(Deze bijdrage verscheen maandag 4 februari in de
reeks ‘De bankzitter’ in De Standaard.)
Terwijl twee Rode Duivels de voorbije weken richting
China trokken, staat hun opvolging al klaar. Leander Dendoncker en Thorgan
Hazard blonken dit weekend uit in de Premier League en de Bundesliga, en lijken
helemaal klaar om een belangrijkere rol bij de nationale ploeg op te eisen.
Eden Hazard wervelde zaterdag als vanouds.
Chelsea won met 5-0 van rode lantaarn Huddersfield, de Belgische
vleugelaanvaller mocht opnieuw van zijn geliefde linkerflank voor dreiging
zorgen en dankte zijn trainer met twee doelpunten. Met de gehuurde Argentijn
Gonzalo Higuaín — twee keer aan het kanon — lijkt Chelsea weer een volwaardige
spits in huis te hebben, waardoor Hazard niet meer als valse nummer negen hoeft
op te draven. Dat is goed voor hem én voor zijn club, dat de voorbije weken
zeer wisselvallig presteerde: enkele pijnlijke uitnederlagen in de competitie,
maar wel gekwalificeerd voor de finale van de League Cup. Coach Maurizio Sarri
hekelde al verschillende keren de mentaliteit van zijn spelers.
Hazard zit aan twaalf goals en tien assists in
de Premier League. In het vorige (rot)seizoen van Chelsea kwam hij aan
respectievelijk twaalf en zes, hij doet dus nu al beter. In de seizoenen 2012/2013
en 2016/2017 was hij betrokken bij vijfentwintig doelpunten, ook dat aantal is begin
februari reeds in zicht.
Jonge
Hazard
Met zes wedstrijden minder op de teller
benadert Thorgan Hazard zijn oudere broer Eden: hij scoorde tot nog toe negen
keer en gaf acht beslissende passes. Zaterdag was hij nog verantwoordelijk voor
twee assists in de moeilijke uitwedstrijd van Borussia Mönchengladbach bij
Schalke 04, waardoor zijn team de tweede plaats heroverde ten koste van Bayern.
In zijn vijfde seizoen Bundesliga blijft de 25-jarige Thorgan groeien. Zijn
statistieken zijn na iets meer dan een halve jaargang beter dan ooit tevoren. Eén
werkpuntje: tegen de andere ploegen uit de Top 4 — Borussia Dortmund, Bayern
München en RB Leipzig — speelde hij geen rol van betekenis. Een topspeler staat
er ook tegen sterke tegenstanders.
Thorgan Hazard solliciteert nadrukkelijk naar
een basisplek bij de nationale ploeg, zeker nu Dries Mertens (Napoli) en Romelu
Lukaku (Manchester United) vaker op de bank zitten dan hen lief is. Thorgan kan
rechts, centraal en links uit de voeten, desnoods ook diep in de spits. Roberto
Martínez probeerde hem zelfs al uit als linkervleugelback: dat deed hij gedwee
en gedisciplineerd, maar je verliest als elftal dan wel zijn aanvallende
impulsen. Maar het is voor de bondscoach alleszins een alternatief voor de bij
Monaco helemaal weggedeemsterde Nacer Chadli en de voorlopig nog minstens een
half jaar in China geparkeerde Yannick Carrasco. Jordan Lukaku is veel te
onregelmatig op die positie. En Jan Vertonghen uit het centrum halen is dan
weer verdedigend geen goed idee. Thorgan dan maar?
Klein
Portugal
Terug naar de Premier League. Daar is
promovendus Wolverhampton Wanderers een van de positieve verrassingen: het
staat zevende, op respectabele afstand wel van de grote zes. In de grauwe
industriestad in de West Midlands, 240.000 inwoners, leeft een groot verlangen
naar het verleden: in de jaren 50 werden de Wolves, zoals ze genoemd worden,
drie keer Engels landskampioen, met als boegbeeld Billy Wright, de eerste
voetballer ooit die meer dan honderd interlands speelde. In 1972 bereikte
Wolverhampton de allereerste finale van de UEFA Cup, die verloren werd van
Tottenham. Daarna waren er een paar kleinere bekerzeges. Deze eeuw is het echter
nog maar het vijfde seizoen in de Premier League voor Wolves.
In de zomer van 2016 werd Wolverhampton
overgenomen door de Chinese investeringsmaatschappij Fosun International. Nóg
belangrijker: de Portugees Jorge Mendes werd de grote man achter de schermen.
Mendes is de machtigste man in het hedendaagse voetbal; zijn makelaarskantoor
Gestifute behartigt de belangen van o.a. Cristiano Ronaldo, Radamel Falcao,
Diego Costa, Ángel Di María, José Mourinho en nagenoeg de integrale Portugese
nationale ploeg. Niet verwonderlijk dat er zeven Portugezen rondlopen bij de
Wolves en dat de manager ook al een Portugees is. Meer nog, gewezen doelman
Nuno Espirito Santo was ooit de eerste cliënt van Mendes.
In die Portugese kolonie streek vorige zomer
Leander Dendoncker neer. Op zijn drieëntwintigste wilde hij hogerop, weg bij
Anderlecht. Dat ging een half jaar moeizaam, alleen in de minder belangrijke
League Cup zette de Portugese coach zijn naam op het wedstrijdblad. Dendoncker
kreeg pas op speeldag 15 zijn eerste speelminuten (9) in de Premier League,
stond op speeldag 20 voor het eerst aan de aftrap. Maar sinds half januari
miste hij geen seconde, nu al vier wedstrijden op rij. Zaterdag scoorde hij op
Everton zijn eerste goal in Engeland. Als controlerende middenvelder misstaat
hij niet tussen de Portugezen Ruben Neves en Joao Moutinho. Ook hij is een
valabele optie voor Roberto Martínez.
Les
voor jonge talenten
De keuze van Leander Dendoncker blijkt een
intelligente te zijn: een club met een ambitieus project, waar op korte termijn
weinig druk heerst. Net zoals Eden Hazard tot zijn eenentwintigste bij Lille
bleef spelen en dan pas naar het veeleisende en ongeduldige Chelsea trok.
Anderen wilden sneller naar de top: hen verging het minder goed.
Iemand recent nog iets van Charly Musonda jr.
gehoord? Het grootste Belgische talent van dit decennium verkommert momenteel
als huurling met een zware knieblessure bij Vitesse in Arnhem. Musonda koos al
op zijn vijftiende voor Chelsea, maar speelde amper acht wedstrijden voor de
Blues. Spelen deed hij tijdelijk wel bij Real Betis en Celtic, en wellicht
binnenkort ook voor Vitesse. Op zijn tweeëntwintigste is die voorspelde grote
carrière heel ver weg.
Ook Romelu Lukaku en Kevin De Bruyne kozen aanvankelijk
voor de centen van Chelsea, ook zij hadden een ambitieuze middenmoter nodig om
een doorstart te kunnen maken: Lukaku bij Everton, De Bruyne bij Wolfsburg.
Youri Tielemans werd uitgespuwd bij AS Monaco en mag zichzelf nu proberen heruit
te vinden bij Leicester.
Het is een les voor jonge talenten. Blijf nog
wat langer in eigen land, groei hier door tot je de twintig voorbij bent en
vertrek dan eventueel naar een topclub, maar liefst nog een subtopper. Jonge
voetballers moeten vooral voetballen. Dat grote geld komt later eventueel wel.