(Deze
bijdrage verscheen op maandag 6 augustus 2018 in De
Standaard), als tweede in een reeks
bijdragen als ‘De Bankzitter’.)
Hectoliters
bier, volksvermaak tot diep in de nacht en de verwachte winnaars: het was weer
de week van de na-Tourcriteriums. Fijn lokaal vertier, maar waarom moest dit zo
breed worden uitgesmeerd in de nationale media, die weer deden alsof dit
ernstige topsport is?
Het meervoud van criterium is criteriums.
Tenminste, als je het hebt over, bijvoorbeeld, wielerwedstrijden, zoals: de
na-Tourcriteriums. Heb je ’t over kenmerken, maatstaven, voorwaarden en normen
dan is dat meervoud criteria. Er wordt weleens gezondigd tegen deze
meervoudsvormen. Er wordt dan gesproken van stadia, als meervoud van stadions
en niet van stadium. Of men denkt dat media een enkelvoud is. ‘De media vergist
zich’: je leest dat echt geregeld op de sociale media. En ik geef toe, ik heb
het voor alle zekerheid zelf ook maar opgezocht, dat van die criteriums.
Regionale en nationale sportpagina’s,
-websites en -zenders brachten vorige week uitvoerig verslag uit van de
criteriums die traditioneel aansluitend op de Tour worden gereden. In
Vlaanderen gebeurde dat in Aalst, Roeselare, Sint-Niklaas, Herentals en Putte,
woensdag volgt er nog eentje in Antwerpen. In Nederland werden onder meer rondjes
gereden in Boxmeer, Surhuisterveen, Chaam, Wateringen en Heerlen. Vanavond is
er, we verzinnen het niet, de ‘Draai van de Kaai’ in Roosendaal.
Afspraken
Criteriums zijn folklore. Lokale festiviteiten
waar het bier rijkelijk vloeit, de toeschouwers onveranderlijk jolig zijn en de
renners ontspannen. Volks amusement, zoals ook de kermis in de wijk dat is.
Daar is niets op tegen, op voorwaarde dat we dit niet ernstiger nemen dan het
is. En dat we beseffen dat het voor de deelnemers in de eerste plaats een
bijkomende manier is om hun bankrekening te spijzen. ‘Take the money and run’
is van alle tijden, al is het wel opvallend dat goed betaalde renners dit blijkbaar
moeten doen om een zakcentje bij te verdienen. Het wordt echter pas
problematisch als we dit te ernstig gaan nemen. Dan lees je op nieuwssites serieus
bedoelde zinssneden als ‘Sagan won in 2012 en 2015 reeds in het groene shirt
het criterium van Aalst en start ook morgen als topfavoriet.’
Peter Sagan start niet als topfavoriet, Sagan
start als winnaar, omdat dat zo afgesproken is. Een interessant verhaal lazen
we daarover vorige week in een populaire krant: over onderlinge afspraken die
worden gemaakt, over rijden met een klein verzet zodat het lijkt alsof de
coureurs zich de pleuris rijden en over wie er uiteindelijk mag winnen. Bij
voorkeur de grote vedette, hij die de hoogste gage ontvangt of die uitblonk in
de Tour. Vreemd genoeg stond er diezelfde dag op de sportpagina’s van diezelfde
krant een sportief verslag van dat criterium. Alsof er echt gekoerst was
geweest. Quod non.
Zelfs Chris Froome – die anders nooit wint op
een vlak parcours – won twee edities van het criterium van Aalst. Ik heb er
ooit een bijgewoond, in 2006. Robbie McEwen mocht winnen, hij had net voordien
drie etappes in de Tour gewonnen en de groene trui mee naar huis genomen. Hij
was de topvedette die dag. Zijn medevluchter moest vol in de remmen om McEwen
als eerste over de streep te kunnen loodsen.
Opium
voor het volk
Peter Sagan won dus maandag in Aalst. En
dinsdag in Roeselare. Woensdag was Greg Van Avermaet aan het feest in
Sint-Niklaas. Van Avermaet is afkomstig van Hamme, tien kilometer verderop.
Donderdag reed Sagan weer mee in Herentals. ‘Peter de Grote kwam, zag en
peuzelde Herentals helemaal op’, schreef een site. En vrijdag, in Putte, mocht
de Belgische kampioen het halen. ‘Yves Lampaert heeft zijn tricolore trui in de
verf gezet op het na-Tourcriterium van Putte’, lezen we op de grootste
sportwebsite. Neen, Lampaert mócht winnen, zo was het overeengekomen. (Op de
Nederlandse criteriums wonnen respectievelijk Bram Tankink, Geraint Thomas –
een site: ‘Thomas heeft zijn goede vorm van de Tour de France meegenomen’, Tom
Dumoulin, Dylan Groenewegen en nogmaals Tom Dumoulin, stuk voor stuk typische
criteriumrenners.)
Ach ja, mensen worden nu eenmaal graag
bedrogen. Ze weten heus wel dat het doorgestoken kaart is. En ze wensen niet
liever dan dat Sagan, Van Avermaet of Lampaert wint. Stel je voor dat een
nobele onbekende écht zou koersen… Op uitslovers zit werkelijk niemand te
wachten. Toeschouwers willen dat er ronde na ronde nieuwe gezichten vooraan
rijden, bekende koppen, die ze kunnen herkennen en waarover ze achteraf op café
kunnen zeggen dat ze zo schoon op hun fiets zaten. Een naar de sport vertaald spreekwoord
met de woorden ‘opium’ en ‘volk’ doemt op.
Leuke lokale sportbelevenissen horen niet
altijd – meer niet, dan wel – thuis in de nationale media. Het is pseudosport,
geen topsport. De uitslag is geen serieuze waardemeter. Voor regionale media
zijn dit topdagen, gun hen dit en blijf er weg als nationale verslaggevers, of
ga gezellig een pint drinken in het café bij de aankomstlijn. En laat de
criteriums waar ze thuishoren: in het regionieuws.
Oefenpartijtjes
Heel veel aandacht besteedden sportsites de
voorbije dagen ook aan de International Champions Cup, een voetbaltoernooi met
achttien Europese topteams (zes Engelse, vier Italiaanse, drie Spaanse, twee
Franse, twee Duitse en eentje uit Portugal). Het loopt van 20 juli tot en met
11 augustus in 23 stadions, waaronder maar liefst 15 in de Verenigde Staten en
zelfs een in Singapore. Ik wil niet zover gaan om te beweren dat de winnaar
vooraf vastligt, maar dit commerciële vehikel dient vooral om de Amerikaanse
betaalsportzender ESPN aan abonnees te helpen. Die willen ook weleens Real
Madrid, Barcelona, Manchester United, PSG en Bayern aan het werk zien.
Laten we het evenement realistisch omschrijven:
een reeks vriendschappelijke wedstrijden om het nieuwe seizoen voor te
bereiden, waar een boel wk-gangers ontbreken omdat die nog met vakantie zijn. Hetzelfde
geldt voor die oefenpartijtjes die grote clubs geregeld spelen in Azië: niet al
die media-aandacht waard.