Toen de UEFA toeliet dat de grotere voetballanden meerdere clubs konden afvaardigen naar de Champions League, zwegen de supporters. Ze waren immers ofwel zelf fan van een grote club, ofwel dachten ze dat hun eigen clubje ooit zou mogen pronken op het kampioenenbal, flink startgeld inbegrepen.
Toen er steeds meer rijke eigenaren uit Rusland, de Arabische staten of Amerika Europese clubs overnamen, zwegen de supporters. Hun club rekende immers ook al een tijdje op buitenlands geld, of ze wisten dat hun club ooit aan de bedelstaf zou geraken en dan kon je maar beter goed staan met zo’n potentiële verre mecenas.
Toen de FIFA het WK toewees aan Rusland en Qatar, na een corrupt verlopen procedure onder auspiciën van de top van de Wereldvoetbalbond, zwegen de supporters. Het kon hen immers niet schelen waar het wereldkampioenschap voetbal gespeeld wordt, als ze maar naar Messi, Ronaldo en De Bruyne kunnen kijken, krat pils en zak chips binnen handbereik. (Die doden in Qatar? Nevenschade!)
Toen Ronaldo, Bale en Neymar voor waanzinnige sommen getransfereerd werden, zwegen de supporters. Die avond was er immers voetbal op tv.
Toen Messi, Ronaldo en De Bruyne waanzinnige salarissen mochten opstrijken, waardoor hun clubs diep in het rood belandden, zwegen de supporters. Was het immers niet zo dat die sommen wel terugverdiend zouden worden en, ach, als je even de andere kant opkeek, kon je niet merken dat er in het land waar sommige van die heren voetbalden miljoenen werklozen waren.
Toen twaalf clubs de Super League aankondigden, was er niemand nog die het recht had om te protesteren. Supporters die jarenlang hadden gezwegen, zouden dat beter blijven doen, al leek het op het eerste gezicht best wel flink wat de trusts van fans van Manchester United, Liverpool en Chelsea deden gisteren. Krokodillentranen zijn het, van onwetende lafaards of laffe onwetenden, de lezer bepaalt zelf maar welke volgorde hij het ergst vindt. De lezer zal me ook vergeven dat ik hierboven leentjebuur heb gespeeld bij een beroemd gedicht van predikant Martin Niemöller (1892-1984), die tijdens de Tweede Wereldoorlog de gelatenheid van de Duitse intellectuelen hekelde.
***
Het voetbal is niet gestorven op 18 april 2021 bij de aankondiging van de oprichting van de Super League door twaalf stichtende leden. Poenscheppers, zeer zeker, moordenaars van het spel voetbal, absoluut, lieden die 24 uur op 24 te herkennen zijn aan de dollartekens in hun verblinde ogen, ook waar.
Een exacte sterfdatum van voetbal als sport valt moeilijk te bepalen, maar ik probeer er twee voor de geest te halen. 15 december 1995, om te beginnen. Het Bosman-arrest. De modale middenvelder Jean-Marc Bosman trok terecht naar de hoogste gerechtelijke instanties van Europa om de slavernij in het voetbal van de jaren negentig aan te klagen. In 1990 was hij einde contract bij FC Luik. Toch liet een clausule in het reglement van de voetbalbond toe dat een clubvoorzitter voor een bepaalde datum eenzijdig een contractvoorstel mocht doen, waardoor de voetballer gebonden bleef aan zijn club. De meeste profvoetballers waren lijfeigenen, uitzondering gemaakt voor de supersterren, die voor veel geld werden verpatst, dat was beter dan hen ontevreden bij hun club te houden. Door het Bosman-arrest ging het bestaande transferstelsel van de ene op de andere dag op de schop. Terecht. Alleen vergat het Europees Hof een overgangsprocedure vast te leggen en de achterpoortjes te sluiten. Stropers (makelaars) liepen sneller dan boswachters (bondsbonzen en clubvoorzitters). Het gevolg kennen we: het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie is vooral een vrij verkeer van centen geworden, en het is niet de supporter die daarvan profiteert, noch de clubs.
Een tweede datum moet ergens in het voorjaar van 1997 te situeren zijn. Toen besliste de UEFA om de Champions League van het daaropvolgende seizoen, 1997-1998, twee clubs toe te laten uit de grote voetballanden. Voor Engeland mocht naast kampioen Manchester United ook runner-up Newcastle deelnemen. Spanje vaardigde kampioen Real Madrid en tweede in de stand FC Barcelona af. Italië werd vertegenwoordigd door Juventus en Parma. Monaco en PSG moesten de eer van Frankrijk proberen hoog te houden. Duitsland telde zelfs drie deelnemers. Kampioen Bayern, runner-up Bayer Leverkusen en Borussia Dortmund, de winnaar van de vorige editie van de Champions League.
Daar en dan is het fout beginnen te lopen. Binnen de tien jaar stond de UEFA toe dat de grotere voetballanden eerst drie en later vier clubs mochten sturen naar een competitie die ooit Europabeker voor Landskampioenen had geheten, en nu ‘kampioenenliga’, maar waar dus ook de vierde in de stand aan mocht meedoen, een anomalie, contradictio in terminis. Aardig dat de UEFA nu protesteert tegen de oprichting van de Super League, maar het heeft zelf boter op het hoofd, door systematisch toegevingen te doen, waardoor de rijken wel rijker werden maar in hun eigen ogen niet rijk genoeg, en de armen steeds behoeftiger. Idem wat de FIFA betreft, een tent waar het moreel gezag niet eens met een microscoop te ontwaren valt.
De Europese middenklasse, waaronder de Belgische competitie, zakte door de uitbreiding van de Champions League steeds verder weg in het moeras van de grote poen, hopend om het hoofd boven water te kunnen houden en toch nog iets te kunnen mee graaien uit de overborrelende geldpotten. Clubs en fans pleegden schuldig verzuim, tv-zenders betaalden veel geld om in het beste geval een glimp van teams uit hun eigen land te kunnen tonen, in het slechtste geval konden voetballiefhebbers zich vergapen aan de kunstjes van Bayern, Barça of Man. United. Het was zoals in dat gedicht van Niemöller: iedereen die iets had moeten zeggen, zweeg, en werd dus medeplichtig.
Ik schreef zelf in 2015 £X€£$$ United (Houtekiet) over de financiële wanpraktijken in het voetbal. Geloof maar niet dat het een bestseller was. Voetbalfans willen niet weten hoe het eraan toegaat achter de schermen. Ze willen hun illusie niet doorprikken. Ach, Financial Fair Play, het zal hen worst wezen, zolang ze maar hun portie brood en spelen voor de kiezen krijgen. Eerlijk: ik kijk niet meer naar Champions League-wedstrijden, tenzij er een Belgische club actief is, uit sympathie, meer niet. De dag dat de finale wordt gespeeld, ben ik meestal met vakantie in het buitenland en ik doe heus geen moeite om ergens een groot scherm te vinden om een duel te kunnen aanschouwen tussen twee volstrekt voorspelbare deelnemers. Het is genoeg geweest.
***
Ik zal wel een ouderwetse voetbalromanticus zijn, een bijna uitgestorven mensensoort, maar ik herinner me nog het seizoen 1987-1988 van de Europabeker voor Landskampioenen. Tweeëndertig teams uit evenveel landen, de Sovjet-Unie en Joegoslavië waren nog niet geïmplodeerd. Geen geleide loting met reekshoofden en dat soort dingen, gewoon rechttoe rechtaan. Zodat in de eerste ronde Real Madrid, de kampioen van Spanje, werd uitgeloot tegen Napoli, kampioen van Italië. Maradona & co konden na een 2-0 in Madrid en een 1-1 in Napels al meteen opkrassen. In de volgende rondes, telkens met rechtstreekse uitschakeling, kwam Real FC Porto, Bayern en PSV tegen, hun eindstation. Eric Gerets mocht de beker met de grote oren in de lucht steken na een oersaaie finale tegen het Portugese Benfica.
De topclubs van vandaag huiveren voor zulk scenario. De uitkomst moet zoveel mogelijk vastliggen, toch al zeker tot de kwartfinales. Stel je maar even voor: een eerlijke loting waarbij je er al na één ronde kunt uit liggen, o horror, o horror! Vandaar het idee van de Super League, een gesloten competitie waar vijftien clubs — de huidige twaalf aangevuld met, hopen De Twaalf tenminste, Bayern, Borussia Dortmund en PSG — elk jaar opnieuw aan mogen deelnemen, plus nog vijf wisselende teams die ook even mogen proeven van het manna dat uit de voetbalhemel komt neerdwarrelen. De eigen, protesterende fan heeft daarin slechts een marginaal belang. Het gaat hem om het uitbreiden van het wingewest tot het Amerikaanse, Zuid-Amerikaanse en, vooral, Aziatische continent. Daar valt nog geld te rapen, daar is de bron, in tegenstelling tot in Europa, nog niet opgedroogd. De supporters van De Twaalf moeten zwijgen en betalen — wat ze, wees gerust, ook zullen blijven doen na dit initiële luidruchtige protest. Met het geld dat binnenstroomt uit verre gebieden zullen de betere spelers bij de clubs die niet tot het selecte kringetje behoren, worden weggeplukt, om de fans te paaien, wat ook zal lukken, inconsequent als die zijn.
Onbegrijpelijk trouwens dat er sporteconomen en analisten zijn die hier het Amerikaanse model in zien. In de NBA, om het maar bij basketbal te houden, is er een ‘salary cap’ — een maximumbedrag dat mag worden gespendeerd aan salarissen — en kunnen de zwakkere teams uit de vorige competitie in de jaarlijkse ‘draft’ proberen hun kern te versterken met de betere jonge talenten. Zo krijg je, in theorie, een spannender, minder voorspelbaar verloop van de competitie.
De enige vergelijking die opgaat, is die van de gesloten competitie. Maar in de NBA is die wel gebaseerd op een uitgekiende geografische spreiding, zodat alle dertig teams een ruim economisch hinterland hebben. Als de Super League zich werkelijk zou baseren op de NBA, de NHL of de NFL, dan zouden er geen drie clubs uit Noord-Italië bij zitten, drie uit Londen, twee uit Manchester en één uit de vijftig kilometer daarvandaan gelegen stad Liverpool (naar Amerikaanse maatstaven een buurgemeente van Manchester), twee uit Madrid. Dan zou er voor de samenstelling van de Super League een team geselecteerd worden uit Scandinavië, wellicht ook eentje uit de Lage Landen, één voor Groot-Brittannië, één voor Frankrijk, één of twee voor Duitsland, één voor het Iberisch schiereiland en dan ook nog een vertegenwoordiger van Italië, Rusland, Midden-Europa en een paar uit het vroegere Oostblok.
Elke vergelijking met Amerikaanse topsporten is onzinnig, vals, kortzichtig. De NBA mikt in eerste instantie op de Verenigde Staten, daarna pas op de rest van de wereld. De Super League zou eerder mikken op verre gebieden. Eigen volk laatst. Het zou de ultieme ironie zijn: de fan van een Europese topclub, artificieel of niet, die in de loop van de jaren op Niemöller-achtige wijze zijn eigen overbodigheid heeft geënsceneerd.
***
De UEFA dreigt er nu mee de rebellerende poenscheppers te schorsen en hun spelers niet te laten deelnemen aan WK’s en EK’s. Dat zou mooi zijn, mocht het worden toegepast. In werkelijkheid is er een machtsspel aan de gang, een partijtje armworstelen tussen de UEFA — die de grote clubs écht niet kwijt wil — en de leden van de Super League. U kent dat spreekwoord over de temperatuur van de soep en wanneer die opgeslurpt wordt. Terwijl Europese voetbalfans morren, zal er stevig onderhandeld worden. Kans is groot dat er een compromis uit de bus komt, waarbij De Twaalf nóg rijker worden dankzij de Champions League, met als extra toegeving dat de Financial Fair Play begraven wordt. Iedereen gelukkig. Behalve wie echt van voetbal houdt.
Knappe analyse maar vanaf de zijlijn bekeken zou je ook kunnen zeggen: so what? Het is maar voetbal.
De supporters hebben enkel interesse in hun eigen club, de bestuurders willen veel geld verdienen, de spelers willen schitteren én veel geld verdienen en de makelaars rapen al het geld op dat van tafel valt, en dat is ook héél veel. Dus meer en meer en meer geld is hét voetbal credo maar is dat niet de kwaal van onze tijd?
Er is slechts één gepaste reactie meer mogelijk: totaal negeren, die troep! Als geboren kosmopoliet was sinds 1966 (ik was net aan de luiers ontsnapt) het WK-voetbal voor mij de hoogmis van volkssport nummer 1. Ondertussen is in het zog van een gestaag verder corrumperende FIFA de hele voetbalwereld naar de… Antwerpse vermakelijkheden geholpen. Het enige bewonderenswaardige dat is resteert zijn de Japanners die na afloop van een wedstrijd hun supportersvakken opkuisen. Gelukkig is er nog rugby. Voetbal?? Sayoonara.