(Onderstaande tekst verscheen maandag 29 april als ‘De
bankzitter’ in De Standaard.)
De titelpretendenten wonnen beide met 1-0, maar het
gevoel zal bij een zakelijk dominerend KRC Genk veel beter zijn dan bij een
ploeterend Club Brugge. De videoref eiste in hun wedstrijden een hoofdrol op. Antwerp
is de lachende derde. En Anderlecht, ach, dat klungelt verder.
Leko = dief. We do
what we want. Ultras RSCA. Fraai was het niet, de graffiti die Anderlechtfans
in de nacht van zaterdag op zondag hadden gespoten op de betonnen palen die het
Jan Breydelstadion onderstutten. Verfrissend was wel dat het bestuur van de
paars-witte club zich niet in bochten wrong, maar zich onmiddellijk
distantieerde van de onfrisse daden.
Na de vuurpijlschande
op Sclessin was die reactie jammer genoeg minder kordaat. Om een wedstrijd
achter gesloten deuren te vermijden, voert de advocaat van de club zelfs aan
dat ‘je niet kan bewijzen dat de relschoppers ónze supporters waren’. Vreemde
redenering, aangezien er voor Standard-Anderlecht een combiregeling gold,
waardoor de identiteit van alle aanwezigen in de bezoekende vakken bekend was
bij de supportersclubs. Controle over wie er wel of niet aanwezig was in Luik,
was dus perfect mogelijk.
Club – VAR 0-3
‘We do what we want’
is niet de leuze van de Anderlechtspelers dit seizoen. Tegen Club had
interimtrainer Belhocine gekozen voor een zeer voorzichtige veldbezetting met
slechts één aanvaller, Yannick Bolasie. De Congolees begon prima aan zijn
uitleenbeurt, maar deelt in Play-off 1 in de algemene malaise die zich meester heeft
gemaakt van de hele club. De keuze voor defensieve zekerheid wees erop dat
Anderlecht niet meer gelooft in Europees voetbal. Als het in de praktijk
Antonio Milic is die de bal voorin moet krijgen, dan weet je dat die zelden bij
een mannetje in zalmroze zal belanden.
Je kon er vooraf al
donder op zeggen dat de videoreferee een cruciale rol zou spelen. In een
felbevochten wedstrijd met veel duels op een beperkte ruimte moet dat haast
wel. Handspel van Clinton Mata werd niet bestraft. Onvrijwillig, zo zou het
ongewild toucheren van de bal nog niet zo lang geleden genoemd zijn. Maar met
die nieuwe regels weet je maar nooit. Zeker niet als de powerpoint-presentatie
van de Talent & Referee Manager niet volledig is.
Net wanneer een matige
eerste helft op nul-nul leek te stranden, sloeg Club toe. Vormer stuurde Wesley
weg en die rondde kalm af. In het busje bekeek videoref Lawrence Visser de
beelden, trok een lijn en oordeelde dat Wesley buitenspel stond. Op ons scherm
was niets te merken. Halve teen? De punt van de knie? Een oorlel?
Millimeterwerk dat deed denken aan de afgekeurde goal van Diaby vorig jaar in
het Astridpark.
Erger nog, Club Brugge
had al een gecrispeerde relatie met het alziende oog van de VAR, na de penalty
tegen Mechele in Genk (onvrijwillige hands, maar die uitzondering was de
officials toen nog niet medegedeeld), de ongestrafte charge van Van Damme tegen
Openda op Antwerp (zelfs scheidsrechtersbaas Verbist gaf die vergetelheid toe)
en nu dus die vermeende buitenspelsituatie. In Brugge denken ze dan al snel
Club-VAR 0-3, en vergeten ze dat geval met Mata. Maar ze hebben wel een punt.
Zo hoort een titelstrijd niet beslecht te worden.
Slechte rapporten
Wat Ivan Leko vandaag
in zijn analyse zeker niet mag vergeten te melden, is dat het bijzonder stroef
loopt bij Club. Uitstekende start in Play-off 1, drie overtuigende zeges, tien
goals. En dan drie keer heel gewoontjes. Onderliggend in Genk, hooguit
evenwaardig op de Bosuil en ploeterend tegen Anderlecht. Vier op negen, 44,4
procent: dat zijn geen tussentijdse rapportcijfers van een kampioen.
Het enige doelpunt
viel gisteren uit de lucht. Letterlijk. Rits knalde met links, Didillon redde knap
maar half, want de bal viel loodrecht naar beneden op de knikker van Wesley. De
ontlading was groot, de thuiszege mager maar verdiend.
En wat dan te zeggen
over het rapport van Anderlecht: 1 op 18? Voor de paars-witte fans is het hopen
dat er geen tweede zit komt voor ruim de helft van dit elftal. Van het ABC van
het Voetbal beheersen de meesten enkel de A: de Auto parkeren. Weg grandeur.
Clear error
AA Gent hinkte tegen KRC Genk op twee
gedachten. Een thuiswedstrijd geef je niet zomaar uit handen, maar anderzijds
is er woensdag de finale van de Beker van België, de enige mogelijkheid die de
Gentenaars nog hebben om een matig seizoen alsnog te beëindigen met een
Europees ticket op zak. De eerste helft speelden ze fluks mee, met de uit
schorsing teruggekeerde Vadis Odjidja als smaakmaker. Hij werd de afgelopen
speeldagen node gemist.
Kort voor de rust scoorde Genk op de
tegenaanval. Junya Ito veroverde de bal op eigen veld en legde dan drie
tegenstanders in de luren. Knap gedaan. De vreugdekreten werden gesmoord door
het signaal dat de videoscheidsrechter iets verdachts had opgemerkt. Volkomen terecht,
want Ito had Dejaegere een beuk gegeven. Scheidsrechter Lardot, die er op
enkele meter vandaan stond, liet begaan. De definitie van ‘clear and obvious
error’ werd weer eens op de proef gesteld. Want wat telt er: de scheidsrechter
die er een duidelijk zicht op had en de fase aanvankelijk beoordeelde als correct,
of de videoref die juist inschatte wat er werkelijk was gebeurd? De grijze zone
blijft. Zaterdag zegevierde gelukkig gerechtigheid, zondag betwijfelden we dat.
Modelaanvoerder
De grote kwaliteit van dit Genk is dat het
rustig blijft onder de toch wel grote druk en dat het nu ook in staat is
wedstrijden zakelijk te beslissen. Zonder Pozuelo — wie mist de Spaanse
spelmaker nog? — spelen de Limburgers directer en een tikkeltje sneller dan in
het ‘Pozo’-tijdperk. Balbezit hoeft niet meer zo nodig. Leandro Trossard is daarbij
een modelaanvoerder. Hardwerkend en op belangrijke momenten present. Zaterdag bekroonde
die zijn sterke wedstrijd met een mooi doelpunt: drie subtiele baltoetsen en de
bal die met een fraaie curve via de paal tegen het net ging. Trossard wordt
eind dit jaar 25. Als hij zijn carrière in het buitenland wil verderzetten, mag
hij niet lang meer wachten. Maar los van het financiële aspect heeft deze
Trossard alles in zich om nog jaren het boegbeeld van Genk te zijn. Dat is ook
iets waard. Helaas voor de Genkse fans lijkt de flankspeler zijn keuze al
gemaakt te hebben.
Dat er nog enkele opgelegde kansen werden
verkwanseld, kon de rust in het team niet verstoren. Zuinige zeges horen nu
eenmaal bij een kampioenenjaar. Meegenomen was ook dat de thuisploeg geen vuist
kon maken. Of wílde, want naarmate de wedstrijd vorderde leek de bekerfinale
zich duidelijk in de hoofden te nestelen. Tenzij dit elftal echt niet beter kan?
Gent blijft, net als Anderlecht, in Play-off 1
steken op een op achttien. Die pijnlijke realiteit zal overmorgen niets meer
voorstellen als de beker in de hoogte wordt gestoken. Gebeurt dat niet, dan is
het seizoen 2018/2019 zonder meer een flop voor de Buffalo’s.
Worstelaars
‘Worstel nooit met een varken. Je zult vuil
worden en bovendien zal het varken het prettig vinden’, zei de Ierse
toneelschrijver George Bernard Shaw ooit. Bij Standard hebben ze wellicht nog
nooit van Shaw gehoord. Michel Preud’homme had de pseudovedetten Paul-José
Mpoku en Mehdi Carcela voor hun matige prestaties beloond met het statuut van
bankzitter. En hij had gekozen voor ‘warriors’. Worstelaars, zeg maar. Die vervolgens
ten onder gingen tegen de krijgers van László Bölöni, net iets meer gewend aan dit
soort lijf-aan-lijfgevechten.
Zou Bölöni de uit zijn context gerukte slagzin
van de Nederlandse voetbaltrainer Rinus Michels — ‘Voetbal is oorlog’ — in
gedachten houden? Het lijkt erop. Die zeven gele en één rode kaart zullen
Antwerp nauwelijks deren. Dat de wedstrijd moest onderbroken worden omdat
onverlaten het nodig vonden om bekertjes en flesjes naar het hoofd van
Preud’homme te smijten, zullen ze op de Bosuil ook wel ‘collateral damage’
noemen. O ironie, Sinan Bolat, zelf voortdurend provocerend, probeerde de
gemoederen te bedaren. Dat Didier Lamkel Zé weer eens een domme rode kaart
pakte na een onnodige reactie, is een bekommernis: het ongeleide Kameroense projectiel
sloeg op training ook al eens ploegmaat Jelle Van Damme. Maar wat uiteindelijk telt
zijn de droge cijfers die na ruim negentig minuten op het scorebord stonden:
2-1. En de stand na deze speeldag: plaats drie, mét afstand.