Het moet in een aflevering van Maigret geweest, ergens diep verscholen in de jaren zestig, dat ik de uitdrukking voor het eerst hoorde: ‘J’en ai marre!’ riep het ene door Georges Simenon gecreëerde personage tegen het andere. Ik moest mijn eerste lessen in die andere landstaal nog krijgen, maar kon gelukkig al wel de onderschriften lezen. ‘Ik heb er genoeg van’ of ‘Dat volstaat’, moet er gestaan hebben, al weet ik dat niet meer zo zeker, net zomin als dat ik zeker ben dat mijn geheugen keurig heeft onthouden dat mijn primaire kennismaking met ‘J’en ai marre!’ via Maigret liep. Wat ik wel nog weet: de wielerliefhebber in mij, een toekomstige geletruidrager in ’t diepst van zijn gedachten, vroeg zich onmiddellijk af of die Jean Aimar misschien een broer was van Lucien Aimar, de onverwachte Tourwinnaar van 1966. Het had gekund, de fantasie van toekomstige sportjournalisten is wel vaker ongebreideld in hun schier zorgeloze, nog ongepolijste jeugdjaren. Pas veel later ontdekte ik dat Lucien Aimar geen koersende broer had die de voornaam Jean had meegekregen.
Jean Aimar! J’en ai marre!
De jeugdherinnering flitste deze week herhaaldelijk door mijn hoofd, vooral omdat ik er even genoeg van heb. J’en ai marre van alle geraaskal, alle gezwets, alle leeghoofdig geschreeuw en getier. Zaterdag postte ik op Facebook een tekst waarin ik mijn ‘vrienden’ die lid waren geworden van de ‘Als 1 achter Jürgen’-groep opriep om mij dat discreet te laten weten, zodat ik hen even discreet kon ontvrienden. Niemand gaf het openlijk toe, misschien heb ik mijn FB-vrienden wel goed gekozen. Enkelingen vonden dat ik niet het recht had om mensen met een andere mening de mond te snoeren, dikkenek die ik was. Ik heb hen discreet ‘ontvriend’, als ze me tenminste zelf al niet voor waren. Als een groot gemis zal ik het niet aanvoelen, wees gerust. Ik snoer niemand de mond, ik wil alleen niet dat dit soort onverlaten zich thuisvoelt in mijn Facebookhoekje. Ik bepaal zelf wel wie ik welkom heet.
Een zéér rechtse ‘vriend’ merkte op dat hij geen lid was geworden van de Jürgen C.-groep, maar dat het maar eens gedaan moest zijn met die linkse arrogantie. Ach, dat kan ik nog hebben, arrogantie is vooral vervelend als je er het adjectief ‘domme’ moet voor plaatsen. De man schreef nog dat rechts en extreemrechts ‘monddood’ worden gemaakt in dit land. Dat begreep ik al veel minder. De avond voordien zat Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken in De afspraak op vrijdag. Kopstukken van rechts en rechtser-dan-rechts mogen geregeld langskomen in tv-studio’s. Deze week mocht Theo Francken dankzij een scherpe tweet over defensie aanschuiven in Terzake, was Assita ‘Racisme is relatief’ Kanko te gast in De afspraak en kaapte Siegfried Bracke de (ultra)rechtse media voor een (ultra)rechtse boodschap richting viroloog Marc Van Ranst. Hoezo, ‘monddood’? Jean Aimar! (Terloops: ik vind het geen goed idee dat een rechter de boodschap ‘Stop islamisering’ een veroordeling waard acht. Ik vind dat een compleet onzinnige, enigszins laakbare, inhoudelijk verwerpelijke en vrij agressieve boodschap, maar wel nog netjes binnen de perken van de toegelaten vrije meningsuiting, me dunkt. Als we elke domme uitspraak juridisch gaan veroordelen, zijn onze rechtbanken nog wel even zoet.)
Dezelfde zéér rechtse ‘vriend’ wierp op dat dit land geen democratie meer is, omdat de uitslag van de verkiezingen van 2019 niet weerspiegeld wordt in de diverse regeringen. Nu verwarren zéér rechtse mensen wel vaker de uitslag van verkiezingen met de meest recente poll, maar soit. Bij mijn weten is een regering democratisch als ze ofwel een meerderheid haalt in het parlement, ofwel via gedoogsteun van niet in de regering zittende partijen aan die meerderheid geraakt. Alle regeringen in dit land hebben een meerderheid achter zich. En inderdaad, Vlaams Belang, de grote winnaar — maar niet de grootste partij! — in 2019, is nergens vertegenwoordigd, ondanks een vrij lange vrijage met N-VA-voorzitter De Wever twee zomers geleden. Dat andere partijen njet zeggen tegen VB kan je vatten onder de ietwat ongelukkige term ‘cordon sanitaire’, maar vooral als het weigeren om samen te werken met een partij die zich in woorden en daden kant tegen grote delen van de samenleving en die onverdraagzaamheid als beginsel koestert. Weigeren met zulke partij samen te werken, is legitiem. En dus is er bijvoorbeeld in Vlaanderen een meerderheid gevormd zonder Belang. En dus is er federaal een meerderheid zonder Belang én N-VA. Dat heet democratie: er is een meerderheid gevormd door andere partijen, N-VA heeft trouwens kansen genoeg gehad om een regering te vormen, alleen wilde De Wever per se dat de Vlaamse liberalen zich zouden ontdoen van de Waalse. Dat N-VA niet in de federale regering zit, is eerder een gevolg van de eigen (domme?) arrogantie dan van de onwil van anderen om met hen in een regering te stappen. Eigen schuld, enzovoort. Máár… er is federaal toch geen meerderheid langs Vlaamse kant, is dan meestal de repliek. Inderdaad, zoals er tussen 2014 en 2020 geen meerderheid was langs Waalse kant, en tussen 2011 en 2014 opnieuw langs Vlaamse kant, een meerderheid die er na de verkiezingen van 2014 wél was bij diezelfde partijen, voeg ik er even snel aan toe. De Vlaamse regeringspartijen werden toen in het stemhokje wél beloond voor hun minderheidssituatie. Als je niet aanvaardt dat er een regering kan gevormd worden zonder de grootste partij(en), maar die wel voldoet aan het simpele uitgangspunt ‘meerderheid’, ben je zelf niet echt een democraat, vind ik. Jean Aimar!
Specifiek over Jürgen C. waren er verschillende onverlaten die opwierpen dat er toch nog niets gebeurd was. Euh, de man heeft doodsbedreigingen uitgesproken aan het adres van een vooraanstaande viroloog, getuigde in verschillende Facebook-posts van groeiend extremisme, zaaide haat, stal raketwerpers en nog wat ander wapentuig uit een kazerne en had een boobytrap gemaakt in zijn achtergelaten wagen, die mogelijk dodelijke slachtoffers had kunnen maken. Alles wees en wijst erop dat hij een gevaar voor de maatschappij vormt. Niets gebeurd, pardon??? Jean Aimar!
Filosoof Ignaas Devisch, een man die ik zeer weet te appreciëren, schreef in De Standaard dat we diegenen die de voortvluchtige militair steunen niet moeten reduceren tot marginaal of dom. Je moet proberen te begrijpen hoe die groep denkt en handelt, vindt hij. Twintig jaar geleden zou ik mee geweest zijn met die boodschap. Nu niet meer. Ik vind het naïef — waarmee ik professor Devisch geen naïeveling wens te noemen, voor alle duidelijkheid, maar ook de allerslimsten onder ons zijn weleens naïef, het siert hen overigens. Bekijk de vorige paragrafen en je beseft dat de mensen die dat soort onzin uitkramen al heel ver heen zijn. Welk begin van een dialoog zou je met hen kunnen proberen op te starten? Welk redelijke conversatie kun je proberen te voeren met een onredelijke? Vanaf wanneer gaan onzinnige opmerkingen over in onzinnigheid tout court? Ik help het Ignaas Devisch hopen dat er nog kan gepraat worden, maar ik vrees ervoor. (Ooit was ik zelf een naïeveling, die ervan uitging dat de mensen niet dom zijn, maar dom worden gehouden. Ondertussen denk ik beter te weten: met de overvloed aan betrouwbare informatie die in één vingerknip ter beschikking staat, kunnen mensen helemaal mee zijn. Ze verkiezen met een andere vingerknip om niet geïnformeerd te worden of zich te laven aan hardnekkige vooroordelen of zich te wentelen in nepnieuws en complottheorieën of zich achter een spandoek van een tafelspringer te scharen. Dat is zelf kiezen voor domheid.)
Als mensen die bijna voortdurend aan het woord zijn, klagen over de vrijheid van meningsuiting (‘Wat mogen we nog zeggen?’), dat ze monddood gemaakt worden door de ‘MSM’ en dat dit land ondemocratisch geleid wordt, terwijl alles wijst op het tegendeel, welke dialoog is er dan nog mogelijk?
Jean Aimar of ‘J’en ai marre!’, wat de juiste uitdrukking ook moge zijn, ik heb genoeg van die prietpraat van (extreem)rechts en hun huilie huilie calimerogedrag. Wie ook maar een greintje respect betoont voor de daden van Jürgen C. loopt er de juridische, democratische en ethische kantjes af. Alleen als die personen toegeven dat ze fout zitten en zich afkeren van de potentieel gevaarlijke wapengek, kan er een dialoog opgestart worden. Niet eerder. Alleen als zéér rechtse mensen toegeven dat we wel degelijk in een legitieme democratie leven — met al zijn onvolmaaktheden, Churchill had gelijk —, kan er een dialoog opgestart worden. Niet eerder. Alleen wanneer een discussie op basis van rationele argumenten en niet van emotie, vooroordelen of haat opgestart wordt, wil ik ze aangaan. Niet eerder.
Jean Aimar!