Een taalbad voor kleuters. Klimaatontkenners moeten ook welkom zijn in De afspraak. Migratie is de oorzaak van het verlies aan vrije ruimte op het platteland. Ballekes in tomatensaus moet in de Vlaamse canon staan.

Het regende de voorbije weken ideeën, ideetjes en idee-fixejes van N-VA-excellenties, waarbij ik dat woord ‘excellentie’ hanteer als neutrale aanduiding van hun positie in de samenleving, niet vanwege grote verdiensten of aantoonbare ‘excellente’ prestaties. Het legen van de ideeëntrommel komt er enkele maanden nadat de tijdelijke Vlaamse minister-president de Belgische vlag ‘een vod’ had genoemd.

Het is de schuld van de Walen, de sossen, de politiek correcten, de linkse wereldverbeteraars, enfin, van iedereen, behalve ‘van ons’. Zelfs de begrotingsschuld is zogezegd ontstaan ná het vertrek van N-VA uit de federale regering. Het moet makkelijk zijn om verantwoordelijkheden te dragen met een geel-zwarte sjerp omgegord: is het goed, dan strijk je de eer op, is het slecht, dan ligt het aan de anderen.

Calimero kan er nog iets van leren.

***

Daarbovenop komen nu de besparingen in de cultuursector. Zes procent generiek, ‘slechts’ drie procent voor zeven erkende kunstinstellingen, zestig procent voor wie rekende op projectsubsidies. In die pot zit niet langer 8,47 miljoen euro, maar 3,39 miljoen. Min 5 miljoen en 80.000 euro, voor wie zijn rekenmachientje bij de hand heeft. Een habbekrats voor de Vlaamse begroting (die afgerond 48,2 miljard euro bedraagt), een levensnoodzakelijk inkomen voor betrokken organisaties en individuele kunstenaars.

Als mijn rekenmachientje me niet in de steek laat, bedraagt de besparing in culturele projectsubsidies 0,00012 procent van de Vlaamse begroting. Dat is peanuts. En dat herleidt deze zogeheten besparing tot wat ze werkelijk is: een ideologische keuze. Een optater voor al die lastige, betweterige, allesbehalve Vlaamsgezinde, zonder uitzondering extreemlinkse culturo’s, die al jaren in het vizier van rechts liggen. Jongens en meisjes die spuwen op de Vlaamse identiteit. Weg met ons! Soumission! Vroeger hadden we tenminste nog kunstenaars die oog voor schoonheid hadden, zei N-VA-Kamerfractieleider Peter De Roover gisteravond ongeveer letterlijk in De afspraak op vrijdag. Kortom, het is hun eigen schuld, van die anti-Vlaamse potverteerders. Wat denken ze wel? Het zal hen leren! (Best mogelijk dat deze laatste zin letterlijk weerklonken heeft op een voorbereidende vergadering in Vlaams-nationalistische hoofdkwartieren, meervoud in dit geval.)

N-VA (en in de niet zo verre achtergrond Vlaams Belang) neemt een voorschot op de toekomstige Vlaemsche Vlaamse meerderheid, waarin nog veel meer lastige, betweterige, allesbehalve Vlaamsgezinde mensen te horen zullen krijgen dat het hen zal leren. En terwijl deze schaamteloze ontmanteling van hedendaagse kunst en cultuur in alle openheid gebeurt — de culturo’s mogen nu zelf een tegenvoorstel doen aan minister-president-cultuurminister Jambon, wat erop neerkomt dat ze het executiemiddel mogen kiezen: de strop, de guillotine, de kogel of de elektrische stoel, het resultaat is toch hetzelfde — hoor je behalve een paar dappere backbenchers niemand van CD&V en Open VLD, partijen die nog niet zo lang geleden bevlogen cultuurministers leverden zoals Renaat Van Elslande, Frans Van Mechelen, Rika De Backer, Karel Poma, Patrick Dewael en Sven Gatz. Ruggengraatloze lafheid is het, op een tweet van Dewael na: ‘Cultuurbeleid is meer dan het conserveren van ons roemrijk verleden. Als we onvoldoende investeren in hedendaagse kunst verschraalt ons verleden. De creaties van nu zijn het erfgoed van morgen.’

Wat doen zijn partijgenoten? (Voorlopig niets.)

Wat doen de christendemocraten? (Voorlopig niets.)

Straks mogen we die ‘voorlopig’ schrappen. CD&V en Open VLD zijn letterlijk en figuurlijk meelopers geworden, aanhangsels, appendixen in het lichaam van een regering. Ze spelen mee in een draaideurentragedie binnen het gesubsidieerd politiek theater, hebben niet eens hun rol uit het hoofd geleerd. Op de affiche staan is belangrijker, dáár draait het om. Ze willen er per se bij zijn en wentelen zich zodanig in onderdanigheid dat over vijf jaar de totale overbodigheid wenkt. Van onderdanig naar overbodig, zoveel letters verschil zitten daar niet op. Opgeslorpt als ze zijn in nabije of toekomstige voorzittersverkiezingen doen ze niets. En laten ze betijen. Alsof dat stemmen zal opleveren over vijf jaar, of — wie weet — als we binnenkort toch vervroegd naar de stembus moeten omdat er geen federale consensus wordt gevonden (die er ook ná die eventuele verkiezingen niet zal zijn, maar dit nu even terzijde).

Christendemocratische en liberale staatsmannen draaien zich om in hun praalgraf.

Nog levende ex-leiders zitten in een hoekje te wenen, bij zoveel ideologisch verval, bij zulk verlies aan geloofwaardigheid, bij de nakende overbodigheid.

***

Nooit gedacht dat ik dit ooit nog zou schrijven (‘OK, boomer!’), maar ik heb heimwee naar de Volksunie. Ik heb zelfs ooit één keer op die partij gestemd, de allereerste keer dat ik naar de stembus mocht. 8 november 1981. Je moest toen 21 zijn om je stem via een rood potlood te laten horen. Uit pure balorigheid — wist ik veel van partijprogramma’s toen — stemde ik voor een partij van balorige politici, van in mijn ogen redelijke rebellen, dwarsliggers met een grote mond en een klein hartje. Met name Hugo Schiltz vond ik een begenadigd debater. Altijd ter zake, altijd het algemeen belang voor het eigenbelang plaatsend. Een staatsman, quoi, zonder dat ie in zijn lange politieke carrière al te veel mocht bedisselen welke richting het land zou uitgaan.

Later werd ik een zwevende kiezer. Nooit nog maakte ik het bolletje rood onder de afkorting VU. Maar ik zag wel dat Schiltz een bruggenbouwer bleef: een Vlaming die de Walen niet haatte en die meedacht in functie van het overleven van dit moeilijke land. Dat ligt helemaal anders bij de huidige Vlaams-nationalistische voormannen (m/v). Artikel 1 van de statuten kan voor hen niet snel genoeg toegepast worden.

Ik zag hoe Jaak Vandemeulebroucke met hand en tand de hormonenmaffia bestreed. Zoek bij de huidige geel-zwarten maar eens iemand die zich aan de kant van de zwakken in de samenleving plaatst. Of die systematisch criminaliteit bestrijdt. (Neen, de War on drugs telt niet mee, dat is een schijn- en schertsvertoning!) Willy Kuijpers kwam op voor verdrukte volksgroepen. Aan Vic Anciaux hebben we de huidige Ancienne Belgique te danken, zoek die recente Belpop maar eens op waarin hij het trucje uit de doeken doet. Zoon Bert werd uitgelachen omdat hij weleens in het openbaar weende, maar werd als minister van Cultuur en later Sport (toen al na de implosie van de Volksunie) gewaardeerd door deze sectoren. ‘Gewaardeerd’ in de zin van: hij kreeg ook bakken vol kritiek, maar achter zijn beleidsmaatregelen stak een idee en dat idee was niet ideologisch verkleurd.

Bart De Wever mag dan wel, althans volgens een door De Morgen samengesteld panel, de invloedrijkste intellectueel van deze regio zijn, toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat het intellectuele gehalte van de gemiddelde Volksunie-mandataris een pak hoger lag dan dat van de gemiddelde N-VA-functionaris.

Mag dat nog terloops opgemerkt worden?