(Deze bijdrage verscheen maandag 11 februari in De Standaard, in de wekelijkse reeks ‘De Bankzitter’).
Geen winnaar in de Brugse derby. Man van de match was
de Franse Monaco-huurling Irvin Cardona. Niet omdat hij de 2-2 maakte, maar
omdat hij na afloop een groenzwarte vlag plantte op de middenstip. Een
misplaatst gebaar dat tot relletjes leidde.
De ene stadsderby is de andere niet. Zaterdag
won Real Madrid verdiend met 1-3 bij lokale rivaal Atlético. Thibaut Courtois
kreeg al bij al weinig werk op te knappen: in de tweede helft bokste hij een
onverwacht schot vanonder de lat weg op een ogenblik dat Atlético de match in
handen had. Vooral in de eerste helft was Atlético-Real een beklijvende topper:
technisch en tactisch sterk, van een ongeziene intensiteit, een vol stadion, het
soort spektakel waar we hier slechts van kunnen dromen.
Al was er zondagnamiddag in de Brugse derby
toch een punt van overeenkomst met de Madrileense strijd: er werd stevig
gebikkeld. Tien gele kaarten (waarvan één dubbele) in Madrid, acht (één
dubbele) in Brugge. Club begon dominant op de abominabele grasmat van het Jan
Breydelstadion en kwam twee keer op voorsprong met uitermate knappe doelpunten:
Wesley opende de score met een subtiel hakje, Schrijvers rondde een wervelende
combinatie Vanaken-Vormer rustig af. Dankzij een owngoal van Amrabat en een
treffer van Cardona halfweg de tweede helft werd het toch nog 2-2. Het
slotoffensief van Club leverde niets meer op.
Ziekelijke
provocatie
Twee-twee geeft normaal voldoende stof tot
napraten over het sportieve verloop van een wedstrijd, maar de gesprekken achteraf
gingen ongetwijfeld vooral over de turbulente slotfase. Vier gele kaarten,
waarvan een tweede voor Cercle-middenvelder Johanna Omolo, antivoetbal van de
thuisploeg dat een puntje wilde overhouden aan de derby, een vervelende sfeer
op het veld en in de tribunes. Scheidsrechter Visser liet precies vierenveertig
seconden naspelen na de voorziene vier minuten extra tijd, ook al lag het spel
veel langere tijd stil.
Het dieptepunt moest dan nog volgen. Irvin
Cardona plantte een Cercle-vlag op de middenstip, tot grote ergernis van de
Clubspelers. Massaal duw- en trekwerk volgde. Cardona werd breed grijnzend
afgevoerd door zijn eigen trainer, als een kwajongen die nog een beetje glimt
van misplaatste trots, tot groot jolijt van het groenzwarte volk op de tribunes.
Als de Reviewcommissie vandaag de beelden bekijkt, past er maar één sanctie:
deze Cardona mag niet meer in actie komen in de reguliere competitie. Vijf
schorsingsdagen voor deze vorm van ziekelijke provocatie is een minimum.
Het planten van de vlag met de eigen
clubkleuren is overigens niet nieuw in de Brugse derby. Het is een vast ritueel
geworden na een zege. Bijna zes jaar geleden diende Cercle nog een klacht in
tegen Club, toen Clubspeler Ryan Donk na de 0-3 overwinning een blauw-zwarte
vlag op de middenstip wilde neerpoten. Dat werd als extra pijnlijk ervaren
omdat Cercle door die nederlaag barrages moest spelen om degradatie te
voorkomen. Eerder dit seizoen deed Ruud Vormer het nog, na de 4-0 thuiszege. En
Leandro Trossard waagde het namens KRC Genk na de derby-uitzege in
Sint-Truiden. Cardona plantte zijn vlag echter na een gelijkspel, niet na een
zege. Zijn gebaar wordt er alleen maar fouter door.
Filiaal
van Monaco
De ‘Vereniging’ — zoals Cercle zich graag laat
noemen bij wijze van contrast met de ‘club’ die in hetzelfde stadion speelt —
is niet meer het sympathieke, kleine en ietwat lelijke eendje van weleer. De
drie landstitels uit de geschiedenis van de vereniging zijn allang vergeten, de
laatste dateert van 1930. Ver weg is ook de periode van clubspeler par
excellence Jules Verriest. Of de drie seizoenen dat Cercle in de middenmoot
eindigde, maar wel de topschutter van de eerste klasse in de rangen had, Josip
Weber. Onder Glen De Boeck behaalde Cercle elf jaar geleden een vierde plek, de
hoogste positie na de Tweede Wereldoorlog.
Als Cercle in de hoogste afdeling speelde,
vonden supporters van andere clubs dat wel prettig. Speelde het in tweede, dan
werd het niet gemist. Club was alomtegenwoordig, met fans uit heel Vlaanderen,
Cercle bleef onzichtbaar, de stille buur, maar toch wel een beetje de ploeg van
de stad Brugge.
Veel is veranderd door de nauwe samenwerking
met AS Monaco, twee zomers geleden. De Monegaskische club wordt geleid door een
rijke Rus, Dmitri Rybolovlev, een man met een kwalijke reputatie. Toen Club in
november een Champions League-duel speelde in Monaco, kon Rybolovlev dat niet
bijwonen: hij zat in voorhechtenis vanwege een zoveelste corruptiezaak. Cercle
is een filiaal van Monaco geworden. In de kern zitten maar liefst negen spelers
die van de moederclub worden gehuurd. Ook trainer Laurent Guyot is een
Fransman. In de kleedkamer is Frans de voertaal. Cercle vervreemdt. En
afgelopen week liet het als vijftiende van de zestien eersteklassers — alleen
Eupen doet niet mee — shirtsponsoring door een gokbedrijf toe, Napoleon Sports
& Casino. De vereniging is een bedrijfje geworden. De sympathie is weg.
Eén constante toch: de publieke belangstelling
blijft pover. Cercle komt net boven de zesduizend toeschouwers per
thuiswedstrijd uit, niet eens vijfhonderd meer dan vorig jaar, toen het
kampioen werd in de Proximus League. Tegen Club zat het stadion voor een keer
halfvol: weinig volk naar blauw-zwarte normen, in Monaco — gemiddeld 8.537
toeschouwers in dit kwakkelseizoen waarin het voor het behoud vecht — zouden ze
er heel tevreden mee zijn.
‘Vzw’
Sinds 16 december en de thuisoverwinning tegen
Anderlecht blijkt Cercle een vereniging zonder winstoogmerk geworden. Zes
wedstrijden, amper twee punten behaald. Goed dat er een stevige buffer was
opgebouwd in het najaar of er werd nu degradatievoetbal gespeeld. Maar ook Club
won na nieuwjaar slechts één keer. Het puntenverlies tegen de stadsgenoot komt
een week voor de topper tegen KRC Genk bijzonder ongelegen. Voor Club wordt dat
een alles-of-niets-wedstrijd. Winnen is een must. Beide teams moeten
donderdagavond eerst nog Europees aan de bak in de Europa League: Club tegen
Salzburg, Genk tegen Slavia Praag. Benieuwd of de akker van Jan Breydel tegen
dan iets meer op een voetbalveld lijkt.
Slotsom van een bewogen zondagnamiddag: Club
telt elf punten minder dan Genk, Cercle heeft tien punten meer dan Lokeren.