dedain voor de democratie. Valt dat aantal kiezers tegen, tant pis, door hun afwezigheid geven al die anderen hun impliciete goedkeuring aan de politici die het land, de regio, de provincie of de gemeente zullen besturen. Ja, toch? Is dat dan niet democratisch, misschien? Zou dat überhaupt erg zijn?

Al vind ik wel: informatiecampagnes moeten erop gericht zijn om iederéén tot stemmen aan te zetten, op school moet er volop aandacht zijn voor het belang van je stem uit te brengen, lokale en bovenlokale overheden moeten het democratisch bewustzijn aanwakkeren. Je moet de kiezer als het ware begeleiden tot aan het stemhokje. Alleen, zoals een Engels spreekwoord zegt, ooit gebezigd door Johan Vande Lanotte tijdens een regeringsformatie: ‘You can lead a horse to water, but you can’t make him drink.’

***

Het mandje met door de warmte vroegtijdig rot geworden fruit hebben we nog even niet op de composthoop gegooid. Stel je maar even voor dat tussen nu en 12 oktober kandidaten van Vlaams Belang komen aanbellen op een avond.