(Voor De Standaard van maandag 26 augustus interviewde ik Vincent Vanasch, nationale hockeykeeper, beste ter wereld, en Manu Leroy, ex-nationale hockeydoelman en co-commentator op Sporza, over het EK-goud van onze hockeymannen en de bijdrage van onze keeper.)

De Red Lions zijn Europees kampioen hockey. Zaterdag ging Spanje in de finale met 5-0 onderuit, de eerste helft was een ware demonstratie. Orgelpunt van een bijzonder geslaagd toernooi. Net als op het WK eind vorig jaar werd Vincent Vanasch uitgeroepen tot beste keeper van het toernooi.

De eindzege van de Belgische hockeymannen was zonder meer verdiend. De Red Lions telden de beste keeper (Vincent Vanasch), de beste veldspeler (Victor Wegnez) en twee van de vier gedeelde topschutters (Tom Boon en Alexander Hendrickx) in hun rangen (uitgebreide analyse in ‘De Bankzitter’ op p. xx). Ze scoorden 22 goals en incasseerden er amper 2, in de halve finale tegen Duitsland, een waanzinnige wedstrijd waarin het bij de rust 0-2 stond. In het derde kwart kregen de Duitsers twee strafcorners op rij, maar toen kwam misschien wel hét moment van onze doelman. Hij had gezien dat een Duitser bij de eerste corner de bal niet met de stick maar met de hand had klaargelegd, wat niet mag.

‘Daar was ik heel blij mee, het was even belangrijk als mijn reddingen in die match’, zegt Vincent Vanasch. ‘Ik ben altijd heel gefocust. Bij de analyse van vroegere wedstrijdbeelden was het ons coaching team opgevallen dat de Duitsers weleens hun hand gebruikten om de bal stil te leggen bij een strafcorner. Ik zag het gebeuren.’

In plaats van een strafcorner tegen te krijgen, en een grote kans op 0-3, werd het kort daarop 1-2, waarna onze hockeymannen in het laatste kwart over de Duitsers heen walsten, 4-2. ‘We zijn mentaal heel sterk’, weet Vanasch. ‘Ook als we het minder goed doen, zoals in die eerste helft tegen Duitsland, kunnen we ons herpakken. De kracht van dit team is een combinatie van kwaliteit, mentaliteit, ervaring en een uitstekende connectie tussen de spelers.’

‘De Red Lions hebben een heel toernooi op hoog niveau gespeeld’, stelt Manu Leroy, afgelopen week co-commentator op Sporza. ‘Tegen Spanje en Engeland was het nog niet perfect, maar dan volgde een galawedstrijd tegen Wales en in de halve finales dé wedstrijd van het toernooi, tegen Duitsland. Een van de leukste hockeymatchen ooit. De Spanjaarden waren niet ontgoocheld na de finale, ze konden niet op tegen de Belgische machine, gaven ze ruiterlijk toe.’

Authentiek

‘Work hard in silence, let success make the noise’ valt als motto te lezen op de persoonlijke website van Vincent Vanasch. En ook nog: ‘Talent wins games, teamwork wins championships’. Het typeert de man achter de doelman. Gefocust, zelfbewust en toch bescheiden. En bovenal een teamplayer. ‘Ik ben blij met mijn prestaties, maar nog veel blijer voor het team’, vertelt hij. ‘We hebben bevestigd dat we een groot hockeyland zijn. Bevestigen is het moeilijkste wat er is in de sport.’

‘Voor de Spelen van 2012 in Londen lag ik nog in concurrentie met Vincent’, vertelt Manu Leroy, sinds begin dit jaar marketingdirecteur bij de voetbalbond, in het verleden hockeykeeper bij KHC Dragons uit Brasschaat én de nationale ploeg. ‘De keuze viel op hem. Toen was hij al heel goed, sindsdien is hij alleen nog beter geworden. Je moet weten dat het hem niet in de schoot is geworpen. Bij KHC Leuven werd hij zelfs een tijdje aan de kant geschoven. Maar Vincent is een keiharde werker, wil altijd beter worden. Geloof me, we hebben het laatste nog niet van hem gezien. Ook dit jaar zal hij normaal weer tot beste keeper van de wereld worden verkozen, dat zou de derde keer op rij zijn. Dat hij al 31 is, is voor een keeper niet eens een nadeel. Fysiek is hij top en hij is nu ook zeer ervaren. Vincent is een absolute winnaar, maar naast het veld is hij rustig, bedachtzaam, aimabel. Geen vedette. Mediatraining hoeft niet voor hem. Hij is wie hij is: authentiek.’

Vanasch was een van de spelers die zaterdagavond mee stond te hossen tussen de supporters op het volksfeest achteraf. ‘Geweldig toch dat we bij elke match zoveel steun kregen. Dat maakte dit EK nog mooier dan het WK eind vorig jaar in India. Succes kunnen delen en samen een pintje drinken met de fans, mooier bestaat niet.’

Volgende doel: Tokio 2020

Goud op het WK, goud op het EK, de taart is al flink gevuld, maar er ontbreekt nog een kers: olympisch goud. In 2016 moesten de Red Lions nog tevreden zijn met zilver. Volgend jaar in Tokio moet het gebeuren. Manu Leroy: ‘Goud moet de ambitie zijn, maar op de Spelen weet je maar nooit. Als je een tegenvallende eerste ronde speelt en pas tweede eindigt in je poule, kan je in de kwartfinales uitgeschakeld worden door een ander topland in een finale avant la lettre. Maar in principe moet het kunnen. Onze internationals hebben de luxe dat ze vier keer per week samen kunnen trainen, één keer slechts doen ze dat op hun club. Dat voordeel van voortdurend samen zijn hebben andere landen niet.’

Ook Vincent Vanasch heeft een olympische droom en die kleurt goud. ‘We hebben ons nu rechtstreeks gekwalificeerd. Dat betekent dat we ons elf maanden kunnen voorbereiden. In Tokio moeten we ons beste niveau halen en zelfs dan nog zal het van details afhangen.’