(Deze bijdrage verscheen maandag 16 december in De Standaard in de wekelijkse rubriek ‘De bankzitter’).
1-1. Een gelijkspel uit bij Standard, dat heeft in moeilijke tijden iets weg van een mentale overwinning. Anderlecht schiet er nochtans weinig mee op en het speelde één helft ronduit dramatisch. Paars-wit moet de komende maanden ook nog eens de geblesseerde Yari Verschaeren missen.
‘Don’t believe the drama’.
Zo stond het er, in de veelbesproken open brief die Royal Sporting Club Anderlecht donderdagochtend via Facebook naar zijn fans stuurde. Geloof niet wat de anderen over ons zeggen, was de achterliggende gedachte. ‘Het plan zit goed in elkaar’, probeerden ondertekenaars Michael, Frank, Vincent, Jo en Marc hun achterban te verzekeren. ‘We werken methodologisch. We kennen de problemen, maar ook de oplossingen.’ Pas over twee seizoenen zal dit jonge Anderlecht weer volop meedoen voor de titel. Dit seizoen volstaat Europees voetbal, in 2021 is een top 4-plaats het objectief. Versta: twee overgangsseizoenen, bovenop het vorige.
Don’t believe the drama? De eerste helft van Anderlecht was royaal dramatisch. Geen enkele doelpoging binnen de palen. Daar zette een enthousiast Standard, met nochtans een Europees duel op dezelfde onbespeelbare akker in de benen, veel meer tegenover. Met één goal van Amallah werd de thuisploeg mager bedeeld, dat was vooral de verdienste van doelman Van Crombrugge.
Na de pauze was Anderlecht meer aanwezig. De gelijkmaker viel letterlijk uit de lucht. Een voorzet van Luckassen dwarrelde over keeper en verdedigers heen op het hoofd van de tot dan toe onzichtbare Roofe. Na de uitsluiting van Dewaele was het pompen of verzuipen. Het onverdiende puntje zal gevierd worden als een overwinning, maar eigenlijk schiet paars-wit er niets mee op. Play-off 1 is acht punten verwijderd, volgende weken wachten Genk, Antwerp en Club Brugge, en door de zware blessure van Yari Verschaeren verliest Anderlecht een van zijn weinige rasvoetballers. Believe the drama!
Geen identiteit
Terug naar die open brief. Voor dit seizoen is prioriteit nummer één ‘RSCA terug in contact brengen met zijn verloren voetbalidentiteit: attractief, technisch en aanvallend voetbal’. Dat zal dan toch op een andere manier moeten gebeuren dan gisteren op Sclessin of de voorbije weken tegen Kortrijk, Oostende en Charleroi. Dit Anderlecht hééft gewoon geen identiteit meer. Op Standard kneep linksback Dewaele bij balbezit steeds weer naar binnen, terwijl rechtsback Luckassen tegen de zijlijn bleef, een zelden geziene asymmetrische opstelling. Alsof Kompany en Vercauteren bij de tactische bespreking elk een flank voor hun rekening mochten nemen, de speler-manager de linkse, de trainer de rechtse.
Nog een prioriteit is ‘jullie op zoveel mogelijk wedstrijdmomenten blij maken en al de basis van onze vernieuwde voetbalidentiteit proberen te tonen’. Zó blij is een deel van de fans dat ze niet alleen mokken, maar ook herrie maken. Bij schermutselingen tussen de clans kreeg een agent een klap op zijn neus en werd een amokmaker gearresteerd. Rond dit traditioneel beladen duel hangt altijd een gespannen sfeer.
Ontevreden fans de wortel van een titel over drie jaar voorschotelen, dat is sportieve capitulatie en daar helpen geen PowerPointpresentatie, fancy Engelse terminologie of de terugkeer van een godenzoon tegen. Dat zou betekenen dat Anderlechtsupporters vijf jaar geduld moeten oefenen tussen de vorige titel in 2017, onder de verguisde trainer René Weiler, en die van 2022, als het zo ver komt. In de naoorlogse geschiedenis is dat nog maar twee keer voorgekomen. Tussen 1995 en 2000 was het eveneens vijf seizoenen tandenknarsen, tussen 1974 en 1981 zelfs zeven jaar. Toen won de club wel twee Europabekers. Straks is het ook vijf jaar geleden dat Dennis Praet als voorlopig laatste Anderlechtspeler de Gouden Schoen ontving.
Current Impact Score
Een ‘strak afgebakend budget’, daar wordt ook een paar keer aan gerefereerd in het epistel van donderdag. Begrijp hieruit dat Anderlecht geen versterking zal kunnen halen. De Europese Financial Fair Playregels laten dat niet toe. Het boekhoudkundig verlies komt allicht boven de 25 miljoen euro uit. Niet verwonderlijk met zevenendertig voetballers op de loonlijst. De transferwaarde van overbodige spelers als Trebel, Didillon, Makarenko, Chipciu, Saief, Bakkali, Thelin en Musona neemt week na week af. En dan moet je nog hopen dat Kums en Sanneh na hun verhuurperiode volgende zomer een definitieve overnemer vinden. Anderlecht telt maar liefst vier keepers: de vierde, Frank Boeckx, was in het vorige kampioenenjaar nog titularis.
Het zou iets te makkelijk zijn om de schuld te schuiven in de schoenen van Vincent Kompany en zijn ‘Trust the process’. De neergang werd ingezet na de overname door Marc Coucke, volgende vrijdag precies twee jaar geleden. Coucke bracht zijn Oostendse rechterhand Luc Devroe mee, die spelers haalde op het niveau van de kustploeg, niet op dat van de recordkampioen. Het ligt ook niet aan de jeugd, want die jonkies worden ook maar voor de leeuwen geworpen bij gebrek aan beter.
Alle heil wordt nu verwacht van intensieve scouting via de ‘Current Impact Score’, waarbij potentiële versterkingen op tientallen aspecten beoordeeld worden op een puntentotaal van 200. Klinkt goed op papier, maar is bijzonder naïef. Spelers die meer dan 120 op 200 halen, zullen financieel niet haalbaar zijn voor Anderlecht. Zo simpel is dat.
Balthasar Boma
‘Jullie club is in goede handen’, vermeldt de open brief op het eind. ‘We timmeren samen aan de weg met gelijkgestemden die wéten wat winnen is.’ Dan moet je wel een goed functionerend kortetermijngeheugen hebben, want de laatste competitiezege van Anderlecht dateert van 8 november. Als daar niet snel verandering in komt, bij voorkeur volgende week zondag tegen KRC Genk, dreigt een volksopstand. Misnoegde fans paai je niet met managementjargon.
Marc Coucke wil ongetwijfeld in de voetsporen van illustere voorgangers als Theo Verbeeck, Albert Roosens, Constant en Roger Vanden Stock treden, de stadionnaam kon niet snel genoeg gewijzigd worden (weg met de vorige dynastie!), alle banden met het roemrijke verleden moesten worden doorgeknipt. In werkelijkheid bevindt zijn beleid zich eerder op het niveau van dat van Balthasar Boma. RSC De Niet-Kampioenen. Onder Coucke is het instituut een instelling geworden. Vereniging zonder winstoogmerk.