(Deze bijdrage verscheen maandag 4 november als ‘De Bankzitter’ in De Standaard.)
AA Gent bevestigde zijn stevige thuisreputatie tegen Standard. 3-1, 21 op 21, de vraag is hoe ver de Buffalo’s kunnen geraken als ze ook uit beginnen te winnen. Bijvoorbeeld volgende speeldag op het kwakkelende KRC Genk. Quo vadis landskampioen? Genk verloor al voor de vijfde keer.
De beste transfer die AA Gent deze zomer deed was het behouden van trainer Jess Thorup. De Deen was na de tegenvallende prestaties in de openingsfase van het seizoen 2018/2019 Yves Vanderhaeghe komen vervangen. Voetbaljournalisten moesten dringend op zoek naar informatie over de man, Deens kampioen geworden met FC Midtjylland. Dat de aanstelling van Thorup een beetje onder de radar bleef, had alles te maken met het moment waarop hij zijn contract ondertekende. 10 oktober 2018. Een paar uur voordien waren lieden als Mogi Bayat en Dejan Veljkovic van hun bed gelicht, en kreeg Operatie Schone Handen de status voorpaginanieuws.
Onder Thorup begon Gent beter te voetballen, resultaten volgden, maar na een dipje in de wintermaanden was er een half mirakel nodig om alsnog Play-off 1 te halen. Waarin Gent weer wisselvallig presteerde, zodat de positie van Thorup wankel leek. Toch besliste het Gentse bestuur om door te gaan met de 49-jarige Deen, wellicht bij gebrek aan beschikbare alternatieven. En kijk, het loonde. Gent worstelde zich door de voorrondes van de Europa League en speelt nu Europees. En het begon aan de veertiende speeldag in de competitie op de vierde plaats, met nog een wedstrijd te goed.
Kwetsbaar achterin
Alleen was Gent tot nog toe een ploeg met twee gezichten. Uitmuntend thuis: 6 wedstrijden, 6 zeges, doelsaldo +15. Wankel buitenshuis: 4 op 18, nog geen enkele keer gewonnen. Op eigen veld is het met lichte overdrijving een titelkandidaat, al was het programma daarvoor te makkelijk, met matchen tegen Eupen, Oostende, Cercle, KV Mechelen, Kortrijk en Waasland-Beveren. Enkel Mechelen staat daarvan in de linker tabelhelft. Uit is Gent hooguit een middenmoter.
De komst van Standard moest een graadmeter worden van de werkelijke waarde van dit elftal. En ook tegen de Rouches waren de aanvallende intenties van de Buffalo’s duidelijk. Meteen naar voren, combinerend, druk zettend, het publiek vermakend. Leuk om naar te kijken. Dat leverde halve kansen op, aan beide kanten trouwens. Want dat is het nadeel van Thorups tactiek: verdedigend ben je kwetsbaar. De betere kansen waren dan ook voor Standard. Vlak voor de rust scoorde Amallah op de tegenaanval. Op dat ene bezoekende vak na was het opeens stil in de Ghelamco Arena. Voor het eerst moest op eigen veld een achterstand worden weggewerkt. Dat was schrikken.
Indrukwekkend Gent
Kort na de pauze viel alles te herdoen, na een harde knal van Bezus. Het bleef een leuke topper, met doelpogingen heen en weer. Tot Vadis Odjidja een tweede gele kaart onder de neus geschoven kreeg. De VAR was ’tijdelijk onbereikbaar’, de scheidsrechter leek even het noorden kwijt, de thuisploeg niet. Gent kroop niet terug, integendeel. Aangejaagd door de Ghanese Fransman Elisha Owusu, een zomerkoopje van 1 miljoen, en in een regie van Sven Kums, die niet zo ver onder zijn Gouden Schoenniveau zit, werd Standard teruggedrongen. Na hands van Vanheusden stonden ze weer tien tegen tien. David scoorde vanaf de stip en Castro-Montes krulde de 3-1 binnen. Aan de overkant trapte Mpoku een strafschop hoog over.
Indrukwekkende vertoning van de thuisploeg. 21 op 21, het perfecte bilan. Als het ook buitenshuis begint te winnen, kan AA Gent een rol spelen als schaduwfavoriet in het titeldebat. Vanaf volgend weekend in Genk?
Quo vadis Racing Genk?
De landskampioen leed in Eupen al zijn vijfde nederlaag van het seizoen en we zijn nog niet eens halfweg de reguliere competitie. Des te pijnlijker was het dat Eupen zaterdag voor het eerst won in eigen stadion. Vrij makkelijk dan nog, met 2-0. Vorig jaar rond deze tijd had KRC Genk nog niet verloren. 33 punten op 39 telde het toen na dertien speeldagen. Net evenveel als Club Brugge op dit moment. Genk had 38 keer gescoord, zes doelpunten meer dan Club nu.
Zonder Clement, Trossard, Malinovski en Pozuelo is het harken. Clement bevestigt zijn trainerscapaciteiten in Brugge, Trossard is supersub in Brighton (zaterdag als invaller goed voor een doelpunt en een assist), Malinovski zit tandenknarsend op de bank bij Atalanta en Pozuelo werd verkozen in het Team van het Jaar van de Amerikaanse Major League Soccer en speelt volgende zondag met Toronto FC de finale tegen de Seattle Sounders, nadat het team afgelopen week al de Eastern Conference had gewonnen. Maar laten we wel wezen: de MLS is een competitie voor hasbeens en subtoppers.
De kassa rinkelde de voorbije maanden in Genk, maar de nieuwkomers konden (nog) niet inpikken op het sportieve elan. Theo Bongonda blijkt eens te meer een momentenvoetballer en rechtvaardigt de afkoopsom van zeven miljoen euro niet. Hagi en Nygren zijn jongeren met groeipotentieel, die hebben tijd nodig. Hrosovsky is degelijk, maar lang geen Malinovski. En Felice Mazzu begeestert minder dan Philippe Clement. Mazzu oogstte jarenlang lof voor de puike prestaties van Sporting Charleroi, dat het systematisch beter deed dan verwacht. Dat was knap, voor een outsider. In Genk, bij een club met veel ambitie, lukt het vooralsnog niet en je ziet ook niet dadelijk een kentering aankomen. De Limburgers spelen lusteloos, franjeloos, inspiratieloos, kortom: er is iets loos. Dan komt de naam van de trainer al snel op een lijstje van mogelijke verplichte vertrekkers te staan. Morgenavond wacht Genk in de Champions League een uitwedstrijd in Liverpool. Er zijn prettiger opdrachten in moeilijke tijden. Enige lichtpuntje: met 20 punten staat Genk nog altijd heel dicht bij Play-off 1.
Ook Antwerp doet het minder goed dan het ambitieuze bestuur verhoopt. Zaterdag werd verloren in Moeskroen, vierde nederlaag al dit seizoen. Antwerp behaalde 4 op 12 na de vorige interlandbreak. Zondag komt Club Brugge naar de Bosuil, dat buitenshuis nog geen punt liet liggen. Vermoedelijk heeft Laszló Bölöni de vorige seizoenen voldoende krediet opgebouwd, maar eindeloos is dat nooit in het voetbal. Hopelijk voor hem heeft woelwater Didier Lamkel Zé zijn T-shirt van vorige week aan sportief directeur D’Onofrio bezorgt. ‘Zé na is kalm’, stond daarop te lezen.