Macht corrumpeert. Niet bij iedereen in een machtspositie, misschien zelfs alleen bij een kleine minderheid, maar alleen al het bezit van macht maakt het verleidelijk om die macht te gebruiken, op onnatuurlijke wijze uit te breiden en jezelf onaantastbaar te wanen.
Absolute macht corrumpeert absoluut. Gewoon enkele namen vermelden volstaat hiervoor: Mussolini, Hitler, Poetin. Niet toevallig drie voorbeelden van politici die op democratische wijze een opstapje kregen om de democratie vervolgens brutaal uit te schakelen.
Deze week ging het uiteraard over die verkrachtingszaak in Barcelona uit 2016, met professor F.D. als dader en een onbekende jonge studente als slachtoffer. Terloops gezegd, opmerkelijk dat iemand alleen met zijn initialen genoemd wordt in een artikel, ook al is hij intussen juridisch formeel schuldig verklaard. Wie een beetje googelt, diept al snel de ware identiteit van de man op, maar de terughoudendheid van de media is opmerkelijk (en, voeg ik er snel aan toe, aanbevelenswaardig in het geval van beschuldigden die nog niet veroordeeld werden en die dus geacht worden om onschuldig te zijn tot het tegendeel bewezen wordt).
Over machtsstructuren las ik vrijdag een prachtig opiniestuk van Bieke Purnelle in De Standaard, over #metoo enerzijds en de manier waarop de samenleving daarmee omging en omgaat anderzijds. Omdat ik daar weinig aan toe te voegen heb, verwijs ik u gaarne door naar die bijdrage (Waarom was #metoo ook weer nodig?). Ik ben geneigd om te zeggen dat de directeur van Rosa, kenniscentrum voor gender, feminisme en gelijke kansen, opnieuw een Purnelleke heeft gedaan. Dat wil zeggen: een bijzonder lezenswaardig, ogen openend, weinig aan de verbeelding overlatend stuk schrijven.
Een Purnelleke valt niet te verwarren met een Zuhalleke. Vlaams minister Demir liet vorige zondag stoer weten dat ze een projectsubsidie voor de KU Leuven tijdelijk bevroor, tot er duidelijkheid was over de verkrachtingszaak. Versta: ze vond dat de universiteit had meegewerkt aan een doofpotoperatie. In De zevende dag van vandaag verklaarde de minister van Omgeving, Justitie, Toerisme en Energie dat ze zich voor die tweet en die demarche had gebaseerd op artikels in kranten. Ironisch toch, iemand uit een partij waar zowat elk persartikel met argusogen en vaak meewarig bekeken wordt, die zich voor een beleidsdaad laat inspireren door, jawel, een persartikel. Als ze in die tweet had gewezen op de vele slachtoffers van seksueel misbruik en de angst die velen voelen om naar de politie te stappen, dan had ze een reëel probleem aangekaart in de marge van die verkrachtingsaffaire. Nu liet ze zich verleiden door profileringsdrang, niet gehinderd door enige dossierkennis.
Een Zuhalleke betekent: impulsief en zeer luidruchtig reageren op een maatschappelijk probleem met als ultieme doel zelf in het centrum van de belangstelling te komen staan. Een Purnelleke wil zeggen: vanuit wetenschappelijke bevindingen en betrouwbare studies het maatschappelijke probleem dieper duiden. Ze produceren daarbij allebei voldoende decibels om gehoord te worden, maar in het geval van een Zuhalleke is de bedoeling vooral om zelf in the picture te komen staan, een Purnelleke heeft als belangrijkste doel de problematiek zelf onder de aandacht te brengen of houden. Dat tweede is nodig, dat eerste meestal overbodig of voorbarig.
Terug naar de essentie. Omdat het juist heel verleidelijk is om in een machtspositie de ware omvang van die macht groter te achten dan ze in werkelijkheid is, heb je meer controle nodig. Organismen die waken over zij die macht hebben. Mensen die veel alerter toezien op mogelijke vormen van machtsmisbruik dan vandaag gebeurt. Structuren die toelaten om preventief te werken en — als dat niet gelukt is — kordater in te grijpen achteraf. Dat het slachtoffer van die ene verkrachtingszaak absolute discretie had gevraagd, moeten we uiteraard honoreren, maar zelfs dan nog moet het mogelijk geweest zijn om discreet te achterhalen wat die professor F.D. nog allemaal aangericht had. Een patroon van machtsmisbruik, seksueel grensoverschrijdend gedrag en een gevoel van onaantastbaarheid kan je snel detecteren, als je dat tenminste wil. F.D. kon jarenlang zijn gang gaan, hier en in Nederland. Je moet het wel wíllen zien, natuurlijk.
Universiteiten zouden na de herfstvakantie, die hen gegund is, alles moeten doen om dringend en dwingend een structuur op te zetten met meer vertrouwenspersonen, die daadwerkelijk gehoord worden, en met meer momenten waarop het functioneren van het academisch personeel wordt afgetoetst aan wat maatschappelijk en universitair wenselijk is. Het moet mogelijk zijn om wie beschuldigd wordt, tijdelijk op een zijspoor te zetten. Niet om het aantal verdachtmakingen de hoogte in te jagen of om een heksenjacht te organiseren, maar om in het geval van betrouwbare informatie of veelvuldige aantijgingen over één persoon, die man (en hoogst uitzonderlijk die vrouw) even op een zijspoor te zetten, tot de zaak (of zaken) is (zijn) uitgeklaard.
Dat is het minste wat we voor de slachtoffers kunnen doen, zonder hen daarom zelf in beeld te brengen. Wat het gerecht er daarna eventueel mee doet, is weer een andere zaak. Het is niet omdat een slachtoffer anoniem wil blijven — wat absoluut gerespecteerd moet worden —, dat de dader mag verder gaan alsof er niets aan de hand is.