(Deze bijdrage verscheen in lichtjes geredigeerde vorm in De Standaard van maandag 13 januari als ‘De bankzitter’).

Laurens Sweeck is de nieuwe Belgische kampioen veldrijden. Dankzij een slimme ploegtactiek raakte hij voorop en kon hij zijn voorsprong stelselmatig uitbouwen. Eli Iserbyt en uittredend kampioen Toon Aerts eindigden op de ereplaatsen. Bij de vrouwen behaalde Sanne Cant haar elfde titel op een rij.

Een WK zonder Mathieu van der Poel, zo werd het Belgisch kampioenschap veldrijden bij de elite vooraf genoemd. Dat heeft alles te maken met de manier waarop Van der Poel deze sporttak domineert, maar ook met de sterkte in de breedte van de Belgische crosswereld. Binnenkort staan er weer een stuk of vijf landgenoten in de top 10 van het WK. Een accuratere omschrijving ware nochtans geweest: een WK zonder winnaar. Want wie zal er over drie weken de Kempense Nederlander kunnen verslaan?

Het mooie van het ontbreken van veelvraat Van der Poel – 20 op 21 crossen gewonnen, waaronder het Nederlands kampioenschap van gisteren – is dat de koers onvoorspelbaar wordt. Het ging tussen een kransje favorieten. Bij de sterkst vertegenwoordigde ploeg, Pauwels Sauzen-Bingoal, was er recent een akkefietje, omdat hun renners vooral voor zichzelf reden en bijgevolg ook tégen elkaar. Deze keer pakte de mayonaise wel bij Pauwels. Aan het eind van de tweede ronde reden ze prompt met drie op kop. Laurens Sweeck demarreerde, Michael Vanthourenhout en Eli Iserbyt lieten het gat vallen, het BK zat er dan al op. Sweeck bouwde maximaal een kleine minuut voorsprong op, daar bleef na de laatste (feest)ronde met de nodige high fives net iets meer dan dertig seconden van over op ploegmaat Iserbyt en Toon Aerts.

Dat het toch geen vervelend kampioenschap werd, was te danken aan de vele positiewisselingen achter Sweeck. Op de ereplaatsen zag je voortdurend andere renners naar voor schuiven. Voor elke morzel grond werd gestreden. Ook de alweer puike beeldvoering van Sporza maakte dat het nooit een vervelend spektakel werd.

Vierklapper

Geen eerste tricolore bekroning bij de elite dus voor Eli Iserbyt, tweevoudig wereldkampioen bij de beloften. Geen nieuwe titel voor uittredend kampioen Toon Aerts, ondanks een vliegende start. Aerts ondervond de voorbije weken hinder van pijnlijke ribben na een val in de cross van Namen, al namen zijn tegenstanders die fysieke problemen met een korrel zout. Geen unieke dubbelslag weg-veld in één jaar voor Tim Merlier. En evenmin een onverwachte zege op halve kracht voor Wout Van Aert, die nog maar een handvol koersen in de benen heeft en die op één stevige tussenspurt na aangewezen was op aanklampen. Dat is geen schande. Van Aert moet er over zeven weken staan, als het klassieke wegseizoen begint met Omloop Het Nieuwsblad. Zaterdag 29 februari zal in zijn agenda met rood omcirkeld zijn.

Op de erelijst van Laurens Sweeck staan nu titels bij de nieuwelingen, de junioren, de beloften (twee keer) en de elite. Een nooit geziene vierklapper voor iemand die allesbehalve een veelwinnaar is. Het BK was nog maar zijn veertiende profzege in zeven seizoenen, waarin hij twee keer brons behaalde op een EK en twee keer zilver en één keer brons op een BK. Dit was zonder enige twijfel de mooiste overwinning uit de carrière van de zesentwintigjarige Brabander. In Antwerpen vond hij heel wat elementen terug van zijn lievelingsparcours, Koksijde. Sweeck is een zandmannetje. Die floreren op het strand.

Waar was het veld?

Als je aan veldrijden denkt, komt niet onmiddellijk de stad Antwerpen voor ogen, zelfs niet Linkeroever met zijn vele open vlakten. Nochtans biedt het ‘strand van Sint-Anneke’ alle ingrediënten die je nodig hebt voor een selectieve cross: zand, scherpe hellingen, verraderlijk schuin aflopende wegeltjes, natuurlijke hindernissen à volonté. Toch vonden de organisatoren het nodig om daar enkele tijdelijke bruggen aan toe te voegen en een ponton op de Schelde. Daardoor kreeg dit kampioenschap iets kunstmatigs. Jammer.

Jammer ook dat Daniele Pontoni niet meer meerijdt, het had de commentatoren tot enkele spitsvondige woordspelingen tijdens de passages op de ponton kunnen verleiden. Daar stonden geen toeschouwers. Alleen de gelukkigen die waren uitgenodigd op de aangemeerde boot kregen de renners van dichtbij te zien. U weet hoe dat gaat: driegangenlunch met exquise gerechten, rijkelijk vloeiende wijnen en op het eind nog even een uurtje naar de koers kijken. Het ontlokte gewezen Belgisch kampioen Klaas Vantornhout in de Sporza-studio de bedenking dat Antwerpen dan wel een streng bewaakte lage-emissiezone mag zijn geworden, maar een CO2 uitstotende vip-boot wordt er vlotjes getolereerd. Rake opmerking.

De parcoursbouwer opteerde voor een lange, uitgestrekte ronde. Dat maakte dat het publiek niet rijen dik stond en verspreid werd over het parcours, wat ten koste ging van de sfeer, maar waardoor er minder animositeit was onder de supportersclans. Ook in het veldrijden heb elk voordeel z’n nadeel. Door de regen waren er zaterdag nog wat slippertjes. Zondag bleef het droog en zaten de favorieten stevig op hun fiets, op een zeldzame schuiver na. Dat maakte dat de winnaar de beste in koers was, hij hoefde niet te profiteren van andermans tegenslag. Maar wat je aldoor miste was de link met ‘het veld’. Dat je op de achtergrond de havenindustrie zag, versterkte dit nog. Volgend jaar wacht in Meulebeke een natuurlijkere omgeving.

Elf op rij

Het beeld van Sweeck die wenend over de streep reed, wijzend naar de hemel waar zijn onlangs overleden grootvader Alfons – zelf een voormalige profrenner – zich zou moeten bevinden, was pakkend. Nog mooier was de van trots glimmende Sven Nys die zijn zeventienjarige zoon Thibau kampioen bij de junioren had zien worden, precies een kwarteeuw na papa.

De Brabançonne klonk dit weekend ook nog voor Toon Vandebosch (mannen beloften), Aaron Dockx (jongens nieuwelingen), Marthe Truyen (vrouwen beloften), Julie De Wilde (meisjes junioren) en Xaydée van Sinaey (meisjes nieuwelingen). Bij de vrouwen stond Sanne Cant al voor de elfde keer op een rij op het hoogste schavotje. Da’s straf, maar het zegt nog meer over de tegenstand, die er nauwelijks is. Cant moet nog dertig worden, vijftien opeenvolgende titels is een realistisch vooruitzicht voor haar. Zij is de Belgische troefkaart op het WK in het Zwitserse Dübendorf, waar ze ook al voor de vierde keer na elkaar wereldkampioene hoopt te worden.